Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.[appellante 1] ,
1.Waar het in deze zaak over gaat
2.Het procesverloop
3.De procedure bij de rechtbank
primairtoerekenbaar tekortgeschoten zijn in de nakoming van de verbintenissen die voor hen voortvloeiden uit de zorgovereenkomsten met de budgethouders of onrechtmatig hebben gehandeld jegens de budgethouders,
subsidiaironrechtmatig hebben gehandeld jegens VGZ,
meer subsidiair[appellante 1] c.s. ongerechtvaardigd zijn verrijkt met door VGZ uitbetaalde pgb-gelden.
4.De vordering en het verweer in hoger beroep
5.De feiten
2.Samenvatting
6.De beoordeling in hoger beroep
Een in kracht van gewijsde gegaan, op tegenspraak gewezen vonnis waarbij de Nederlandse strafrechter bewezen heeft verklaard dat iemand een feit heeft begaan, levert dwingend bewijs op van dat feit.” De bewezenverklaarde feiten in deze strafrechtelijke arresten over [appellante 1] c.s. in relatie tot de budgethouders [persoon 10] , [persoon 6] en [persoon 5] , hebben dus dwingende bewijskracht in deze civiele procedure. De arresten zijn namelijk in kracht van gewijsde gegaan en op tegenspraak gewezen. Het hof verwijst naar de bewezenverklaring in de strafvonnissen in eerste aanleg onder rechtsoverweging 4.3. voor zowel [appellante 1] als [appellant 2] (producties 308 en 309 bij de dagvaarding in eerste aanleg).
- [appellante 1] beheerde het PGB en de bankrekening (met bankpas) van de budgethouder;
- De budgethouder heeft aangifte heeft gedaan tegen AAA wegens oplichting en heeft in dat verband – kort gezegd – verklaard dat zij nog niet ingevulde formulieren heeft ondertekend op verzoek van [appellant 2], en dat haar moeder een bankrekening moest openen bij ING bank en alle gegevens voor internet bankieren en bankpasjes moest afgeven aan [appellante 1] ;
- Met het toegekende PGB is voor het hele gezin zorg betaald aan AAA. Er is geen urenspecificatie aanwezig waaruit blijkt op welke dagen er voor welke personen zorg zou zijn geleverd.
- De budgethouder heeft aangifte gedaan tegen AAA wegens oplichting en heeft in dat verband – kort gezegd – verklaard dat zij nog niet ingevulde formulieren heeft ondertekend, die [appellant 2] verder zou invullen, en dat zij een nieuwe bankrekening moest openen bij ING bank. Op het moment dat zij constateerde dat er twee bedragen (€ 5.993,47 op 13 juli 2011 en een bedrag van € 1.671,22 op 21 september 2011) naar de rekening van AAA waren overgeboekt, heeft zij de rekening geblokkeerd en het restant saldo van de rekening opgenomen;
- Met het toegekende PGB is voor het hele gezin zorg betaald aan AAA; een urenspecificatie ontbreekt;
- AAA beheerde het PGB, de bankrekening en de bankpas van de budgethouder.
- De budgethouder heeft meerdere budgetbeheerders gehad, maar het verzoek om [appellante 1] tot bewindvoerder te benoemen is afgewezen;
- AAA heeft voorschotnota’s voor de budgethouder voor de levering van 24-uurszorg opgesteld over de maanden augustus en september 2013;
- Op de urenlijsten afkomstig van AAA is het totaalbedrag structureel hoger dan werd verantwoord en zijn uren vermeld in de periode dat de budgethouder in detentie verbleef;
- De budgethouder heeft kenbaar gemaakt niet te weten dat hij een PGB ontving en dat hij geen zorg heeft ontvangen, maar dat hij wel eten kreeg en onderdak;
- [appellante 1] heeft voor de budgethouder een SNS bankrekening geopend; volgens de budgethouder heeft zij daarvoor zijn handtekening vervalst;
- Hij is niet bekend met verantwoordingsformulieren. De papieren die hij heeft ondertekend heeft hij niet gelezen, omdat hij niet goed kan lezen;
- De budgethouder heeft geen aangifte gedaan, omdat hij nu dakloos is.
- [appellante 1] was contactpersoon voor de budgethouder en AAA beheerde de bankrekeningen van de budgethouder;
- Het PGB is steeds op dezelfde dag overgemaakt naar Flex Sorg als “voorschot pgb” en er werden er bedragen aan Meta Vastgoed overgemaakt met vermelding “huur [straatnaam]”, en aan AAA onder vermelding van “maandbedrag budgetbeheer”;
- De budgethouder ontving per week € 50,00 leefgeld en een voedselpakket en heeft met meerdere andere budgethouders samengewoond in voor hem door AAA geregelde woningen;
- In het begin was sprake van begeleiding (schilderen, boodschappen doen en koken), maar dat veranderde naar hoogstens één keer per week een gesprek op het kantoor van AAA.
