3.1De door de kantonrechter vastgestelde feiten zijn niet door partijen bestreden, zodat ook het hof die feiten bij de beoordeling tot uitgangspunt zal nemen. Waar nodig aangevuld met andere feiten die als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende betwist zijn komen vast te staan, komen de feiten neer op het volgende.
a. Pameijer is een stichting die onder meer cliënten met een zorgindicatie toezicht en begeleiding biedt.
[verweerster], geboren op [geboortedatum], is met ingang van [datum] bij Pameijer in dienst getreden. De laatste functie van [verweerster] bij Pameijer was de functie van [functie] voor 28 uur per week met een loon van € 2.128,84 bruto per maand, exclusief emolumenten. Op de arbeidsovereenkomst is de CAO Geestelijke Gezondheidszorg van toepassing.
In een verslag functioneringstraject van [verweerster] in januari 2021 staat het volgende:
“
Stamgegevens
(…)
Arbeidsduur: 38 uur, waarvan 24 uur bij Bar Barendrecht en 14 als woonbegeleider nacht Prins Alexander (aanvulling in personeelsdossier staat 1-7-2020: 24 uur Bar Barendrecht en 7 uur Prins Alexander. Contract is 31 uur.
(…)
Aanleiding start functioneringstraject:
-
uren, schendingen in het rooster en hoe [verweerster] daar mee om gaat
-
inhoudelijke verwachting niveau en kwaliteit [functie]
Doelen:
-
Schendingen arbeidstijdenwet als gevolg van keuzes [verweerster] oplossen
-
(…)
Gespreksverslag 7 januari
Inleiding [naam].
Traject gestart om 2 onderwerpen. Een functioneringstraject heeft als insteek de gewenste verbetering te bereiken. Indien dat niet lukt kan er in 2de instantie een voorstel gedaan worden om de functie aan te passen naar een passend(er) niveau. In 3de instantie kan er, na het traject volledig doorlopen te hebben, gekozen worden voor afscheid nemen van elkaar.
Uren/schendingen
In 1ste instantie is [verweerster] aangenomen voor 24 uur. Salaris bleek te laag voor [verweerster]. [verweerster] heeft daarna ook gesolliciteerd en is aangenomen als slaapwacht in Ommoord. Vanaf dat moment waren er in het rooster veel schendingen (arbeidstijdenwet)
In de arbeidsovereenkomst staat een overeengekomen arbeidsduur van 38 uur pw. Aangenomen en goed gekeurd door toenmalige manager (…). Met 38 uur zijn schendingen in het rooster (bijna) niet te voorkomen, maar omdat een deel van de uren als slaapwacht zijn maakt het nog moeilijker om schendingen te voorkomen.
(…)
-
Op 30 nov 2020 tijdens een dienst op locatie een les ‘[… 1]’ gegeven.
Dat had niet mogen gebeuren en zal niet meer gebeuren (…)”
[verweerster] was laatstelijk samen met een collega verantwoordelijk voor de begeleiding van 14 cliënten met zorgindicatie (veelal vanwege gedragsproblematiek) van Pameijer die beschermd wonen en aan wie Pameijer dag en nacht begeleiding biedt vanuit de locatie Ambachtsland te Rotterdam. Dit betreft ondersteuning bij activiteiten, het houden van enig toezicht (bijvoorbeeld op het nemen van voorgeschreven medicatie) en soms ingrijpen in een crisissituatie, maar ook het begeleiden van cliënten buitenshuis, bijvoorbeeld bij een (tand)artsafspraak.
Doorgaans wordt de locatie Ambachtsland op werkdagen overdag bemand door twee wooncoaches, zodat als de ene wooncoach een cliënt begeleidt bij externe activiteiten, de andere wooncoach op locatie aanwezig is. Na 21:30 uur kunnen de cliënten zich richten tot het nachtteam. In het weekend wordt de locatie soms bemand door één wooncoach. Dit wordt dan afgestemd met een andere locatie.
De medewerkers kunnen op een planbord op de locatie hun roosterwensen aangeven. De roostermaker maakt vervolgens aan de hand daarvan een rooster, dat door hem/haar digitaal wordt ingevoerd in Ortec, de door Pameijer gebruikte planningsapplicatie. De medewerkers hebben toegang tot Ortec via een tablet, computer of telefoon. De medewerkers kunnen in Ortec één vaste roosterwens aangeven. Voor [verweerster] was dit de dinsdag.
