[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
[adres].
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
In eerste aanleg is de verdachte van het onder 3 tenlastegelegde vrijgesproken en ter zake van het onder 1, 2 en 4 tenlastegelegde veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 160 uur, te vervangen door 80 dagen hechtenis, en tot een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden, met een proeftijd van 3 jaren. Daarnaast is aan de verdachte een vrijheidsbeperkende maatregel opgelegd als bedoeld in artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) voor de duur van 5 jaren, inhoudende een contactverbod, zoals nader omschreven in het vonnis waarvan beroep. Deze maatregel is dadelijk uitvoerbaar verklaard. Verder is een beslissing genomen over de vorderingen van de benadeelde partijen en over de inbeslaggenomen voorwerpen, zoals nader omschreven in het vonnis waarvan beroep. Tot slot is het openbaar ministerie ten aanzien van het onder 5 tenlastegelegde niet-ontvankelijk verklaard in de vervolging.
De verdachte heeft tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep
De verdachte is in eerste aanleg vrijgesproken van wat aan hem onder 3 is tenlastegelegd. Het hoger beroep is door de verdachte onbeperkt ingesteld en dus ook gericht tegen de in eerste aanleg gegeven beslissing tot vrijspraak. Gelet op wat is bepaald in artikel 404, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv) staat voor de verdachte tegen deze beslissing geen hoger beroep open. Het hof zal de verdachte daarom niet-ontvankelijk verklaren in het ingestelde hoger beroep, voor zover dat is gericht tegen de in het vonnis waarvan beroep gegeven vrijspraak.
Aan de verdachte is – na wijziging van de tenlastelegging in eerste aanleg en voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen - tenlastegelegd dat:
1.
hij in de periode van 3 november 2019 tot 23 mei 2022 te Alphen aan den Rijn en/of Den Haag, althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 1], door
- veelvuldig te bellen en/of
- veelvuldig berichten via social media te sturen en/of
- vriend(inn)en van [slachtoffer 1] te benaderen en/of
- de moeder van [slachtoffer 1] te benaderen via social media en/of
- bij het werk van die [slachtoffer 1] langs te gaan
met het oogmerk die [slachtoffer 1], te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;
2.
hij op tijdstippen in of omstreeks de periode van 25 april 2022 tot en met 5 mei 2022 te Den Haag en/of Alphen aan den Rijn en/of Koudekerk aan den Rijn en/of Waddinxveen, althans in Nederland, [slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [slachtoffer 1] berichten te sturen met daarin de teksten
- " Opletten en achterom kijken, kankerwijf" en/of
- "[ naam slachtoffer 1], als ik jou straks tegenkom, ga ik je serieus dood maken!! Een kankerwijf als jij verdient het niet te bestaan op deze wereld. Ik ga jou met een mes doodsteken en nog 10 (harde) trappen geven tegen je verrotten kanker kop!! Blijf dus achterom kijken. Binnenkort is het met jou gedaan en doe je nooit meer een oogje open en zal niemand meer wat horen kloppen in jouw lichaam" en/of
- " Als ik je zie, dan blaas jij je laatste adem uit", althans telkens woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
4.
hij op of omstreeks 22 mei 2022 te Den Haag en/of Alphen aan den Rijn, althans in Nederland, [slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling en/of met verkrachting, door die [slachtoffer 2] berichten te sturen met daarin de teksten:
- " Als je het account van mijn vriend [verdachte] nu niet deblokkeert op Instagram, kom ik bij jouw huis langs in Güéjar Sierra gaat je het volgende overkomen:
1.) Eerst trap ik jou keihard de grond in en breek ik jouw benen tot je niet meer kunt lopen.
2.) Vervolgens knip ik je verrotte kanker vingers en tenen eraf.
3.) Daarna steek ik een mes in je vagina en snij ik je kanker clitoris eraf.
