Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.Procesverloop
2.Feiten en verzoek
Netherlands Oils, Fats and Oilseeds Trade Association) Trading Rules voorgelegd aan een NOFOTA Scheidsgerecht. De plaats van arbitrage is Rotterdam.
3.Beoordeling
- Het arbitrale vonnis komt voor vernietiging in aanmerking wegens het ontbreken van een geldige overeenkomst tot arbitrage (art. 1065 lid 1 sub a Rv). De NOFOTA Trading Rules (hierna: NTR) zijn niet op rechtsgeldige wijze tussen partijen overeengekomen, zodat de daarin neergelegde arbitrageclausule toepassing mist.
- Tenuitvoerlegging van het arbitrale vonnis leidt tot onomkeerbaar nadelige gevolgen voor [verzoekster], nu ernstige twijfels bestaan over de solvabiliteit van [verweester] en dus over haar vermogen om een eventueel onverschuldigd betaald bedrag aan [verzoekster] terug te betalen. Uit de gepubliceerde jaarstukken van [verweester] blijkt dat zij over 2022 een verlies heeft geleden van € 968.223,- en over 2021 een verlies van € 1.065.378,-.
- Een belangenafweging dient hoe dan ook in het voordeel uit te vallen van [verzoekster]. De door de arbiters aan [verweester] toegewezen compensatie (
Black Letter Rulesmoet worden geconcludeerd dat de NTR, en dus ook de daarin neergelegde arbitrageclausule, niet op rechtsgeldige wijze tussen partijen overeengekomen zijn. [verzoekster] stelt daartoe dat zij met de NTR niet bekend was, totdat [verweester] de arbitrageprocedure startte. [verweester] heeft de NTR nimmer aan [verzoekster] overhandigd of toegezonden en de verwijzing in de koopovereenkomst naar de NTR maakt geen melding van de wijze waarop van die regels kennis kan worden genomen, aldus [verzoekster].
Black Letter Rules(Opinion No 13 Inclusion of Standard Terms under the CISG
)opgesteld. Daarin staat onder meer opgenomen:
Signature for approval’uitdrukkelijk akkoord heeft verklaard met de toepasselijkheid van de (in die koopovereenkomst opgenomen verwijzing naar de) NTR, zodat aan de eerste in Regel 2 van de
Black Letter Rulesgenoemde voorwaarde is voldaan. [verweester] heeft voorts onbestreden aangevoerd dat partijen in de drie jaar voorafgaand aan de koopovereenkomst eerder met elkaar hebben gecontracteerd. Uit de aangehaalde
Black Letter Rulesvolgt dat [verzoekster] daarom kan worden geacht een redelijke gelegenheid te hebben gehad om van de NTR kennis te nemen (Regel 3 en 3.4 van de
Black Letter Rules), zodat ook aan de tweede voorwaarde van Regel 2 is voldaan. Anders dan [verzoekster] heeft betoogd, kan de omstandigheid dat [verweester] de NTR bij het aangaan van de koopovereenkomst niet aan [verzoekster] heeft overhandigd of toegezonden, volgens het Weens Koopverdrag en de
Black Letter Rulesdus niet meebrengen dat de NTR niet op de koopovereenkomst van toepassing zijn. Daar komt bij dat het hier gaat om professionele partijen, beide actief in de handelsketen van biologische plantaardige oliën en vetten, zodat [verzoekster] ook om die reden bedacht kon zijn op de binnen die branche geldende regels en gebruiken.
adverse price differencenaar hetgeen daarover is bepaald in art. 24 lid 1 onder c van de NTR. [verweester] bestrijdt voorts dat sprake is van structurele verlieslatendheid van haar onderneming en stelt onder verwijzing naar haar jaarverslag 2023 dat zij over het boekjaar 2023 een winst heeft geboekt van € 1.055.499,-.
adverse price differenceeveneens wordt afgezet tegen de ten tijde van de niet-nakoming of ontbinding geldende marktprijs. [verzoekster] heeft in het licht van de gemotiveerde betwisting van [verweester] voorts onvoldoende onderbouwd waarom het restitutierisico ten aanzien van [verweester] groot zou zijn. In verband met het door [verzoekster] geopperde liquiditeitsprobleem in 2023 vermeldt het jaarverslag 2023 van [verweester]: “
De tegenvallende resultaten zijn door externe ontwikkelingen (oorlog Rusland – Oekraïne) ging de markt voor (biologische) zaden tijdelijk op slot en diende [verweester] aan haar afnameverplichtingen te voldoen. In 2023 zijn de vooruitzichten positief vanwege de voorraad weer zijn vrijgegeven en de markt open is.” Daarbij komt dat [verzoekster] tot op heden heeft nagelaten om te voldoen aan haar veroordeling in het arbitrale vonnis, terwijl [verweester] zich bij herhaling bereid heeft verklaard om niet tot (onmiddellijke) tenuitvoerlegging over te gaan als [verzoekster] voor het bedrag waartoe zij in het arbitrale vonnis is veroordeeld zekerheid stelt. [verzoekster] heeft dus de mogelijkheid om aan het arbitrale vonnis te voldoen zonder dat zij op enigerlei wijze een financieel risico loopt wanneer [verweester] het betaalde bedrag bij een voor [verzoekster] positieve uitkomst van de vernietigingsprocedure niet meer zou kunnen of willen restitueren. Dat [verzoekster] niet op die mogelijkheid wil ingaan (volgens de toelichting ter zitting van haar raadsman vooral om principiële redenen) is in het licht van hetgeen hiervoor is overwogen een omstandigheid die in de te maken belangenafweging in haar nadeel dient uit te vallen.
4.Beslissing
Het hof:
- wijst het verzoek van [verzoekster] af;
- veroordeelt [verzoekster] in de kosten van het geding, aan de zijde van [verweester] tot op heden begroot op € 798,- aan verschotten en € 1.228,- aan salaris advocaat.