ECLI:NL:GHDHA:2024:2600
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van aanmaningskosten en betekeningskosten in het bestuursrecht
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 12 december 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep over de aanmaningskosten en betekeningskosten die door de Ontvanger van de Belastingdienst aan belanghebbende in rekening zijn gebracht. De zaak betreft twee naheffingsaanslagen fijnstoftoeslag motorrijtuigenbelasting, waarbij belanghebbende in bezwaar ging tegen de kosten die aan haar waren opgelegd. De Rechtbank had eerder de beroepen van belanghebbende ongegrond verklaard, waarna zij in hoger beroep ging. Het Hof bevestigde de uitspraken van de Rechtbank en oordeelde dat de aanmaningskosten van € 8 en de betekeningskosten van € 90 terecht in rekening waren gebracht. Het Hof stelde vast dat belanghebbende niet tijdig had betaald en geen verzoek om uitstel van betaling had ingediend. De rechtbank had terecht geoordeeld dat de aanmaningskosten en betekeningskosten rechtmatig waren, en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. Het Hof concludeerde dat de bezwaren van belanghebbende niet gegrond waren en bevestigde de eerdere uitspraken van de Rechtbank.