In de “Basisinformatie en spelregels ‘roosteren en verlof’” van Pameijer is onder meer bepaald:
“
Overgangsperiode van vaste diensten naar flexibel werken
Wordt er van jou verwacht dat je flexibeler gaat werken omdat dit nodig is voor de dienstverlening aan cliënten? En heb je tot nu toe een tijd een vast patroon gewerkt en je privésituatie daar op aangepast? Dan kun jij in overleg met het team/managerdrie maandende tijd krijgen om jouw privésituatie er op aan te passen.”
Bij indiensttreding heeft [verweerster] aan Pameijer gemeld dat zij ook gedurende 3 uur per week werkzaam is als dansleraar bij de sportschool [… 1]. In verband daarmee stelde [verweerster] zich op het planbord op locatie – aan de hand waarvan het rooster werd gemaakt – niet beschikbaar voor Pameijer op maandag- of dinsdagavonden. Deze keuze werd door de vorige roostermaker van de locatie Ambachtsland feitelijk gerespecteerd: in het jaar 2022 en in januari/februari 2023 werd [verweerster] niet ingeroosterd op maandag- en dinsdagvond. Vanaf maart 2023 werd het rooster gemaakt door een nieuwe roostermaker.
i. In februari 2023 constateerde [verweerster] dat zij op de maandagavonden van 20 en 27 maart 2023 bij Pameijer was ingeroosterd. Zij heeft de (nieuwe) roostermaker verzocht dit te wijzigen, omdat zij nooit op maandagavonden kon werken. De roostermaker gaf aan dit niet te kunnen veranderen.
Blijkens een e-mailbericht van 3 maart 2023 van [verweerster] aan [… 1], heeft [verweerster] voor de sportles van 20 maart 2023 een invaller geregeld. Voor de les van 27 maart 2023 lukte dit niet. Zij heeft die dag van 13.00 tot 18.45 uur voor Pameijer gewerkt. Daarna is zij naar [… 1] vertrokken en heeft zij daar haar sportles verzorgd. Ongeveer een kwartier na aanvang van de sportles verscheen de waarnemend manager van [verweerster] (die zij nog niet eerder had ontmoet) in de sportzaal waar [verweerster] haar les verzorgde. [verweerster] heeft de manager op dat moment kort te woord gestaan. De manager heeft haar laten weten dat zij die avond niet meer naar kantoor terug hoefde te gaan en heeft haar gevraagd de volgende dag voor een gesprek naar het hoofdkantoor te komen.
Pameijer heeft [verweerster] op 28 maart 2023 op staande voet ontslagen. Bij brief van diezelfde dag heeft Pameijer dit ontslag als volgt toegelicht:
“
(…) Op dinsdag 28-03-23 heeft u een gesprek gehad met (…), waarnemend manager en (...), HR-adviseur. Tijdens dit gesprek bent u geconfronteerd met het feit dat u, op maandag 27-03-2022, tijdens uw avonddienst op Woont Ambachtsland als sportdocent werkzaam was bij sportschool [… 1] in [… 2].
De manager heeft aangegeven dat hij signalen had ontvangen dat u mogelijk tijdens uw diensten op Woont Ambachtsland elders aan het werk zou zijn geweest. De manager heeft u op maandagavond aangetroffen in [… 1] waar u een zumbales aan het verzorgen was terwijl u op locatie Ambachtsland had moeten zijn voor uw avonddienst.
De manager heeft u geconfronteerd met deze feiten maar u bent van mening dat de manager ten onrechte naar negatieve dingen over u is gaan zoeken en dat hij zich bemoeit met uw privéaangelegenheden. U geeft aan dat u soms langer doorwerkt bij Pameijer en deze uren dan als vrije tijd opneemt.
