ECLI:NL:GHDHA:2024:1622
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toepassing van de schuldsaneringsregeling en de hardheidsclausule in hoger beroep
In deze zaak heeft [appellant] hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Rotterdam, waarin zijn verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling werd afgewezen. Het hof heeft op 2 juli 2024 uitspraak gedaan na een mondelinge behandeling op 25 juni 2024. De rechtbank had geoordeeld dat [appellant] onvoldoende aannemelijk had gemaakt dat hij de verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling zou nakomen, mede door zijn psychische klachten en een gebrek aan samenwerking met de schuldhulpverlening. Tijdens de zitting bij het hof heeft [appellant] zijn standpunt toegelicht en aangegeven dat hij bereid is om te werken, ondanks zijn gezondheidsproblemen. Hij heeft ook sollicitaties verricht en is nu beter geïnformeerd over zijn verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling. Het hof heeft geoordeeld dat [appellant] zich voldoende zal inspannen om aan zijn verplichtingen te voldoen en heeft het beroep op de hardheidsclausule gehonoreerd, omdat de schulden zijn ontstaan door omstandigheden die hij onder controle heeft gekregen. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en de toepassing van de schuldsaneringsregeling uitgesproken.