Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 25 november 2022, waarmee De Nieuwe Norm in hoger beroep is gekomen van het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 7 september 2022;
- de memorie van grieven van De Nieuwe Norm, met bijlagen;
- de memorie van antwoord van Cypresbaan, met bijlagen;
- productie 18 die De Nieuwe Norm ter gelegenheid van de hierna te noemen mondelinge behandeling heeft overgelegd.
3.Feitelijke achtergrond
Dit is echt de enige manier om het voor elkaar te krijgen.’ In de voorgestelde overeenkomst is onder andere opgenomen:
per uiterste datum 1 juli 2021 of zoveel later als partijen nader overeen komen’. In de begeleidende e-mail schrijft PG dat dat volgens haar de grootste knelpunten zijn. Als De Nieuwe Norm de voorgestelde wijzigingen verwerkt, zal PG de aangepaste versie voorleggen aan Cypresbaan.
de bestemming van de locatie niet per uiterste datum 1 september 2021 of zoveel later als partijen nader overeenkomen zal worden gewijzigd naar maatschappelijk/wonen’.
uiterlijk 1 september 2021’ voor met een boete van 10% van de koopsom als dan niet wordt afgenomen. Verder wordt ingestemd met een due diligence periode van drie weken na het sluiten van de overeenkomst en wordt een optie gegeven voor een hypothecaire lening aan De Nieuwe Norm. In de tekst is verder opgenomen:
4.Procedure bij de rechtbank
5.Vordering in hoger beroep
6.Beoordeling in hoger beroep
Uitleg ontbindende voorwaarde
toewijzingvan de bestemmingswijziging). Cypresbaan stelt telkens juist voor om een voorwaarde op te nemen die het tot een bepaalde datum mogelijk maakt de koop te ontbinden als de gemeente de aanvraag voor die datum heeft afgewezen. Beide partijen houden in de onderhandelingen, zoals blijkt uit r.o. 3.7 tot en met 3.14, aanvankelijk vast aan hun eigen uitgangspunt. PG maakt op 21 april en 3 mei 2021 duidelijk dat levering op uiterlijk 1 september 2021 een harde eis is van Cypresbaan voor het aangaan van de overeenkomst. Op het laatste voorstel van Cypresbaan van 18 mei 2021 stelt De Nieuwe Norm op diezelfde datum nog een wijziging voor, die de termijn waarop de ontbindende voorwaarde kan worden ingeroepen betreft: de uiterste datum van 1 juli 2021 kan in overleg worden aangepast. De tekst van de ontbindende voorwaarde (zoals door Cypresbaan voorgesteld) wordt op die datum voor het overige door De Nieuwe Norm geaccepteerd.
afwijzingvan een verzoek tot wijziging van de bestemming, redelijkerwijs zo opvatten dat De Nieuwe Norm die voorwaarde en het bijbehorende risico aanvaardde. Dat het voor Cypresbaan duidelijk was dat een bestemmingswijziging belangrijk was voor De Nieuwe Norm en dat zij liever onder gunstiger voorwaarden de koop had gesloten, doet daaraan niet af. Cypresbaan heeft voet bij stuk gehouden en De Nieuwe Norm heeft de voorwaarde van Cypresbaan uiteindelijk aanvaard. De ontbindende voorwaarde dient daarom zo uitgelegd te worden, dat deze alleen ingeroepen kon worden als definitief beslist zou zijn dat de gemeente de bestemming niet zou wijzigen. Onduidelijkheid over de afloop van het traject tot bestemmingswijziging kwam voor risico van De Nieuwe Norm.
op dat momentde beslissing zou zijn (zie r.o. 3.19), kon de medewerker van de gemeente dus niet anders dan antwoorden dat er op dat moment geen medewerking verleend kon worden. Dat dat geen definitieve afwijzing behelsde, was duidelijk. Dat volgt ook uit het feit dat De Nieuwe Norm op 22 juli 2021, na het inroepen van de ontbindende voorwaarde, weer nieuwe voorstellen heeft gedaan aan Cypresbaan om tot koop van het pand (onder afwijkende voorwaarden) te komen (zie r.o. 3.22). De reactie van de gemeente leidde er blijkbaar niet toe dat De Nieuwe Norm zelf meende dat sprake was van een definitieve afwijzing.
.
7.Beslissing
- bekrachtigt het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 7 september 2022;
- veroordeelt De Nieuwe Norm in de kosten van de procedure in hoger beroep aan de zijde van Cypresbaan begroot op € 14.723, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten als De Nieuwe Norm deze niet binnen veertien dagen na heden heeft voldaan;
- bepaalt dat als De Nieuwe Norm niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan de uitspraak heeft voldaan en dit arrest vervolgens wordt betekend, De Nieuwe Norm de kosten van die betekening moet betalen, plus extra nakosten van € 92,-, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten als De Nieuwe Norm deze niet binnen veertien dagen na betekening heeft voldaan.