Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.De zaak in het kort
2.Het verdere procesverloop in hoger beroep
3.Verdere beoordeling
Eisvermeerdering
‘ons’) kantoor in Vlaardingen is geweest. [getuige 5] heeft verklaard dat het op het kantoor van IST was. Gesteld noch gebleken is dat IST destijds nog een ander kantoor had dan het kantoor in Vlaardingen, zodat het hof ervan uitgaat dat [getuige 2] , [getuige 3] en [getuige 5] met hun verklaringen op dit punt doelen op hetzelfde kantoor.
‘alle afspraken’. [getuige 5] heeft daarop bij e-mail van diezelfde dag geantwoord met een overzicht van afspraken met verschillende partijen over kortingen/bonussen zonder daarbij enige afspraak met IST over korting/bonus te noemen, terwijl dat niet klopt als – zoals IST stelt – de verrekeningsovereenkomst mét de daarin opgenomen bonusregeling van 6% toen al zou zijn gesloten.
‘Fuji 3% en 2% over het jaar ervoor, ze hebben duseigenlijk2016 tegoed’(onderstreping toegevoegd) en
‘Seven Seas heeft eigenlijk 7% maar ze vergeten dat nog wel eens, als ik aanbied meld ik die 7% niet.’Ook is denkbaar dat het er niet van is gekomen omdat [getuige 5] in zijn hier bedoelde e-mail geen melding had gemaakt van de bonus voor IST (waardoor de afspraak niet in het systeem van [getuige 1] was gekomen).
‘Curator is achterdochtig en twijfelt aan de echtheid van de verrekeningsovereenkomst. Heb gezegd dat hij uit 2016 is, dat ik niet weet waar mijn exemplaar is maar dat jij er zeker een hebt. Hij zou graag een begeleidende mail zien uit 2016, heb gezegd dat die er niet is. Ik heb hem getekend op verzoek van jullie omdat je niet nog een keer (PKS) een groot bedrag aan me wilde verliezen en dat je pas ging leveren met Simbolo en Depot+ als ik dit zou tekenen. En dat heb ik gedaan.’Het hof oordeelde dat (i) wanneer de in deze mededeling opgegeven reden de werkelijke reden was, deze reeds aan [getuige 2] bekend was, en daarom de mededeling in deze onderlinge communicatie overbodig was, (ii) het niet voor de hand ligt om overbodige mededelingen te doen, en (iii) daarom de mededeling twijfel doet rijzen of de daarin genoemde omstandigheden zich in werkelijkheid destijds hebben voorgedaan, en (dus) ook of de gestelde verrekeningsovereenkomst toen überhaupt is gesloten. De mededeling laat zich ook aldus uitleggen dat [getuige 5] hiermee slechts duidelijk wil maken, ter afstemming met [getuige 2] , welk – onware – verhaal hij aan de curator heeft verteld, aldus het hof in het tussenarrest.
‘De curator heeft een mail gestuurd waarin hij twijfelt aan de bonus, ik heb een overzicht gemaakt waarin IST / Arnesen ook voorkomen met 3%. Zal ik om de schijn op te houden aangeven dat er dan wel met 60 dagen betaald moet worden, gebeurt dit niet dan wordt de bonus minder. Help ik toch de curator wat mee en de invloed in € is klein.’[getuige 2] antwoordt daarop, voor zover van belang:
‘Betaling binnen 90 dagen aub.’Daarop antwoordt [getuige 5] niet meer. Geconfronteerd hiermee in zijn getuigenverhoor, heeft [getuige 5] verklaard dat hij niet weet wat hij bedoelde met ‘schijn ophouden’. Naar het oordeel van het hof laat dit berichtenverkeer zich aldus lezen dat [getuige 5] en [getuige 2] er niet voor terugschrikken om een beetje te marchanderen met de – tegenover de curator van Woest BV te presenteren – waarheid, maar het is onvoldoende om aan te nemen dat [getuige 2] , [getuige 3] , [getuige 4] en [getuige 5] als getuigen hebben gelogen over (het moment van totstandkoming van) de verrekeningsovereenkomst.
4.Beslissing
- vernietigt het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 28 juli 2021;
- wijst de vorderingen van Bold Wag af;
- veroordeelt Bold Wag om aan IST terug te betalen wat deze ter uitvoering van het bestreden vonnis aan haar heeft betaald, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf steeds de dagen van betaling;
- veroordeelt Bold Wag in de kosten van de eerste aanleg, begroot op € 4.270, en in die van het hoger beroep, begroot op € 9.485,88, beide bedragen vermeerderd met de wettelijke rente als Bold Wag deze niet binnen veertien dagen na de datum van dit arrest heeft voldaan;
- bepaalt dat als Bold Wag niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan de uitspraak heeft voldaan en dit arrest vervolgens wordt betekend, Bold Wag de kosten van die betekening moet betalen, plus extra nakosten van € 92, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten als Bold Wag deze niet binnen veertien dagen na betekening heeft voldaan;
- verklaart dit arrest uitvoerbaar bij voorraad.