Oordeel van de Rechtbank
3. De Rechtbank heeft geoordeeld, waarbij belanghebbende is aangeduid als eiseres en de Inspecteur als verweerder:
“
Onafhankelijkheid en deskundigheid hertaxateur DRZ
6. Eiseres heeft aangevoerd dat de taxateur van DRZ geen erkend taxateur is en niet staat ingeschreven in enig erkend register, niet onafhankelijk en niet onpartijdig is en niet beschikt over de vereiste kwalificaties en professionele competenties. Verweerder had zich volgens eiseres moeten wenden tot een onafhankelijk expert. Omdat hij dit heeft nagelaten heeft hij onzorgvuldig en met vooringenomenheid gehandeld. Eiseres bepleit dat verweerder aldus misbruik heeft gemaakt van zijn bevoegdheid tot naheffing.
7. Het staat verweerder vrij om een deskundige van zijn keuze in te schakelen. Het bepaalde in artikel 8, vierde lid, van de Uitvoeringsregeling staat daar niet aan in de weg omdat dit betrekking heeft op de door de belastingplichtige in te schakelen taxateur. In het kader van deze procedure beschouwt de rechtbank de taxateur van DRZ als een partijdeskundige, omdat hij door verweerder is aangezocht om een oordeel te geven over de waarde van de auto. De rechtbank heeft, afgaande op de inhoud van het DRZ-rapport en de daarop gegeven toelichting, geen reden aan de deskundigheid of de onafhankelijkheid van de (her)taxateur te twijfelen. Eiseres heeft haar standpunt dat sprake is van vooringenomenheid, schending van het zorgvuldigheidsbeginsel en misbruik van bevoegdheden verder niet dan wel onvoldoende geconcretiseerd. Deze beroepsgrond faalt dan ook.
8. Eiseres bepleit dat de CO2-uitstoot van de auto, berekend op basis van de Scandinavische rekenmethode, 260 gr/km bedraagt en dat de daarmee samenhangende bruto Bpm € 38.566 is.
9. Verweerder is uitgegaan van een CO2-uitstoot van 262 gr/km. Naar het oordeel van de rechtbank is verweerder terecht uitgegaan van een CO2-uitstoot van 262 gr/km, omdat die uitstoot is vermeld in het kentekenregister van de RDW en op het Duitse kentekenbewijs. Door de keuring en registratie van de auto is de hoogte van de CO2-uitstoot namelijk een vaststaand feit geworden.[1] In hetgeen eiseres heeft aangevoerd, ziet de rechtbank geen aanleiding om anders te oordelen.
10. De bewijslast dat de waardevermindering door schade, in de omvang als door eiseres gesteld, in mindering komt bij de waardebepaling van een auto, rust op eiseres.[2] Eiseres dient dus tegenover de gemotiveerde betwisting door verweerder aannemelijk te maken dat die schade meer bedraagt dan het bedrag dat DRZ heeft vastgesteld. Zij heeft daartoe verwezen naar het taxatierapport dat ten grondslag is gelegd aan de aangifte. De daarin genoemde schade is echter slechts gedeeltelijk aangetroffen door DRZ. Gezien hetgeen hiervoor is overwogen over DRZ volgt de rechtbank eiseres niet in haar standpunt dat dit alleen het gevolg is van de ondeskundigheid van de taxateur van DRZ en de door DRZ gevolgde handelwijze. Eiseres is niet geslaagd in het van haar te vergen bewijs.
11. Eiseres heeft verder aangevoerd dat binnen de branche beleid is ontwikkeld over het onderscheid tussen normale gebruikssporen en echte schade en dat een of meer van de volgens dat beleid geldende schade zich voordoet bij de auto. Verweerder noch DRZ is echter gebonden aan beleid dat binnen de branche zou zijn ontwikkeld. In de verwijzing naar dat beleid ziet de rechtbank dan ook geen aanleiding voor de conclusie dat DRZ te weinig schade in aanmerking heeft genomen.
12. Verweerder heeft dan ook terecht niet meer dan € 1.573 als schade in aanmerking genomen.
Koerslijst taxatierapport eiseres
13. Volgens eiseres dient de handelsinkoopwaarde in onbeschadigde staat te worden vastgesteld op € 10.669 op basis van de in het door haar overgelegde taxatierapport gehanteerde koerslijst van X-Ray.
14. Verweerder heeft aangevoerd dat de door eiseres voorgestane koerslijst niet bruikbaar is, onder andere omdat die koerslijst betrekking heeft op een duurdere uitvoering van de Ford Mustang met een grotere en sterkere (8 cilinder) motor. Tegenover de gemotiveerde betwisting door verweerder, heeft eiseres niet aannemelijk gemaakt dat de in het taxatierapport gehanteerde koerslijst van X-Ray bruikbaar is voor de vaststelling van de handelsinkoopwaarde van de auto.
15. Aangezien verweerder het nagevorderde bedrag aan Bpm heeft gebaseerd op de forfaitaire tabel en niet op de gegevens uit het DRZ-rapport, kunnen eiseres’ grieven met betrekking tot het door DRZ uitgevoerde marktonderzoek haar niet baten.
16. Eiseres stelt dat de auto door het schadeverleden blijvend in waarde is gedaald, zelfs nadat de schade volledig zou zijn hersteld. Eiseres stelt de waardevermindering als gevolg van het schadeverleden op € 2.500.
17. Onder omstandigheden kan het schadeverleden van een auto een waardevermindering van dat voertuig rechtvaardigen. Een voertuig met een schadeverleden kan, ook na herstel, minder waard zijn dan een voertuig zonder schadeverleden. De bewijslast dat het schadeverleden een waardevermindering van de auto rechtvaardigt, rust op eiseres.
18. Eiseres heeft, tegenover de gemotiveerde betwisting door verweerder, niet aannemelijk gemaakt dat sprake is van voormalige schade die van dien aard is dat hieraan – ook na herstel daarvan – een blijvende waardevermindering moet worden verbonden, laat staan dat dit een bedrag van € 2.500 zou belopen. Uit de inhoud van het taxatierapport van eiseres kan niet worden opgemaakt dat het schadeverleden van de auto een blijvende waardevermindering met zich brengt. De TMV-richtlijn, wat daar verder ook van zij, vermeldt niets over de aard of de omvang van het schadeverleden van de auto in dit specifieke geval.
19. Gelet op wat hiervoor is overwogen, dient het beroep ongegrond te worden verklaard.