ECLI:NL:GHDHA:2024:717
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Chr.Th.P.M. Zandhuis
- H.A.J. Kroon
- W.M.G. Visser
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake aanslag inkomstenbelasting en vermogensetikettering van beleggingsverliezen
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag inzake een aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (IB/PVV) voor het jaar 2018. De Inspecteur had een aanslag opgelegd op basis van een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 63.763, waarbij ook belastingrente in rekening was gebracht. Na bezwaar van belanghebbende werd het belastbaar inkomen verlaagd tot € 55.677, maar het bezwaar tegen de correctie van het beleggingsverlies werd afgewezen. Belanghebbende stelde dat de beleggingsverliezen als verlies uit onderneming moesten worden aangemerkt, omdat hij een eenmanszaak dreef en investeerde in beleggingsproducten. De Rechtbank oordeelde echter dat de beleggingsactiviteiten louter speculatief waren en dat er geen bron van inkomen was, waardoor de verliezen niet in aftrek konden worden gebracht. In hoger beroep bevestigde het Gerechtshof deze uitspraak, oordelend dat de beleggingsrekeningen op naam van belanghebbende stonden en dat hij met privévermogen had belegd. Het Hof concludeerde dat er geen verband was tussen de beleggingsactiviteiten en de onderneming, en dat de beleggingsverliezen niet in aftrek op de winst uit onderneming konden worden gebracht. Het hoger beroep werd ongegrond verklaard.