ECLI:NL:GHDHA:2023:1871

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
5 september 2023
Publicatiedatum
28 september 2023
Zaaknummer
200.305.489/01
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Antedatering en bewijsopdracht in geschil over verrekeningsovereenkomst

In deze zaak, die voor het Gerechtshof Den Haag is behandeld, gaat het om een geschil tussen I.S.T. Marine Service Group B.V. (hierna: IST) en Bold Wag B.V. (hierna: Bold Wag) over de vraag of een verrekeningsovereenkomst geldig is en of deze kan worden ingeroepen. Bold Wag stelt dat zij vorderingen van Woest BV op IST heeft verkregen van de curator in het faillissement van Woest BV en vordert betaling van deze vorderingen. IST verweert zich door te stellen dat zij een verrekening heeft met vorderingen van vennootschappen die aan haar gelieerd zijn, en dat er een overeenkomst bestaat die deze verrekeningen toestaat. Bold Wag betwist het bestaan van deze overeenkomst en de vorderingen die IST stelt te hebben.

Het hof heeft partijen bewijsopdrachten gegeven om de stellingen van beide partijen te onderbouwen. De procedure in hoger beroep is gestart na een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam, die de vordering van Bold Wag gedeeltelijk had toegewezen. IST heeft hoger beroep ingesteld en vraagt het hof om de vordering van Bold Wag geheel af te wijzen. Bold Wag is ook in incidenteel hoger beroep gekomen tegen de afwijzing van een deel van haar vordering door de rechtbank.

De zaak is complex, met verschillende partijen en een faillissement dat een belangrijke rol speelt. Het hof heeft de partijen in de gelegenheid gesteld om aanvullend bewijs te leveren over de gestelde verrekeningsovereenkomst en de vorderingen. De uitspraak van het hof is gedaan op 5 september 2023, waarbij het hof de partijen opdraagt om hun bewijsvoering verder te onderbouwen en getuigen te horen indien nodig. De zaak is aangehouden voor verdere behandeling.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Civiel recht
Team Handel
Zaaknummer hof : 200.305.489/01
Zaaknummer rechtbank : C/10/603656 / HA ZA 20-857
Arrest van 5 september 2023
in de zaak van
I.S.T. Marine Service Group B.V.,
gevestigd in Rotterdam,
appellante in het principaal hoger beroep,
verweerster in het incidenteel hoger beroep,
advocaat: mr. M.W. Steenpoorte, kantoorhoudend in Den Bosch,
tegen
Bold Wag B.V.,
gevestigd in Vlaardingen,
verweerster in het principaal hoger beroep,
appellante in het incidenteel hoger beroep,
advocaat: mr. L. Hennink, kantoorhoudend in Rotterdam.
Het hof zal partijen hierna IST en Bold Wag noemen.

1.De zaak in het kort

Bold Wag stelt vorderingen van Woest BV op IST te hebben verkregen van de curator in het faillissement van Woest BV. In deze procedure vordert Bold Wag van IST voldoening van deze vorderingen. IST verweert zich met een beroep op verrekening van haar schuld met vorderingen van (onder meer) vennootschappen die aan haar gelieerd zijn, op Woest BV en een aan deze gelieerde vennootschap. Zij stelt met Woest BV een overeenkomst te hebben gesloten die deze niet-wederkerige verrekeningen toestaat. Bold Wag betwist het bestaan van deze verrekeningsovereenkomst. Over en weer betwisten partijen (gedeeltelijk) de (te verrekenen) vorderingen. IST betwist verder nog dat de curator in het faillissement van Woest BV de door Bold Wag gestelde vorderingen aan haar heeft overgedragen. Het hof geeft partijen diverse bewijsopdrachten ter zake.

