5.1[appellant] is in hoger beroep gekomen omdat hij het niet eens is met het vonnis. Hij heeft verschillende bezwaren (grieven) tegen het vonnis aangevoerd. [appellant] heeft zijn subsidiaire eis gewijzigd en vordert nu
Primair:
Ivoor recht te verklaren dat (i) het besluit van Optas Pensioenen tot het doen van het voorstel tot fusie met Aegon, (ii) het besluit van Aegon tot het doen van het fusievoorstel met Optas Pensioenen, (iii) de besluiten van de raad van commissarissen van Optas Pensioenen respectievelijk Aegon waarbij zij de fusievoorstellen hebben goedgekeurd, (iv) het fusiebesluit van Optas Pensioenen en het fusiebesluit van Aegon nietig zijn, althans deze besluiten te vernietigen;
IIvoor recht te verklaren dat de fusie tussen Optas Pensioenen en Aegon niet rechtsgeldig is, althans nietig, althans deze fusie te vernietigen;
Subsidiair (voor het geval de fusie niet nietig wordt verklaard of wordt vernietigd):
IVoor recht te verklaren dat:
i)
- [appellant] en de overige Optas-verzekerden eigendomsrechten (in de zin van artikel 1 Eerste Protocol EVRM en artikel 17 Handvest EU) hebben op
a) de door Optas Pensioenen behaalde winst van € 2,5 miljard (althans op hun individuele aandelen daarin) en
b) de rechten op indexering uit deze € 2,5 miljard (althans de individuele aandelen daarin) en
- deze € 2,5 miljard (althans de individuele aandelen daarin) toebehoren aan [appellant] en de overige Optas-verzekerden en dat [appellant] en de overige Optas-verzekerden (op grond van deze eigendomsrechten, de statuten van Optas Pensioenen zoals die bij de fusie luidden, de fiscale vereisten voor vrijstelling van de vennootschapsbelasting en artikel 2:320 BW) recht hebben op aanwending van deze € 2,5 miljard (althans hun individuele aandelen daarin) voor indexering van hun pensioenafspraken en -rechten.
ii)
Aegon zich in strijd met de rechten en belangen van [appellant] en de overige Optas-verzekerden en artikel 2:320 BW deze € 2,5 miljard en de individuele aandelen daarin van [appellant] en de overige Optas-verzekerden onrechtmatig heeft toegeëigend.
IIbij arrest uitvoerbaar bij voorraad:
Aegon te veroordelen om de door Optas Pensioenen gemaakte winst van circa € 2,5 miljard per eind 2018 in de jaarrekeningen van Aegon vanaf datum fusie aan te merken als schuld aan [appellant] en de overige Optas-verzekerden, althans als een technische voorziening voor indexering van de pensioenaanspraken en rechten van [appellant] en de overige Optas-verzekerden, op straffe van een dwangsom;
Aegon te bevelen om in haar statuten op te nemen dat het bedrag van € 2,5 miljard en de aangroei daarvan wordt aangewend voor indexering van de pensioenen van de Optas-verzekerden en niet kan worden aangewend voor andere zaken en daarbij in de statuten vast te leggen dat deze bepalingen niet gewijzigd kunnen worden zolang niet alle Optas-verzekerden en hun nagelaten betrekkingen zijn overleden, en in de statuten vast te leggen dat deze bepalingen zonder de mogelijkheid van wijziging dienen te worden opgelegd aan of overgaan op de eventuele rechtsopvolgers van Aegon en dat deze rechtsopvolgers deze bepalingen op hun beurt dienen op te leggen aan de volgende rechtsopvolgers, op straffe van een dwangsom;
Aegon te veroordelen tot vergoeding van de (verdere) schade die [appellant] lijdt door de fusie (althans door de nietigheid / de vernietigbaarheid van de fusiebesluiten, de besluiten van Optas Pensioenen en Aegon tot het doen van het fusievoorstel, de goedkeuringsbesluiten van de raad van commissarissen van Optas Pensioenen en Aegon, het ontbreken van rechtsgeldige instemming van DNB met de fusie en overige verzuimen die nietigverklaring / vernietiging van de fusie mogelijk maken) nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet.
IIIveroordeling van Aegon in de kosten van beide instanties vermeerderd met rente.