[verweerder] heeft een uiteenzetting gegeven van de wijze waarop Spaar Select in zijn geval heeft bemiddeld bij de totstandkoming van de overeenkomsten onder “A. Feiten in deze zaak” van de inleidende dagvaarding. De stellingen van [verweerder] komen, samengevat, op het volgende neer.
[verweerder] heeft in eerste instantie gereageerd op een advertentie van Spaar Select. Hij was namelijk geïnteresseerd in hun spaarproducten. Vervolgens is er een huisbezoek ingepland met een financieel adviseur, de heer [adviseur] . Er hebben meerdere huisbezoeken plaatsgevonden. Bij deze huisbezoeken is ook de echtgenote van [verweerder] aanwezig geweest. Tijdens een van de huisbezoeken heeft de adviseur zijn visitekaartje achtergelaten. Tijdens het eerste huisbezoek is door de adviseur eerst een globaal verhaal verteld over wat Spaar Select was en deed. Zo werd onder andere verteld dat Spaar Select een volle dochter was van Bank Labouchere en dus zeker te vertrouwen. Zijn verhaal onderbouwde de adviseur aan de hand van berekeningen en folders die hij in zijn professioneel uitziende presentatiemap had meegenomen. Vervolgens is ook de financiële situatie van [verweerder] besproken. Die was als volgt. Ten tijde van het afsluiten van de overeenkomsten was [verweerder] net verhuisd naar een nieuwbouwwoning. Voor deze nieuwe woning had hij een overgangshypotheek afgesloten. Zijn oude woning was reeds getaxeerd maar nog niet verkocht. [verweerder] had dus wel een idee wat hij ongeveer voor zijn oude woning zou gaan krijgen. [verweerder] had de nieuwe hypotheek bewust hoger gemaakt dan strikt noodzakelijk was. Er moesten immers nog dingen aan het huis gebeuren en hij kon van tevoren niet precies inschatten hoeveel dit ging kosten. Daarnaast wilde hij graag een spaarpotje met cash geld achter de hand houden. [verweerder] voornemen was om een groot deel van de nieuwe hypotheek, waaronder deze verhoging, weer af te lossen met de overwaarde uit de verkoop van zijn oude woning. De adviseur, dit allemaal aangehoord hebbende, adviseerde [verweerder] om zijn hypotheek nog verder te verhogen en de inleg te gebruiken voor een Allround effect. Met dit Allround effect kon namelijk veel beter gespaard worden dan bij de bank. Met de opbrengsten zou [verweerder] op termijn een groot deel van zijn hypotheek kunnen aflossen. [verweerder] was hier meteen al niet enthousiast over omdat hij zijn hypotheek niet verder wilde verhogen. De adviseur heeft toen als alternatief geadviseerd om een deel van de (te verwachten) overwaarde uit de oude woning aan te wenden als inleg in het Allround effect.
Vervolgens is afgesproken om [verweerder] bedenktijd te geven en het allemaal op zich in te laten werken. Er is daarbij een tweede huisbezoek ingepland. Tijdens dit tweede huisbezoek is de hypotheekverhoging nog even ter sprake geweest, maar [verweerder] gaf aan dat hij dat definitief niet wilde. Vervolgens is verder gesproken over de inleg in de overeenkomst op grond van de verwachte overwaarde van de oude woning. De adviseur vertelde dat hij thuis een constructie had uitgewerkt waar hij zelf met trots naar keek. In plaats van één grote overeenkomst zou [verweerder] ook vier kleinere overeenkomsten kunnen afsluiten. Het mooie was dat hij dan één van de overeenkomsten na vijf jaar al zou kunnen stopzetten. De opbrengst van deze overeenkomst zou als spaarpotje kunnen fungeren óf kon worden
aangewend om de nieuwe termijnen van de resterende overeenkomsten te voldoen. Door deze handelswijze twee keer te herhalen zou [verweerder] uiteindelijk genoeg rendement behaald
hebben om zijn hypotheek af te lossen en daarnaast nog geld over te houden. Tijdens het gesprek gaf de adviseur aan dat hij, als gekozen werd voor deze vooruitbetalingen, hij een korting van 20% op de inleg mocht geven. Hierbij was dan echter wel haast geboden, anders zou de korting vervallen. Er is vervolgens een afspraak gemaakt voor de volgende dag. Bij die gelegenheid zijn de overeenkomsten getekend. De overeenkomsten heeft [verweerder]
bij de adviseur achtergelaten. Nadat het advies was opgevolgd bedacht [verweerder] dat het handig was om het advies van de adviseur, en in het bijzonder de beloofde opbrengsten, ook nog op papier te hebben. Met dit verzoek heeft hij de adviseur gemaild. De adviseur heeft vervolgens zijn advies nog eens op papier gezet en naar [verweerder] gestuurd.
[verweerder] had geen ervaring met beleggen of kennis van complexe financiële producten en heeft het advies van de adviseur opgevolgd. [verweerder] heeft ter onderbouwing verwezen naar een door de adviseur bij hem achtergelaten visitekaartje, het door de adviseur op papier gezette advies en de afrekening van de notaris in verband met de verkoop van de voormalige woning van [verweerder] (producties B, C en D bij inleidende dagvaarding).