- [appellante 1] was contactpersoon voor de budgethouder en voerde het beheer over de PGB;
- De budgethouder heeft verklaard dat hij niet wist dat er PGB voor hem was aangevraagd en dat hij van [appellante 1] twee bankpasjes moest aanvragen, welke de budgethouder met pincode bij haar moest inleveren;
- De budgethouder heeft deelgenomen aan activiteiten op het kantoor van AAA, zoals schilderen, tekenen of knutselen en heeft één dag in de bouw gewerkt;
- De zorgovereenkomst met AAA vermeldt meer functies dan enkel Begeleiding Individueel en de verantwoordingen zijn afgekeurd door VGZ wegens het niet hebben ontvangen van gevraagde stukken.
wat er nu allemaal gedaan is”. De budgethouder bevestigt in zijn bezwaar - in reactie op de terugvordering van PGB-gelden door VGZ - weliswaar dat aan AAA is betaald voor de zorg die hij van hen heeft ontvangen, maar hij geeft daarbij ook aan dat hij niet weet waar het fout is gegaan. Het hof begrijpt uit deze stukken dat de budgethouder in de veronderstelling verkeerde dat hij van AAA zorg ontving die zou worden betaald met PGB-gelden, welke bedragen daarom aan AAA zijn overgemaakt. In hoeverre de door hem ontvangen zorg ook daadwerkelijk (goede) geïndiceerde zorg betrof, laat staan dat de budgethouder de verantwoording daarvoor zelf heeft gedaan, blijkt hieruit in elk geval niet. Dat blijkt ook niet uit de verdere stukken bij productie 106. Daaruit blijkt slechts dat de budgethouder actief onderzoek heeft gedaan naar het antwoord op de vraag wat er met zijn PGB is gebeurd en dat het juist AAA is geweest die hem de stukken heeft toegezonden die zij, zo volgt uit de brief van 12 juni 2013, naar het zorgkantoor zouden hebben gestuurd. Daarmee hebben [appellante 1] c.s. onvoldoende gemotiveerd betwist dat geen (goede) geïndiceerde zorg door AAA en/of Flex Sorg aan de budgethouder is geleverd; het hof gaat er daarom vanuit dat door AAA en/of Flex Sorg geen (goede) zorg aan de budgethouder is verleend.
- Op het aanvraagformulier is aangegeven dat er 24-uurs zorg binnen begeleid zelfstandig wonen ingekocht ging worden bij AAA en dat [appellante 1] contactpersoon is;
- Financieel heeft de budgethouder alles uit handen gegeven aan AAA;
- PGB-voorschot is overgemaakt aan Flex Sorg;
- De budgethouder heeft aangifte gedaan tegen AAA en heeft daarin onder meer aangegeven dat hij papieren moest tekenen om zijn financiën te laten regelen door [appellant 2], hij zijn bankpas en DigiD-code moest inleveren, dat [appellant 2] heeft gezegd dat hij PGB ging aanvragen, hij geen zorg heeft ontvangen, maar alleen
nu erg goed bevalt” (ten opzichte van eerder verkregen zorg van het Leger des Heils en Yulius), betekent – anders dan [appellante 1] c.s. aanvoeren – niet dat ook daadwerkelijk (goede) geïndiceerde zorg is verleend aan de budgethouder. In het gespreksverslag in productie 28 bij dagvaarding in eerste aanleg wordt verder enkel vermeld dat de budgetbeheerder de zaken uitvoert, de budgethouder alles uit handen geeft en dat hij daar tevreden mee is. In hoeverre de door de budgethouder genoemde tevredenheid ziet op (daadwerkelijke) door AAA verleende zorg of op het daadwerkelijk hebben ontvangen van (geïndiceerde) zorg, laat staan wanneer en op welk moment die zorg dan zou zijn verleend, blijkt niet uit dit gesprekverslag. Het hof gaat er daarom vanuit dat door AAA en/of Flex Sorg geen (goede) zorg aan de budgethouder is verleend.
