ECLI:NL:GHDHA:2024:1035
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep inzake aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 18 juni 2024 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraken van de Rechtbank Den Haag. De belanghebbende had tegen de aanslagen in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor de jaren 2016, 2017 en 2018 hoger beroep ingesteld. De inspecteur van de Belastingdienst had de aanslagen opgelegd en de belanghebbende had bezwaar gemaakt, maar dit was ongegrond verklaard. Het hogerberoepschrift was digitaal ingediend op 1 september 2023, terwijl de termijn voor indiening op 31 augustus 2023 eindigde. Het Hof oordeelde dat het hoger beroep niet-ontvankelijk was, omdat het hogerberoepschrift te laat was ingediend en er geen sprake was van een geringe verwijtbaarheid van de belanghebbende. De belanghebbende had verklaard dat hij het hogerberoepschrift niet eerder had ingediend vanwege drukte met werkzaamheden, maar dit werd niet als een geldige reden beschouwd. Het Hof verklaarde het hoger beroep niet-ontvankelijk en er werd geen proceskostenveroordeling uitgesproken.