4.) Als klap op de vuurpijl sla ik met een hamer meerdere keren keihard je verrotte kanker kop in stukken, totdat je niet meer leeft. Mocht dat niet genoeg zijn, schiet ik met een vuurwapen een paar kogels dwars door je kanker kop en hart heen tot dat deze niet meer kloppen, je leeg bloed en het licht definitief bij jouw uitvalt. Iemand als jij verdient het niet om te leven en hoort een pijnlijke dood te krijgen!! Ik weet jou te vinden en ik weet waar jij woont!" en/of
- " Denk dus niet dat je je kan verstoppen of onderduiken voor mij. Jij gaat er echt aan en een pijnlijke dood krijgen als ik je straks tegenkom bij je huis in Güéjar Sierra. Blijf daarom goed achterom kijken en binnenkort is het dan gedaan met je", althans telkens woorden van gelijke dreigende aard of strekking.
5.
hij in of omstreeks de periode van 10 november 2021 tot en met 10 juni 2022 te Den
Haag en/of Tynaarlo en/of Amsterdam, althans in Nederland, wederrechtelijk
stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke
levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 3], door
- ( meermalen) naar de woning van die [slachtoffer 3] te gaan en/of
- ( meermalen) die [slachtoffer 3] in persoon te benaderen en/of
- ongevraagd (een) foto(‘s) en/of filmpje(s) te maken van die [slachtoffer 3] en/of haar
- veelvuldig berichten te sturen naar social media accounts van die [slachtoffer 3] en/of
haar vrienden/bekenden,
met het oogmerk die [slachtoffer 3] te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of
vrees aan te jagen.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk zal worden verklaard in de vervolging van de verdachte ten aanzien van het onder 5 tenlastegelegde. Verder heeft de advocaat-generaal gevorderd dat de verdachte ter zake van het onder 1, 2 en 4 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 160 uur, te vervangen door 80 dagen hechtenis, en tot een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden met een proeftijd van 3 jaren. Voorts heeft de advocaat-generaal gevorderd dat aan de verdachte een vrijheidsbeperkende maatregel als bedoeld in artikel 38v Sr zal worden opgelegd voor de duur van 5 jaren, inhoudende – kort gezegd - een contactverbod met [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2], en dat deze maatregelen dadelijk uitvoerbaar zullen worden verklaard.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich niet geheel verenigt met de bewezenverklaring en de motivering daarvan.
Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in de vervolging ten aanzien van feit 5
Belaging, zoals opgenomen in artikel 285b Sr, is een zogenoemd klachtdelict. Dit betekent dat ingevolge artikel 66 Sr de tot klacht gerechtigde persoon binnen drie maanden na de dag waarop die persoon heeft kennisgenomen van het misdrijf door middel van het indienen van een klacht uitdrukkelijk moet hebben verzocht strafvervolging in te stellen, bij gebreke waarvan het openbaar ministerie niet-ontvankelijk is in de vervolging.
Gelet hierop zal het hof – overeenkomstig de vordering van de advocaat-generaal en het oordeel van de rechtbank - het openbaar-ministerie niet-ontvankelijk verklaren in de vervolging voor wat betreft het onder 5 ten laste gelegde feit, nu aangeefster geen klacht heeft ingediend en het hof niet kan vaststellen dat zij wel de uitdrukkelijke wens heeft geuit dat het openbaar ministerie vervolging instelt tegen de verdachte.
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 en 4 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij in de periode van
1 december 2021tot
en met 5 mei 2022te Alphen aan den Rijn en/of Den Haag, althansin Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 1], door
- veelvuldig te bellen en
/of
- veelvuldig berichten
via social mediate sturen
en/of
- vriend(inn)en van [slachtoffer 1] te benaderen en/of
- de moeder van [slachtoffer 1] te benaderen via social media en/of
- bij het werk van die [slachtoffer 1] langs te gaan
met het oogmerk die [slachtoffer 11], te dwingen iets te doen,
niet te doen,te dulden en/of vrees aan te jagen;
2.
