ECLI:NL:GHDHA:2024:2379
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- T.A. de Hek
- Chr.Th.P.M. Zandhuis
- L.D.M.A. Reijs
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen met betrekking tot ICT-activiteiten en boekschrijven
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag, waarin de aanslagen in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor de jaren 2018 en 2019 zijn vastgesteld. De inspecteur van de Belastingdienst had de aanslagen opgelegd op basis van een belastbaar inkomen uit werk en woning van respectievelijk € 20.977 en € 21.591. Belanghebbende, die een eenmanszaak heeft met activiteiten in de ICT en het schrijven van een boek, heeft tegen deze aanslagen bezwaar gemaakt, maar de inspecteur heeft deze afgewezen. De Rechtbank heeft het beroep van belanghebbende ongegrond verklaard, waarbij werd geoordeeld dat er geen bron van inkomen aanwezig was, gezien de structurele verliezen van belanghebbende sinds 2006. In hoger beroep heeft belanghebbende betoogd dat zijn activiteiten wel degelijk een bron van inkomen vormen en dat de aanslagen verlaagd moeten worden naar een belastbaar inkomen van € 8.822 voor 2018 en € 8.404 voor 2019. Het Gerechtshof Den Haag heeft echter geoordeeld dat belanghebbende niet heeft aangetoond dat er een objectieve voordeelsverwachting was voor de jaren in kwestie. De ICT-activiteiten en het schrijven van een boek werden niet als bronnen van inkomen erkend, waardoor de aanslagen terecht waren vastgesteld. Het Hof bevestigde de uitspraak van de Rechtbank en wees de verzoeken van belanghebbende af.