2.Procesverloop in hoger beroep

2.1
Het verloop van de procedure in hoger beroep blijkt uit de volgende stukken:
  • de dagvaarding van 28 oktober 2021, waarmee IST in hoger beroep is gekomen van het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 28 juli 2021;
  • het arrest van dit hof van 15 februari 2022, waarin een mondelinge behandeling is gelast (deze is niet gehouden);
  • de nadere bijlagen 16 en 17 van Bold Wag;
  • de nadere bijlage (ongenummerd) van IST;
  • de memorie van grieven van IST, met bijlagen 6-11;
  • de memorie van antwoord, tevens grieven in incidenteel appel van Bold Wag, met bijlagen 16-18;
  • de memorie van antwoord in incidenteel appel van IST.

3.Feitelijke achtergrond

3.1
Woest BV is toeleverancier geweest van IST. De heer [bestuurder Woest] (hierna: [bestuurder Woest]) was zelfstandig bevoegd bestuurder van Woest BV.
3.2
Woest BV is op 7 september 2017 failliet verklaard.
3.3
Volgens een stuk dat Bold Wag presenteert als akte van 11 februari 2020, heeft de curator in het faillissement van Woest BV diverse vorderingen overgedragen aan Bold Wag, onder verwijzing naar een bijlage. Deze bijlage vermeldt een vordering van Woest BV op IST van € 52.626,33.

4.Procedure bij de rechtbank en vorderingen in hoger beroep

4.1
Bold Wag heeft IST gedagvaard en van haar betaling gevorderd van de hiervoor genoemde € 52.626,33, vermeerderd met rente en kosten.
4.2
De rechtbank heeft de vordering toegewezen tot een bedrag van € 38.657,30, vermeerderd met de wettelijke handelsrente vanaf 1 augustus 2017, met veroordeling van IST in de proceskosten, en voor het overige afgewezen.
4.3
IST is in hoger beroep gekomen. Zij vordert dat het hof de vordering alsnog geheel afwijst. Ook Bold Wag is in (incidenteel) hoger beroep gekomen: voor zover de rechtbank haar vordering heeft afgewezen, vordert zij dat het hof deze alsnog toewijst.

5.Beoordeling in hoger beroep

5.1
IST verweert zich tegen de vordering van Bold Wag met onder meer een beroep op verrekening met vorderingen van vennootschappen die aan haar gelieerd zijn op Woest BV en een aan deze gelieerde (failliete) vennootschap, PKS Schiedam BV, volgens de navolgende specificatie:
5.2
Bold Wag betwist dat het stuk waarop IST zich beroept ter onderbouwing van haar verrekeningsbevoegdheid (opgenomen in productie 2 bij de inleidende dagvaarding; hierna: het stuk), bestaat. Die betwisting zal hierna, onder 5.5 tot en met 5.11 worden besproken. Daarnaast heeft Bold Wag in eerste aanleg de grondslag van de ter verrekening ingeroepen vorderingen betwist. In reactie hierop heeft IST als bijlagen 6-8 bij haar memorie van grieven debiteurenkaarten, facturen en specificaties overgelegd van Legero Transport Services BV, Depot + Group BV, Taube Marineclean BV en Arnesco BV. Het hof merkt hierover het volgende op.

