Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Zaaknummer rechtbank : C/09/589661/ HA ZA 20-275
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 22 februari 2022, waarmee Izipizi in hoger beroep is gekomen van het vonnis van de rechtbank Den Haag van 24 november 2021;
- de memorie van grieven van Izipizi, met bijlagen;
- de memorie van antwoord tevens memorie van grieven in incidenteel hoger beroep van Looplabb, met bijlagen;
- de memorie van antwoord in incidenteel hoger beroep van Izipizi, met bijlagen;
- de ten behoeve van de hierna te noemen mondelinge behandeling overgelegde producties 37 tot en met 51 van Izipizi en 15 tot en met 21 van Looplabb.
3.Feitelijke achtergrond
4.Procedure bij de rechtbank
5.Vorderingen in hoger beroep
6.Beoordeling in principaal en incidenteel hoger beroep
verpakkingsmerkvan Izipizi een bekend merk is in bovengenoemde zin. Izipizi heeft in het geheel geen op de bekendheid in de Unie van haar verpakkingsmerk betrokken marktonderzoeken in het geding gebracht, zodat op onderzoek gebaseerde gegevens over de daadwerkelijke bekendheid van het verpakkingsmerk ontbreken. Izipizi beroept zich vooral op gegevens waaruit die bekendheid volgens haar (indirect) zou kunnen worden afgeleid. Die geven daartoe echter onvoldoende houvast. De aantallen verkooppunten (volgens Izipizi wereldwijd 5.000 in meer dan 80 landen) geven nog geen inzicht in het (relatieve) marktaandeel van Izipizi op de desbetreffende markt voor lees- en zonnebrillen in de Unie. Hetzelfde geldt voor de overgelegde omzetcijfers (productie 41). De als productie 7 bij dagvaarding overgelegde publicaties tonen weliswaar dat in (vooral Nederlandstalige) tijdschriften verschillende keren een Izipizi bril met verpakking is afgebeeld en de brillen op social media, eveneens met verpakking, zijn aangeprezen. Cijfermatige gegevens die inzicht geven in de duur en omvang van deze promotie ontbreken evenwel. De afgebeelde (overwegend Franse) influencers, bloggers en celebrities dragen weliswaar Izipizi brillen, maar op de desbetreffende afbeeldingen ontbreekt vrijwel zonder uitzondering de verpakking, zodat deze producties hooguit iets zeggen over de bekendheid van het woordmerk IZIPIZI en onvoldoende over de bekendheid van het verpakkingsmerk. De overgelegde stukken met betrekking tot het netwerk van wederverkopers (producties 37 tot en met 39) geven evenmin voldoende houvast voor de beoordeling van de bekendheid van het verpakkingsmerk onder het relevante publiek van
eindgebruikers. Dat Izipizi, zoals zij stelt en met producties 25 en 40 heeft onderbouwd, haar brillen met verpakking toont op internationale beurzen en daarvoor kosten heeft gemaakt, zegt evenmin iets over de vraag of het verpakkingsmerk bekend is bij dat relevante publiek, niet zijnde handelaren. Tegen deze achtergrond zegt ook het met een accountantsverklaring onderbouwde totaalbedrag dat Izipizi vanaf 2011 aan marketing zou hebben uitgegeven, onvoldoende over de bekendheid van het verpakkingsmerk omdat daaruit niet kan worden afgeleid welke investeringen ten behoeve van het verpakkingsmerk zijn gedaan. Izipizi heeft, kortom, onvoldoende gegevens verstrekt om tot bekendheid in de Unie van het verpakkingsmerk bij een aanmerkelijk deel van het relevante publiek te kunnen concluderen. De vorderingen zijn dus niet toewijsbaar op grond van art. 9 lid 2 sub c UMVo.