Uitspraak
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
3.Feitelijke achtergrond
4.Beoordeling
hof] [geïntimeerde] had die wel eens aan hem gegeven om een betaling te doen”; of, zoals in de aangifte van de zoon is geformuleerd: “Hij [[appellant],
hof] had mij mijn pincode vaker zien gebruiken”), kan het niet anders dan dat [appellant] die avond de pinpas heeft meegenomen en geld van de rekening van de zoon van [geïntimeerde] heeft opgenomen.
wist.De advocaat van [geïntimeerde] heeft ter zitting meegedeeld:
hof] van de pincode berust op het gebruik van de pinpas door [de zoon,
hof] die avond bij het installeren van de Tikkie-app. Uit de geluidsopname blijkt niet dat [[appellant],
hof] de pincode kende. Het gaat erom dat [[appellant],
hof] die pincode gezien kan hebben die avond.
kanhebben gezien toen hij de bewuste avond in de woning aanwezig was en de zoon met gebruikmaking van de pincode de app heeft geregistreerd, slechts vragen op. Nu de stellingen van [geïntimeerde] op dit punt tegenover de betwisting door [appellant] onvoldoende zijn toegelicht, moet alsnog worden geoordeeld dat de vordering ter zake van de pinopnames niet toewijsbaar is.