ECLI:NL:GHDHA:2024:330
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bouwgeschil tussen opdrachtgever en aannemer over dakwerkzaamheden en facturering
In deze zaak gaat het om een bouwgeschil tussen een opdrachtgever en een aannemer over de uitvoering en facturering van dakwerkzaamheden. De opdrachtgever, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. K. Zeylmaker, heeft de aannemer, vertegenwoordigd door mr. W. Albers, in hoger beroep aangesproken na een eerdere uitspraak van de kantonrechter. De partijen hebben een aannemingsovereenkomst gesloten op 19 januari 2021, waarbij de aannemer de voorzijde van het dak van de woning van de opdrachtgever zou vernieuwen. Tijdens de werkzaamheden is overeengekomen dat ook de achterzijde van het dak vernieuwd zou worden. Na betaling van € 9.247,25 door de opdrachtgever, ontstond er een lekkage op 26 juni 2021, waarna de opdrachtgever de aannemer verzocht het probleem te verhelpen. De aannemer stelde dat de lekkage niet door zijn werkzaamheden was veroorzaakt en bood aan om het probleem tegen betaling op te lossen. De opdrachtgever heeft vervolgens een deskundige ingeschakeld, die verschillende gebreken aan de werkzaamheden van de aannemer constateerde. De opdrachtgever heeft de overeenkomst ontbonden en aanspraak gemaakt op terugbetaling van de betaalde bedragen en schadevergoeding. In eerste aanleg heeft de kantonrechter de vorderingen van de opdrachtgever toegewezen, maar de aannemer heeft hiertegen grieven ingediend. Het hof heeft de grieven van de aannemer beoordeeld en enkele grieven gegrond verklaard, maar de aannemer blijft in de kosten van het hoger beroep veroordeeld. Het hof heeft het vonnis van de kantonrechter gedeeltelijk vernietigd, maar de aannemer blijft aansprakelijk voor een deel van de schade.