- De budgethouder heeft verklaard nooit 24 uurs zorg te hebben gehad; zij kreeg enkel wekelijks € 20,00 aan leefgeld en een voedselpakket; daarnaast kon zij op vrijdag wel eens gaan schilderen;
- De budgethouder heeft aangegeven dat [appellant 2] het PGB beheerde, dat zij haar bankpasje moest afgeven aan [appellante 1] en dat het PGB op dezelfde dag geheel werd overgemaakt naar een rekening op naam van AAA en dat zij geen idee heeft wat er met het geld is gebeurd;
- De budgethouder heeft verklaard dat zij de zorgovereenkomst onder druk en zonder goed te hebben gelezen heeft ondertekend en nooit een zorgplan heeft gezien.
- [appellante 1] is bij beschikking van de rechtbank op 30 juni 2010 benoemd tot bewindvoerder van de budgethouder; per 17 februari 2014 is een andere bewindvoerder benoemd;
- De budgethouder heeft verklaard dat AAA alle financiële zaken voor hem heeft beheerd (waaronder internetbankieren), dat hij leefgeld en een voedselpakket kreeg en dat hij voor [appellant 2] in de bouw heeft gewerkt en schilderijen voor hem heeft gemaakt;
- Uit de ING bankafschriften van budgethouder blijkt dat meerdere bedragen voor PGB zijn overgemaakt aan AAA en dat er geen urenlijsten of gespecificeerde facturen aanwezig zijn.
meneer was verward tijdens het gesprek en begreep niet waar het pgb voor bedoeld was”). In hoeverre de door de budgethouder genoemde benodigde zorg, waar hij tevreden over zou zijn, ook daadwerkelijk (goede) geïndiceerde zorg betrof zoals bedoeld in de AWBZ, blijkt in elk geval niet uit dit face-to-face verslag. Voor zover daar al sprake van was, blijkt uit deze productie ook niet wanneer die zorg dan daadwerkelijk zou zijn verleend door AAA en/of Flex Sorg. Dit oordeel wordt niet anders door het op 9 april 2013 gehouden Bewust Keuze Gesprek, aangezien in dat gesprek met [appellante 1] wordt gesproken en niet met [persoon 8] . Uit het verslag blijkt dat VGZ stil heeft gestaan bij mogelijk oneigenlijk gebruik en op dat moment noteerde dat dat niet te beoordelen viel. Het hof gaat er daarom vanuit dat door AAA en/of Flex Sorg geen (goede) zorg aan de budgethouder is verleend.
- [appellante 1] is bij het zorgkantoor bekend als contactpersoon;
- De budgethouder is via AAA aan een woning geholpen;
- Volgens verklaringen van de budgethouder bestond de zorg uit gesprekken met [appellant 2], vaak over de financiën en heeft hij als dagbesteding bij een garage gewerkt;
- AAA had de beschikking over, en beheerde, de bankrekening en inlogcodes van DigiD van de budgethouder;
- De budgethouder heeft aangifte gedaan tegen AAA
- Op het aanvraagformulier is [appellante 1] vermeld als contactpersoon en aankomend bewindvoerder;
- De budgethouder heeft aangifte gedaan tegen AAA en daarin onder meer verklaard dat zij op verzoek van [appellante 1] een bankrekening bij ING bank heeft geopend en meteen alle papieren en bankpas aan haar heeft overgedragen, dat zij ook haar DigiD aan [appellante 1] heeft gegeven, dat zij leefgeld kreeg van AAA, dat zij niet wist dat PGB was aangevraagd en dat zij heeft gezien dat er geld is overgemaakt naar AAA onder vermelding van “pbg kwartaal 2”, maar niet weet waarvoor het geld is gebruikt.
- [appellante 1] is als contactpersoon vermeld ten behoeve van de PGB;
- De budgethouder heeft verklaard dat hij niet wist dat er PGB voor hem was aangevraagd;
- De budgethouder heeft aangifte gedaan tegen AAA en onder meer verklaard dat hij een woning heeft gehuurd van [appellant 2], dat hij € 50,00 leefgeld kreeg per week, en dat [appellant 2] ervoor zou zorgen dat (ook in de periode dat hij in detentie verbleef) alle kosten betaald zouden worden.
- [appellante 1] was contactpersoon en beheerder voor de PGB en door AAA zijn facturen gezonden met de omschrijving “levering van 24-uurs zorg”;
- Er is een aparte bankrekening afgesloten voor het beheer van de PGB (en de bankpas was in bezit van AAA) en de daarop gestorte bedragen zijn direct en in zijn geheel doorgestort naar AAA;
- De budgethouder heeft aangegeven dat er aanvankelijk zorg werd geleverd, maar dat vanaf de tweede helft van 2013 enkel nog wekelijkse gesprekken van ongeveer 15 minuten plaatsvonden om te bespreken hoe het met de budgethouder ging.
€ 178,00(plus de verhoging zoals in de uitspraak vermeld)