“De rechtbank;
verklaart de beroepen gegrond;
vernietigt de bestreden uitspraak op bezwaar;
wijzigt de beschikking aldus dat de vastgestelde waarde van onroerende zaak 1 wordt verminderd tot € 4.238.400;
wijzigt de beschikking aldus dat de vastgestelde waarde van onroerende zaak 2 wordt verminderd tot € 58.560;
wijzigt de beschikking aldus dat de vastgestelde waarde van onroerende zaak 3 wordt verminderd tot € 322.560;
wijzigt de beschikking aldus dat de vastgestelde waarde van onroerende zaak 4 wordt verminderd tot € 123.840;
wijzigt de beschikking aldus dat de vastgestelde waarde van onroerende zaak 5 wordt verminderd tot € 91.200;
wijzigt de beschikking aldus dat de vastgestelde waarde van onroerende zaak 6 wordt verminderd tot € 120.000;
wijzigt de beschikking aldus dat de vastgestelde waarde van onroerende zaak 7 wordt verminderd tot € 61.440;
vermindert de aanslagen dienovereenkomstig;
bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde bestreden besluit;
veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 3.399;
draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 365 aan eiseres te vergoeden.”