Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Uitspraak van 3 december 2024
[X] te [Z] , belanghebbende,
de inspecteur van de Belastingdienst, de Inspecteur,
Procesverloop
€ 71.644 (de aanslag IB/PVV 2018).
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- vermindert de aanslag tot een aanslag berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 133.303 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 5.677;
- bepaalt dat de inspecteur het griffierecht van € 48 aan belanghebbende moet vergoeden;
- veroordeelt de inspecteur tot betaling van € 862,68 aan proceskosten aan belanghebbende.”
€ 947.268, aandelen, obligaties e.d. met een waarde van € 486.508 en rechten op onroerende zaken (in Nederland) met een waarde van € 180.000. De rendementsgrondslag is daarmee
€ 1.613.776 en de grondslag voor de berekening van het box 3 inkomen bedraagt, gelet op het heffingvrije vermogen, € 1.553.776.
Oordeel van de Rechtbank
Is de Wet rechtsherstel box 3 in strijd met artikel 1 EP bij het EVRM?
Conclusie en gevolgen
Kamerstukken II2015/16, 34 302, nr. 3.
Geschil in hoger beroep en conclusies van partijen
Beoordeling van het hoger beroep
Proceskosten
€ 925,04.
Beslissing
- vernietigt de uitspraak van de Rechtbank, behoudens de beslissingen over de proceskostenvergoeding en de vergoeding van het griffierecht;
- vermindert de verminderingsbeschikking tot een naar een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van nihil;
- veroordeelt de Inspecteur in de proceskosten in hoger beroep aan de kant van belanghebbende tot een bedrag van € 925,04; en
- bepaalt dat van de Inspecteur een griffierecht wordt geheven van € 548.