Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
De Politie (Eenheid Rotterdam), gevestigd in Den Haag, met een nevenvestiging in Rotterdam,
Achmea Schadeverzekeringen N.V. tevens h.o.d.n. Centraal Beheer, gevestigd in Apeldoorn,
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 4 juni 2021, waarmee [appellante] in hoger beroep is gekomen van het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Rotterdam van 19 maart 2021 (hierna: het bestreden vonnis);
- het arrest van dit hof van 17 mei 2022, waarin een mondelinge behandeling is gelast (deze is niet gehouden);
- de memorie van grieven, met bijlagen;
- de memorie van antwoord;
- het formulier van 20 oktober 2023 met productie 23 die [appellante] ter gelegenheid van de hierna te noemen mondelinge behandeling heeft overgelegd.
3.Feitelijke achtergrond
4.Procedure bij de kantonrechter
i. een verklaring voor recht dat De Politie onrechtmatig tegenover [appellante] heeft gehandeld
ii. veroordeling van De Politie c.s. tot betaling van € 15.000,- voor vergoeding van immateriële schade
iii. veroordeling van De Politie c.s. in de proceskosten.
5.Beoordeling in hoger beroep
onjuistis geïnformeerd, bijvoorbeeld ten aanzien van het buurtonderzoek. Zij voert aan dat De Politie in een telefoongesprek heeft gezegd dat er een buurtonderzoek is verricht, maar dat dit niet heeft plaatsgevonden. De Politie heeft aangegeven niet precies te weten wat er tijdens het telefoongesprek is gezegd, maar dat het een redelijke keuze was om geen buurtonderzoek te houden vanwege het ontbreken van aanknopingspunten en omdat een dergelijk onderzoek arbeidsintensief is.
6.Beslissing
- bekrachtigt het tussen partijen gewezen vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Rotterdam van 19 maart 2021;
- veroordeelt [appellante] in de kosten van het geding in hoger beroep, aan de zijde van De Politie c.s. tot op heden begroot op € 2.106,- aan verschotten (griffierecht) en € 2.366,- aan salaris advocaat (2 punten, tarief II) en € 173,- aan nasalaris, te verhogen met € 90,- en explootkosten indien niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan dit arrest is voldaan en vervolgens betekening van dit arrest heeft plaatsgevonden,
- bepaalt dat binnen veertien dagen na de dag van deze uitspraak dan wel, wat betreft het bedrag van € 90,- en de explootkosten, na de datum van betekening, aan deze kostenveroordeling moet zijn voldaan, bij gebreke waarvan deze bedragen worden vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf het einde van genoemde termijn van veertien dagen tot aan de dag der algehele voldoening;
- verklaart dit arrest ten aanzien van de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.