Legero Transport Services BV(vordering e) komt als zodanig niet voor in de lijst van partijnamen in het stuk. Daarin zijn uitsluitend Legero International Group BV en Legero International (Holland) BV vermeld. De facturen vermelden als kennelijk adres van Legero Transport Services BV een ander adres dan enig adres van de partijen in het stuk (namelijk: Karel Doormanweg 5 Schiedam). Ze vermelden onder de aanduiding “Company reg.” een nummer 67133096, maar dat komt niet overeen met enig KvK-nummer uit het stuk. Tot slot vermelden de facturen als “Beneficiary” Simbolo Investments BV, een naam die evenmin voorkomt als partij in het stuk. Het hof houdt het er vooralsnog voor dat Legero Transport Services BV geen partij is bij de gestelde verrekeningsovereenkomst, maar zal IST in de gelegenheid stellen het tegendeel te bewijzen.
 De in de specificatie (zie 5.1 hierboven) genoemde Depot-trade.com BV (vordering f) is evenmin een naam die voorkomt in het stuk, maar de in de overgelegde facturen vermelde naam
Depot + Groep BVwel. Het hof gaat ervan uit dat IST met haar verweer deze vennootschap bedoelt. De facturen zijn gericht aan Harbour Group, wat een handelsnaam is van Woest BV. De grondslag van de ter verrekening ingeroepen vordering van Depot + Groep BV op Woest BV is hiermee, tegenover de slechts kale betwisting van Bold Wag, voldoende onderbouwd.
 Ook de grondslag van de ter verrekening ingeroepen vordering van
Taube Marineclean BVop PKS Schiedam BV (vordering g) is, tegenover de slechts kale betwisting van Bold Wag, voldoende onderbouwd met de overgelegde debiteurenlijst, facturen en specificaties.
 De debiteurenkaart van
Arnesco BV(vorering h) voor Harbour Trading vermeldt weliswaar een factuurnummer 54701196 met een factuurbedrag van 2.335,13, maar de overgelegde factuur met dat nummer voor dat bedrag is gericht aan READY2XL, Stadhouderslaan 66 Schiedam – een naam en een adres die in het stuk niet voorkomen. Vooralsnog houdt het hof het er daarom voor dat de debiteur van deze factuur geen partij is bij de gestelde verrekeningsovereenkomst, maar ook op dit punt zal het hof IST gelegenheid geven het tegendeel te bewijzen.
5.3
Het hof zal IST ook in de gelegenheid stellen om het bestaan van de vorderingen a-d te bewijzen, en dat deze onder het bereik van de gestelde verrekeningsovereenkomst vallen (voor zover ze niet reeds op grond van de wet verrekenbaar zijn). Volledigheidshalve merkt het hof op dat de brief van IST van 29 september 2017 die is overgelegd als onderdeel van productie 2 bij de inleidende dagvaarding weliswaar bij (ook) deze posten producties vermeldt (C-F), maar dat deze in de procedure niet zijn overgelegd.
5.4
Ten betoge dat de door haar gestelde niet-wederkerige verrekeningen haar zijn toegestaan – ook in relatie tot Bold Wag, vlg. art. 6:130 lid 1 BW (zie ook art. 6:145 BW) –, beroept IST zich erop dat zij en de hiervoor bedoelde aan haar gelieerde vennootschappen de bevoegdheid hiertoe op 1 september 2016 zijn overeengekomen met Woest BV (hierna: de (gestelde) verrekeningsovereenkomst). In haar stellingen ligt tevens besloten dat zij is gemachtigd om deze verrekening in te roepen namens de bedoelde aan haar gelieerde vennootschappen.
5.5
Ter onderbouwing van de door haar gestelde verrekeningsovereenkomst beroept IST zich op het stuk. Dit stuk – zoals gefourneerd – bestaat uit drie ongenummerde pagina’s. Lettertype en -grootte op de drie pagina’s zijn op het oog identiek (afgezien van het woord “OVEREENKOMST” bovenaan de eerste pagina, dat een grotere letter heeft dan de rest). De eerste twee pagina’s zijn niet ondertekend of geparafeerd; alle handtekeningen staan op de derde pagina. De tekst op de laatste regel van de tweede pagina loopt niet over een rechte lijn; de (rechte) lijn van de tekst “Plaats: Rotterdam” loopt naar rechts enkele graden schuin naar beneden af ten opzichte van de (rechte) lijn van de links daarvan geplaatste tekst “Datum van aanvang: 1 september 2016” (en de overige bovenstaande tekst van die pagina). De eerste twee pagina’s vermelden het volgende:
“OVEREENKOMST
Ondergenoemde partijen komen overeen:
1) Harbour Group/HarbourTrading/Woest BV
Fortunaweg 36
3113 AN Schiedam
Kvk Nr. 61486116
2) I.S.T. Marine Service Group BV
Kotterstraat 2
