Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
hij op of omstreeks 16 december 2020 te Vlaardingen tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en met voorbedachten rade een persoon genaamd [slachtoffer] van het leven heeft beroofd, immers heeft/hebben verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s) opzettelijk en na kalm beraad en rustig overleg, althans opzettelijk met een vuurwapen een of meer kogels afgevuurd op/in het lichaam van die [slachtoffer], tengevolge waarvan voornoemde [slachtoffer] is overleden;
hij op of omstreeks 16 december 2020 te Vlaardingen, op of aan de openbare weg, [straat 1], in elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer], welk geweld bestond uit het duwen en/of trekken en/of vasthouden van die [slachtoffer];
hij op of omstreeks 16 december 2020 te Vlaardingen tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een wapen als bedoeld in art. 2 lid 1 Categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 3 van die wet in de vorm van een een pistool met bijbehorende munitie in de zin van artikel 1 onder 4 van de Wet wapens en munitie, te weten munitie als bedoeld in artikel 2 lid 2 van die wet, van de categorie III, voorhanden heeft gehad.
hij op
of omstreeks16 december 2020 te Vlaardingen
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,opzettelijk
en met voorbedachten radeeen persoon genaamd [slachtoffer] van het leven heeft beroofd, immers heeft
/hebbenverdachte
en/of (een of meer van) zijn mededader(s) opzettelijk en na kalm beraad en rustig overleg, althansopzettelijk met een vuurwapen een
of meerkogel
safgevuurd op/in het lichaam van die [slachtoffer], ten gevolge waarvan voornoemde [slachtoffer] is overleden;
hij op
of omstreeks16 december 2020 te Vlaardingen
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,een wapen als bedoeld in art. 2 lid 1 Categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 3 van die wet in de vorm van een
eenpistool met bijbehorende munitie in de zin van artikel 1 onder 4 van de Wet wapens en munitie, te weten munitie als bedoeld in artikel 2 lid 2 van die wet, van de categorie III, voorhanden heeft gehad.
doodslag.
de eendaadse samenloop van
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
Exodusin Leiden, waar hij begeleiding bij praktische zaken ontvangt. Inmiddels heeft de verdachte een parttime baan gevonden en ontvangt hij ondersteuning van MJD Fivoor op het gebied van zijn financiën. De verdachte heeft goed contact met zijn familie en heeft al langere tijd een relatie. Zijn familie en vriendin vormen een steunend netwerk voor de verdachte. De verdachte komt zijn afspraken met de reclassering goed na en er is bij hem sprake van een positieve houding; hij heeft spijt van hetgeen er gebeurd is en staat open voor hulpverlening. De Reclassering acht het van belang dat na de beslissing van het hof in hoger beroep een forensisch kader met bijzondere voorwaarden blijft bestaan waarbinnen de verdachte zijn huidige traject bij Exodus en MJD Fivoor kan voortzetten en zijn baan kan behouden. Een beslissing van het hof die leidt tot een nieuwe detentie van de verdachte zal het reeds ingezette traject en de bereikte doelen doorkruisen. Het recidiverisico wordt als laag-gemiddeld ingeschat.
verminderde mateaan de verdachte toe te rekenen. De oordeel- en kritiekfuncties en morele ontwikkeling van de verdachte worden als enigszins beperkt verondersteld.
jeugdstrafrechtvan toepassing zou moeten zijn. Geadviseerd wordt de verdachte af te straffen, gelet op de afwezigheid van een psychische stoornis en een verstandelijke handicap.
zowelin het kader van het jeugdstrafrecht als in het volwassenstrafrecht zou kunnen plaatsvinden.
Straf
juistverklaard kan worden door de emotionele band tussen hen. Bovendien is het door het overlijden van het slachtoffer ook niet meer mogelijk de band tussen haar en de benadeelde partij te herstellen.
- € 17.500,00 aan affectieschade;
- € 25.000,00 aan shockschade;
- € 375,00 aan materiële schade (eigen risico zorgverzekering).
Materiële schade
Shockschade
Affectieschade
Affectieschade
Shockschade
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
7 (zeven) jaren.
Vordering van de benadeelde partij [moeder slachtoffer]
€ 17.500,00 (zeventienduizend vijfhonderd euro) ter zake van immateriële schade (affectieschade), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
16 december 2020.
Vordering van de benadeelde partij [zus slachtoffer]
niet-ontvankelijkin de vordering tot schadevergoeding en bepaalt dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Vordering van de benadeelde partij [levensgezel slachtoffer]
€ 20.000,00 (twintigduizend euro) ter zake van immateriële schade (affectieschade), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
16 december 2020.