hij op tijdstippen in
of omstreeksde periode van 25 april 2022 tot en met 5 mei 2022
te Den Haag en/of Alphen aan den Rijn en/of Koudekerk aan den Rijn en/of Waddinxveen, althansin Nederland, [slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht
en/of met zware mishandeling, door die [slachtoffer 1]
eenbericht
ente sturen met daarin de tekst
en
-
"Opletten en achterom kijken, kankerwijf" en/of
- "[ naam slachtoffer 1], als ik jou straks tegenkom, ga ik je serieus dood maken!! Een kankerwijf als jij verdient het niet te bestaan op deze wereld. Ik ga jou met een mes doodsteken en nog 10 (harde) trappen geven tegen je verrotten kanker kop!! Blijf dus achterom kijken. Binnenkort is het met jou gedaan en doe je nooit meer een oogje open en zal niemand meer wat horen kloppen in jouw lichaam"
en/of
- "Als ik je zie, dan blaas jij je laatste adem uit", althans telkens woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
4.
hij op
of omstreeks22 mei 2022
te Den Haag en/of Alphen aan den Rijn, althansin Nederland, [slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en
/ofmet zware mishandeling en
/ofmet verkrachting, door die [slachtoffer 2] berichten te sturen met daarin de teksten:
- " Als je het account van mijn vriend [verdachte] nu niet deblokkeert op Instagram, kom ik bij jouw huis langs in Güéjar Sierra gaat je het volgende overkomen:
1.) Eerst trap ik jou keihard de grond in en breek ik jouw benen tot je niet meer kunt lopen.
2.) Vervolgens knip ik je verrotte kanker vingers en tenen eraf.
3.) Daarna steek ik een mes in je vagina en snij ik je kanker clitoris eraf.
4.) Als klap op de vuurpijl sla ik met een hamer meerdere keren keihard je verrotte kanker kop in stukken, totdat je niet meer leeft. Mocht dat niet genoeg zijn, schiet ik met een vuurwapen een paar kogels dwars door je kanker kop en hart heen tot dat deze niet meer kloppen, je leeg bloed en het licht definitief bij jouw uitvalt. Iemand als jij verdient het niet om te leven en hoort een pijnlijke dood te krijgen!! Ik weet jou te vinden en ik weet waar jij woont!" en
/of
- " Denk dus niet dat je je kan verstoppen of onderduiken voor mij. Jij gaat er echt aan en een pijnlijke dood krijgen als ik je straks tegenkom bij je huis in Güéjar Sierra. Blijf daarom goed achterom kijken en binnenkort is het dan gedaan met je"
, althans telkens woorden van gelijke dreigende aard of strekking.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359 lid 3, tweede volzin, Sv met een opgave daarvan, zal dat plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Nadere bewijsoverweging feit 1
De raadsman van de verdachte heeft zich op de terechtzitting in hoger beroep – overeenkomstig de door hem overlegde pleitnota – op het standpunt gesteld dat de verdachte vrijgesproken dient te worden van de onder 1 tenlastegelegde belaging. Daartoe heeft de raadsman – kort en zakelijk weergegeven – aangevoerd dat gelet op de aard, de duur, de frequentie en de intensiteit van de gedragingen van de verdachte geen sprake is van een
stelselmatigeinbreuk op de persoonlijke levenssfeer van aangeefster waardoor belaging niet bewezen kan worden verklaard.
Het hof overweegt hierover als volgt.