3133 KW Vlaardingen
KvK nr. 24342995
3) I.S.T. Marine Supplies BV
Kottterstraat 2
3133 KW Vlaardingen
KvK Nr. 24261510
4) I.S.T. Technical Services BV
Kotterstraat 2
3133 KW Vlaardingen
KvK Nr. 53907035
5) Service Valve Europe BV
Kotterstraat 2
3133 KW Vlaardingen
KvK Nr. 24291729
6) Legero International Group BV
Kotterstraat 2
3133 KW Vlaardingen
KvK Nr. 23070545
7) Legero International (Holland) BV
Kotterstraat 2
3133 KW Vlaardingen
KvK Nr. 24249369
8) Arnesco BV
Plompertstraat 18b
3087 BD RotterdamKvK Nr. 24184103
9) Depot+ Group BV
Kotterstraat 2
3133 KW Vlaardingen
KvK Nr. 33277348
10) Taube Marineclean BV
Plompertstraat 18b
3087 BD Rotterdam
KvK Nr. 24390851
A) -Verrekening van tegoeden met Leverancier
Partijen komen overeen dat tegoeden van partij 1 (openstaande vorderingen/facturen) welke gericht zijn aan partijen 2 tot en met 8 zonder tussenkomst van recht, alsmede zonder toestemming van partij 1 direct verrekend mogen worden met tegoeden van partij 9 en 10 (openstaande vorderingen/facturen) op partij 1(inclusief de vordering ten bedrage van EUR
25.942,48 van Taube-Marineclean BV op PKS Schiedam BV).
B) -Verrekening van tegoeden Debet/Credit
Partijen komen overeen dat nota's (tegoeden en schulden) van partij 1, welke betrekking hebben op een van bovengenoemde partij ten alle tijden direct zonder tussenkomst van recht en of toestemming van de directie van partij 1, kan worden verrekend tussen de betrokken partijen zoals genoemd in deze overeenkomst.
C) -Kortingen (Bonus en of einde jaar kortingen)
Partijen komen overeen dat tegoeden zoals kortingen, omzetbonussen (6%) van partijen 2 tot en met 8 ten alle tijden direct zonder tussenkomst van recht of toestemming van de directie van partij 1, kunnen worden verrekend tussen de betrokken partijen zoals genoemd in deze overeenkomst.
Partijen komen deze overeenkomst overeen om zo partij 1 zonder limiet bestellingen te kunnen laten plaatsen bij partij 9 en 10 waarbij garanties omtrent betaling van deze bestelling vervangen word door deze overeenkomst met groep en gelieerde ondernemingen van Simbolo Investments BV en haar of haar directe aandeelhouders.
Deze overeenkomst is doorlopend van kracht, en kan uitsluitend worden opgezegd doormiddel van een aangetekend schrijven en of ontvangst bevestiging.
Datum van aanvang:1 September 2016 Plaats: Rotterdam”
5.6
De derde pagina vermeldt de partijnamen en bijbehorende personen, waarbij steeds handtekeningen zijn geplaatst, als volgt:
- Harbour Group/HarbourTrading/Woest BV: [bestuurder Woest] (handgeschreven bijschrift: Directeur)
- I.S.T. Marine Service Group BV: [betrokkene 1], [betrokkene 2]
- I.S.T. Marine Supplies BV: [betrokkene 1], [betrokkene 2]
- I.S.T. Technical Services BV: [betrokkene 1], [betrokkene 2]
- Service Valve Europe BV: [betrokkene 1], [betrokkene 2]
- Legero International Group BV: [betrokkene 1], [betrokkene 3]
- Legero International (Holland) BV: [betrokkene 1], [betrokkene 3]
- Arnesco BV: [betrokkene 1]
- Depot+ Group BV: [betrokkene 1]
- Taube Marineclean BV: [betrokkene 1]
5.7
Bold Wag betwist dat de geplaatste handtekeningen van de derde pagina van het stuk behoren bij de tekst van de eerste twee pagina’s; er is volgens haar sprake van knip- en plakwerk (materiële valsheid). Zij betwist bovendien dat de handtekeningen zijn geplaatst en de gestelde overeenkomst is gesloten op of omstreeks 1 september 2016. Het stuk is volgens haar geantedateerd (intellectuele valsheid). Zij gaat er hierbij klaarblijkelijk van uit, net als IST, dat de tekst “Datum van aanvang: 1 september 2016” beoogt aan te duiden dat de handtekeningen zijn geplaatst en de overeenkomst is gesloten op 1 september 2016. Hoe dan ook: als de gestelde overeenkomst al is gesloten, dan is dit volgens haar niet gebeurd vóór het faillissement van Woest BV. [bestuurder Woest] was toen niet meer bevoegd deze vennootschap te binden. Om die reden kan de gestelde verrekeningsovereenkomst niet aan haar – als rechtsopvolger van Woest BV – worden tegengeworpen, aldus Bold Wag.
5.8