Uw verklaring, dat u de sportlessen in uw vrije tijd geeft, gaat niet op. De manager is hiervan niet op de hoogte en in het rooster is hierover ook niets te vinden. U was op 27 maart 2023 regulier ingeroosterd en was niet vrij. U werd verwacht op uw werk op de locatie Pameijer Woont Ambachtsland. U heeft bij uw collega, die samen met u werkzaam was, bovendien aangegeven dat u even weg was omdat u “een afspraak had”, niet omdat u vakantie- of overuren opnam. Het is dan ook niet geloofwaardig en aannemelijk dat u, terwijl u ingeroosterd stond, werkelijk dacht dat u vrij was. En zelfs àls u al afwezig was omdat u op een eerder moment overuren had gemaakt die u wilde compenseren, dan kunt u niet op eigen gezag bepalen wanneer u die uren opneemt en de locatie zonder medeweten van de manager door een medewerker minder (u dus) laten bemannen.
Uw gedrag is ontoelaatbaar. Alle in het bovenstaande aangegeven feiten vormen -elk op zich maar zeker ook in combinatie- een dringende reden waardoor niet van Pameijer verwacht kan worden het dienstverband met u nog verder voort te zetten. Wij hebben u vandaag dan ook, na een afweging van alle feiten, omstandigheden en uw persoonlijke omstandigheden, ontslag op staande voet gegeven. Middels dit ontslag, dat wij in deze brief bevestigen, wordt uw arbeidsovereenkomst bij Pameijer per 28 maart 2023 beëindigd.(…)”
[verweerster] heeft niet berust in het ontslag, omdat volgens haar van een dringende reden geen sprake was. Haar gemachtigde verwoordde dit bij brief van 5 april 2023 als volgt:
“
(…) Bij Pameijer werkt cliënte 28 uur per week; de ene week 3 dagen, de andere week 4. Aan de hand van hun beschikbaarheid stellen de medewerkers maandelijks een rooster op. Dit wordt beoordeeld door de roostermaker, die soms nog wijzigingen doorvoert. Cliënte roostert zichzelf nooit in op maandag en dinsdag omdat ze dan werkzaamheden verricht voor [… 1]. Dat cliënte nevenwerkzaamheden voor [… 1] verricht, is overigens reeds lang bij Pameijer bekend.
Desondanks was cliënte op maandag 27 maart 2023 bij Pameijer ingeroosterd
van 13.00 tot 21.30 uur. In overleg met haar collega op de locatie heeft cliënte
gewerkt van 13.00 tot 18.45 uur; om 19.15 moest ze een les verzorgen bij [… 1]
[… 2].
In de week voor 27 maart had cliënte 4 uur ingevallen voor een collega die eerder van het werk weg moest. Deze extra gewerkte uren (die niet worden uitbetaald) wilde cliënte op 27 maart compenseren.
Volgens cliënte is de praktijk aldus dat de administratie van overuren aan de
werknemers wordt overgelaten. Soms worden diensten onderling geruild of valt
een collega voor enkele uren in. De collega’s zorgen ervoor dat ze het
overeengekomen aantal uren werken.
Cliënte was verbaasd en geschokt dat de manager om 19.30 uur in de sportschool verscheen terwijl zij een les aan het geven was. Cliënte vond dit hoogst ongepast en een inbreuk op haar privacy.
Cliënte heeft de manager te woord gestaan en uitgelegd dat ze in overleg met haar collega eerder is weggegaan en dat ze na de les naar de locatie van Pameijer zou teruggaan om haar werkzaamheden af te maken.
De manager gaf aan dat ze direct naar huis kon gaan en vroeg haar de volgende
dag voor een gesprek naar het hoofdkantoor te komen. In het gesprek op 28 maart is cliënte op staande voet ontslagen.
Cliënte meent dat het feit dat zij op 27 maart 2023 tijdens de avonddienst een les
op de sportschool heeft verzorgd, geen gerechtvaardigde grond oplevert om het
dienstverband per direct te beëindigen.
Het klopt dat de manager niet op de hoogte was van haar voortijdig vertrek op
27 maart. Het klopt ook dat deze wijziging niet in het rooster was ingevoerd.
Dat cliënte haar manager op de hoogte moest stellen en/of de wijziging in het
rooster moest doorvoeren, was bij haar niet bekend. Dit werd in de praktijk nooit
gedaan, ook bij de collega’s niet.
De laatste manager heeft tegen deze gang van zaken nooit bezwaren geuit en
benadrukte zelfs dat cliënte en haar collega’s als zelfsturend team moesten
functioneren.
Kennelijk was de huidige manager hiervan niet op de hoogte.
De maatregel van ontslag op staande voet is onder de genoemde omstandigheden volkomen onterecht.(…)”