Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
[naam],
1.[verweerster 1] ,
Global Bouw
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 16 juni 2022 waarmee [appellante] in hoger beroep is gekomen van het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 16 maart 2022;
- de memorie van grieven, tevens akte verzoek achternaamswijziging, tevens vermeerdering van eis van [appellante] , met bijlagen;
- de memorie van antwoord in het principaal appèl, tevens memorie van grieven in incidenteel appèl tevens wijziging van eis van Global Bouw c.s.;
- de memorie van antwoord in incidenteel appèl van [appellante] ;
- het e-mailbericht van de griffier van 14 december 2023 aan de advocaat van [appellante] , waarin is verzocht uiterlijk op 19 december 2023 de bewijsstukken van een naamswijziging van [appellante] aan de griffie op te sturen;
- het e-mailbericht van de advocaat van [appellante] van 8 januari 2024 met als bijlage een beschikking van de rechtbank Den Haag van 21 februari 2023 betreffende een verzoek tot voornaamswijziging en vaststellen geboortegegevens;
- het e-mailbericht van de griffier van 9 januari 2024 aan de advocaat van Global Bouw c.s., waarin Global Bouw c.s. in de gelegenheid is gesteld uiterlijk op 12 januari 2024 te reageren op de bijlage bij het bericht van [appellante] van 8 januari 2024. Global Bouw c.s. heeft daarvan geen gebruik gemaakt.
3.Feitelijke achtergrond
Artikel 1 Opdrachtformulering
PrijsUurtarief € 19,50 excl. BTW
Voor oplevering”. Op 15 maart 2018 zijn [verweerster 1] en [appellante] door de woning gelopen en heeft [appellante] het werk geïnspecteerd. Vervolgens heeft [appellante] op 17 maart 2018 een brief aan Global Bouw c.s. geschreven, waarin zij een groot aantal tekortkomingen opsomt en schrijft:
4.Procedure bij de rechtbank
5.Vorderingen in hoger beroep
6.Beoordeling in hoger beroep
€ 27.000 herstelkosten
€ 2.700 voor gederfd woongenot
€ 620,95 + onderzoekskosten€ 30.320,95 subtotaal
€ 10.000 - voorschot€ 20.320,95 totaal
Dit bedrag dient te worden vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 mei 2019.
7.Beslissing
- vernietigt het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 16 maart 2022 voor zover daarin onder 3.5 van het dictum de vordering van [appellante] op Global Bouw c.s. is bepaald op € 17.945,95;
- bepaalt dat de vordering vermeld onder 3.5 van dat vonnis € 20.320,95 bedraagt;
- bekrachtigt het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 16 maart 2022 en de tussenvonnissen voor het overige;
- compenseert de kosten van het principaal hoger beroep;
- veroordeelt Global Bouw c.s. in de kosten van het incidenteel hoger beroep, tot op heden aan de zijde van [appellante] begroot op € 591,50 aan kosten advocaat;
- verklaart dit arrest uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst het meer of anders gevorderde af.