In een op 5 mei 2022 gedateerde schriftelijke verklaring heeft [bestuurder Woest] geschreven dat (i) de in de verrekeningsovereenkomst van 1 september 2016 gemaakte afspraken zijn gemaakt, (ii) de vorderingen die zijn genoemd in deze verrekeningsovereenkomst van 1 september 2016 bestaan en (iii) deze vorderingen op basis van de gemaakte afspraken allemaal voor verrekening in aanmerking komen. Gelet op een eerder faillissement wilde IST niet leveren voordat deze afspraak was gemaakt, aldus [bestuurder Woest].
5.9
Ter onderbouwing van de door haar gestelde valsheid beroept Bold Wag zich er onder meer op dat, ondanks haar betwisting van de echtheid, van het stuk geen origineel is overgelegd. Verder verwijst Bold Wag naar een WhatsApp van 28 september 2017 van [bestuurder Woest] aan [betrokkene 1], ondertekenaar van het stuk voor partijen 2-10 (hierna: [betrokkene 1]), waarin [bestuurder Woest] het volgende schrijft: “Curator is achterdochtig en twijfelt aan de echtheid van de verrekeningsovereenkomst. Heb gezegd dat hij uit 2016 is, dat ik niet weet waar mijn exemplaar is maar dat jij er zeker een hebt. Hij zou graag een begeleidende mail zien uit 2016, heb gezegd dat die er niet is. Ik heb hem getekend op verzoek van jullie omdat je niet nog een keer (PKS) een groot bedrag aan me wilde verliezen en dat je pas ging leveren met Simbolo en Depot+ als ik dit zou tekenen. En dat heb ik gedaan.” De mededeling in de voorlaatste zin van deze WhatsApp is volgens Bold Wag overbodig wanneer de daarin de genoemde reden de werkelijke reden was.
5.1
Met dit laatste bedoelt Bold Wag klaarblijkelijk, en het hof onderschrijft dit, dat (i) wanneer de in de bedoelde mededeling opgegeven reden de werkelijke reden was, deze reeds aan [betrokkene 1] bekend was, en daarom de mededeling in deze onderlinge communicatie overbodig was, (ii) het niet voor de hand ligt om overbodige mededelingen te doen, en (iii) daarom de mededeling twijfel doet rijzen of de daarin genoemde omstandigheden zich in werkelijkheid destijds hebben voorgedaan, en (dus) ook of de gestelde verrekeningsovereenkomst toen überhaupt is gesloten. De mededeling laat zich, zoals Bold Wag eveneens aanvoert, ook aldus uitleggen dat [bestuurder Woest] hiermee slechts duidelijk wil maken, ter afstemming met [betrokkene 1], welk – onware – verhaal hij aan de curator heeft verteld.
5.11
De hiervoor in 5.9-5.10 genoemde omstandigheden rechtvaardigen het oordeel dat als het stuk al een kopie is van een materieel echte akte, vooralsnog niet bewezen is dat de akte is getekend of de erin belichaamde verrekeningsovereenkomst is gesloten op of omstreeks 1 september 2016 of überhaupt vóór het faillissement van Woest BV. Het hof zal IST in de gelegenheid stellen om aanvullend bewijs te leveren dat de gestelde verrekeningsovereenkomst vóór het faillissement van Woest BV is gesloten.
5.12
IST heeft bij memorie van antwoord in incidenteel appel betwist dat de curator in het faillissement van Woest BV de door Bold Wag gepretendeerde vorderingen aan deze laatste heeft overgedragen. Het hof zal Bold Wag – met het oog op het incidenteel appel – in de gelegenheid stellen om aanvullend bewijs te leveren van die door haar gestelde overdracht.
5.13
IST heeft verder het bestaan van de door Bold Wag in het incidenteel appel gehandhaafde vorderingen gemotiveerd betwist. Het hof zal Bold Wag opdragen om hiervan aanvullend bewijs te leveren.
5.14
Partijen dienen met elkaar in overleg te treden over het door ieder van hen gewenste verloop van het getuigenverhoor (voor zover zij het aan hen op te dragen bewijs door middel van getuigen willen leveren): wie zij als getuigen willen doen horen en in welke volgorde. Bij voorkeur doen zij hiervoor een gezamenlijk voorstel aan de raadsheer-commissaris. Voor zover partijen hun vertegenwoordigers ter zitting zelf als getuige willen doen horen en ook bij de overige getuigenverhoren aanwezig willen laten zijn, dienen die vertegenwoordigers/(partij)getuigen als eersten te worden gehoord. Elke getuige wordt, voor zover van toepassing, steeds in één verhoor gehoord ter zake van alle bewijsthema’s waarover hij of zij kan verklaren. Indien partijen niet met een gezamenlijk voorstel komen, zal de raadsheer-commissaris de volgorde vaststellen.
5.15
Het hof beschikt over een door Bold Wag gefourneerde kopie van de volledige procesdossiers in eerste aanleg en in hoger beroep, inclusief producties, zodat zij het niet (nogmaals) voor het getuigenverhoor hoeft over te leggen.

6.Beslissing

Het hof:
- draagt IST op om (aanvullend) bewijs te leveren:
dat de door haar gestelde verrekeningsovereenkomst is gesloten vóór de dag van faillietverklaring van Woest BV, en
van de door haar gestelde vorderingen a-e en h en de verrekenbaarheid daarvan met de door Bold Wag gestelde vordering van oorspronkelijk Woest BV;
- draagt Bold Wag op om (aanvullend) bewijs te leveren:
van haar verkrijging van de (gestelde) vordering van Woest BV op IST van de curator van Woest BV;
van het bestaan van de door haar in het incidenteel appel gehandhaafde vorderingen.
  • bepaalt dat indien partijen getuigen willen doen horen, de getuigenverhoren zullen worden gehouden in één van de zittingszalen van het Paleis van Justitie aan de Prins Clauslaan 60 te Den Haag voor de hierbij benoemde raadsheer-commissaris mr. J.W. Frieling, op een nader door hem te bepalen datum en tijd;
  • bepaalt dat voor zover partijen het aan hen opgedragen bewijs willen leveren door stukken, zij deze uiterlijk vier weken voorafgaand aan het (eerste) getuigenverhoor aan het hof en aan de wederpartij dienen toe te zenden;
  • verwijst de zaak naar de
  • houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. J.W. Frieling, J.M.T. van der Hoeven-Oud en P. Volker en in het openbaar uitgesproken op 5 september 2023 in aanwezigheid van de griffier.