Het hof stelt voorop dat bij de beoordeling van de vraag of sprake is van eenstelselmatigeinbreuk op iemands persoonlijke levenssfeer als bedoeld in artikel 285b lid 1 Sr (belaging) niet alleen van belang zijn de aard, de duur, de frequentie en de intensiteit van de gedragingen van de verdachte, maar ook de omstandigheden waaronder deze hebben plaatsgevonden en de invloed daarvan op het persoonlijk leven en de persoonlijke vrijheid van het slachtoffer (vgl. HR 12 maart 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ3626, NJ 2013/394). Op grond van het dossier en het verhandelde op de terechtzitting in hoger beroep stelt het hof vast dat de verdachte in de periode van 1 december 2021 tot en met 5 mei 2022 regelmatig contact heeft gezocht met aangeefster. Het contact zoeken bestond uit veelvuldig bellen met verschillende – ook anonieme – (vaste en mobiele) telefoonnummers, tot wel zestien keer per dag. Daarbij heeft de verdachte veelvuldig de voicemail van aangeefster ingesproken. Daarnaast heeft de verdachte geprobeerd contact op te nemen met aangeefster via Whatsapp en via zijn social media-kanalen, waaronder Facebook en Instagram. Dit gebeurde zowel via zijn eigen account, als via zogenaamde
fake accounts. Hij stuurde (voorafgaand aan de bewezenverklaarde periode) berichten naar vrienden van aangeefster met de vraag of zij
screenvideo’svan aangeefsters Instagrampagina aan hem wilde sturen, waarna de verdachte aangeefster liet weten haar wel te kunnen zien op Instagram. De berichten die de verdachte stuurde waren daarbij van dreigende en/of intimiderende aard. Aangeefster heeft op meerdere manieren en op verschillende momenten – ook via anderen – aan de verdachte kenbaar gemaakt dat zij niet gediend was van contact met de verdachte, maar dit heeft hem er niet van weerhouden om steeds weer opnieuw contact met haar te zoeken. Als aangeefster de verdachte blokkeerde, dan zocht de verdachte daar een weg omheen.
Aangeefster heeft de gedragingen van de verdachte en de gevolgen van deze gedragingen op haar persoonlijke leven en haar persoonlijke vrijheid daadwerkelijk als zeer ingrijpend ervaren. Zo heeft zij verklaard dat ze niet weet waartoe de verdachte in staat is, dat zij erg bang is en constant op scherp staat. Ze durfde niet meer alleen over straat, niet meer alleen boodschappen te doen of naar haar sportclub te gaan. Aangeefster kon haar werkzaamheden niet meer volledig uitvoeren en moest worden begeleid bij het komen en gaan van en naar haar werk. Zij had het gevoel nergens meer veilig te zijn, ook thuis niet. Volgens haar aangifte heeft aangeefster ten gevolge van het handelen van de verdachte naast psychische klachten, ook lichamelijke klachten opgelopen.
Op de terechtzitting in hoger beroep heeft de verdachte verklaard dat hij aangeefster uiteindelijk uit frustratie de onder 2 bewezenverklaarde bedreiging heeft gestuurd waardoor – gelet op de aangifte – aangeefsters angsten over het (stalkings)gedrag van de verdachte nader werden bevestigd.
Mede gelet op de hardnekkigheid waarmee de verdachte contact met aangeefster is blijven zoeken, terwijl hij wist dat zij dat niet wilde, is het hof van oordeel dat in de bewezenverklaarde periode – naar objectieve maatstaven bezien – sprake is geweest van een
stelselmatigeinbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de aangeefster. Aangeefster heeft verdachtes gedragingen ook daadwerkelijk als ingrijpend ervaren en dit heeft destijds en nog lange tijd daarna forse invloed gehad op haar persoonlijk leven en persoonlijke vrijheid.
Gelet op het voorgaande acht het hof bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder 1 tenlastegelegde, te weten belaging.
Voor de volledigheid merkt het hof nog op dat het hof de verdachte vrijspreekt van de onder 2 ten laste gelegde uitlating “Opletten en achterom kijken, kankerwijf" omdat het hof daarin – net als de raadsman - niet zonder meer een strafbare bedreiging ziet. Naar het oordeel van het hof staat wel vast dat de verdachte dat bericht aan aangeefster heeft verstuurd, zodat ook dat bericht bijdraagt aan het bewijs voor de onder 1 bewezenverklaarde belaging van aangeefster.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 1 bewezenverklaarde levert op: