4.19.De vrouw heeft de verdeling van het gemeenschappelijk goed gevorderd, omdat zij wenst te worden ontslagen uit de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de hypothecaire schuld. Nu de man heeft aangevoerd dat hij het pand wil behouden, lag het op zijn weg te onderzoeken of zulks ook mogelijk is. De man heeft dit nagelaten, althans niet gesteld dat een dergelijk onderzoek door hem is verricht. Nu van de vrouw niet kan worden verlangd dat zij in onverdeeldheid blijft, zal de rechtbank gelasten dat de woning aan een derde dient te worden verkocht.
(…)".
Op 22 januari 2018 heeft [medewerker makelaar 1] Makelaardij (hierna: [medewerker makelaar 1] ) in opdracht van [appellant] met het oog op het verkrijgen van een hypothecaire financiering, een taxatierapport opgemaakt van [adres 2] . Daarin is de marktwaarde op waardepeildatum 15 januari 2018 bepaald op € 515.000,--.
Begin juni 2018 is de heer [medewerker makelaar 2] van de makelaar door [verweerster] benaderd met de vraag of hij kon helpen bij de verkoop van [adres 2] .
Nadat de makelaar de woning had bezocht, schreef [appellant] bij e-mail van 6 juni 2018 aan de makelaar:
"Na uw bezoek van heden ochtend doe ik u hierbij toekomen een waarderapport van het kadaster en twee offertes voor schilderwerk van het pand. De tuinverlichting is volledig kapot en de tuin heeft ook behoorlijk onderhoud nodig. Doordat we sinds 2015 in een vechtscheiding zitten, ik mijn baan was kwijtgeraakt, is er geen geld meer geweest voor onderhoud van het pand.
Zoals ik reeds aangaf is de keukenapparatuur verouderd. Van de magnetron brand alleen een deel van de lampjes binnen en de vaatwasser laat ook zijn laatste adem. Ik draai alleen maar programma's van 30 minuten. De gehele woning heeft scheuren en moet geschilderd worden zowel binnen als buiten.
Ik verzoek u vriendelijk een zo eerlijk mogelijke waardebepaling te doen voor het pand. Dit zal een hoop ellende voorkomen."
Op 8 juni 2018 heeft de makelaar aan [verweerster] en [appellant] een verkoopofferte doen toekomen. In de offerte is vermeld dat de woning in de staat waarin deze zich op dat moment bevond minimaal € 470.000,-- moest kunnen opbrengen.
Daarna heeft [verweerster] een opdracht aan de makelaar tot dienstverlening ondertekend. In de opdracht staat - voor zover relevant – het volgende:
"De vraagprijs is bepaald op € 499.000,00 k.k.
(…)
Met betrekking tot de kosten en de tarieven zijn opdrachtgever en [makelaar] het volgende overeengekomen:
1. De Courtage, die [makelaar] in rekening brengt bij de opdrachtgever voor het tot stand brengen van de transactie zal berekend worden op basis van 1,1 % inclusief BTW.
Bij verkoop aan de twee bekenden zal er € 2.500,- inclusief BTW in rekening gebracht worden. (...)"
i. Op 3 augustus 2018 heeft [verweerster] een koopovereenkomst gesloten met de heer [koper 1] en mevrouw [koper 2] (hierna: kopers) voor de verkoop van [adres 2] voor een bedrag van € 490.000,--. [appellant] heeft geweigerd de koopovereenkomst mede te ondertekenen.
Taxatieburo Rotterdam heeft op 23 augustus 2018 in opdracht van kopers, met het oog op het verkrijgen van een hypothecaire financiering, een taxatierapport uitgebracht. De marktwaarde van de woning op waardepeildatum 20 augustus 2018 was daarin bepaald op € 500.000,--.
Bij e-mail van 20 augustus 2018 schreef [appellant] aan de makelaar:
"Volgens de bijgevoegde taxatie rapport opgemaakt door een NWWI erkende taxateur is de woning 515000 euro waard.
Mw. [verweerster] probeert z.s.m. de woning te verkopen onder de marktwaarde terwijl ze weet dat wij het willen overnemen. Volgens het vonnis moet de woning verkocht worden op basis van de huidige marktwaarde en dat is geen € 490.000. Ik wordt graag betrokken bij de onderhandelingen m.b.t. de eventuele verkoop van de woning.
U begrijpt dat ik niet akkoord kan gaan met de verkoop van de woning tegen de lagere prijs. Mocht zij de woning voor minder willen verkopen dat [het hof leest: dan] moet zij het verschil bijleggen of een andere koper zoeken. (…)"
Op 8 oktober 2018 heeft [medewerker makelaar 1] in opdracht van [appellant] een taxatierapport uitgebracht met betrekking tot [adres 2] . Daarin is onder meer het volgende vermeld:
"Waardepeildatum: 8 oktober 2018
(…)
C. DOEL VAN DE TAXATIE
Het vaststellen van de martktwaarde ten behoeve van
a. Het verkrijgen van (hypothecaire) financiering Ja
(…)
D. WAARDERING
(…)
Het object is per waardepeildatum getaxeerd op:
- Marktwaarde € 550.000,-"
De levering van de woning aan kopers heeft plaatsgevonden op 1 november 2018. Het vonnis van 30 mei 2018 is in de plaats getreden van de wilsverklaring van [appellant] .
In een taxatierapport van 9 februari 2018 heeft [medewerker makelaar 1] in opdracht van [appellant] , met het oog op het verkrijgen van hypothecaire financiering de marktwaarde op 23 januari 2018 van het pand in verhuurde staat bepaald op € 191.000,-- en bij levering leeg en vrij van huur op € 270.000,--
Bij e-mail van 4 juni 2018 heeft [appellant] aan [verweerster] als volgt bericht:
"Hierbij verzoek ik u vriendelijk om medewerking te verlenen om het pand aan de [adres 1] snel te verkopen. Zoals je weet heeft het pand heel veel onderhoud nodig. Er is een offerte bijgevoegd voor onderhoud van 87.717 euro. Daarnaast is er een offerte voor de riolering van 3000 euro. De werkzaamheden moeten z.s.m. worden uitgevoerd i.v.m. problemen in de woning. De huurders hebben gedreigd naar de Gemeente te stappen.
(…)
Als er een aanschrijving komt zijn we nog verder van huis. (…) De taxatie waarde van de woning - iedere makelaar kan die bekijken op de site van NWW1 door het vullen van de postcode en taxatie nummer - is 191.000 euro. Er zitten huurders in het pand die niet weg willen. 191.000 is de officieel geregistreerde waarde in verhuurde staat. De huurders vragen ieder 10.000 euro om te vertrekken. Dat is dan in totaal 30.000 euro.
Al met al is het dus verstandig om de woning te verkopen. (...)
Er zijn een paar kopers die het pand direct willen kopen. Alleen een ervan wil het kopen en ons vrijwaren van alle gebreken. Dat is Bovast BV Hij bied nu 220.000 euro voor het pand in de huidige staat. Bij verkoop zijn wij verplicht om alle gebreken te melden aan de koper anders kunnen er dikke claims eruit voortvloeien waar niemand op zit te wachten.
Mijn dringende verzoek is ons je medewerking te verleners om het pand aan Bovast BV te verkopen. Bij iedere andere koper verwacht ik diverse claims vanwege de slechte staat van de woning. (…)".
Op 11 juni 2018 heeft [verweerster] de makelaar benaderd om de verkoop van de [adres 1] te begeleiden. Het pand bestaat uit drie appartementen die op dat moment werden verhuurd. De makelaar heeft [verweerster] na een bezoek aan het pand een verkoopofferte voorgelegd. In de offerte heeft de makelaar voor het pand in verhuurde staat een bieden vanaf-prijs geadviseerd van € 190.000,-- k.k. Daarnaast heeft hij geadviseerd het pand in de openbare verkoop te zetten.
Kort daarna liet [verweerster] aan de makelaar weten dat een bekende van [appellant] interesse had getoond in het pand en een voorstel deed voor de aankoop daarvan voor € 280.000,-- k.k.
Bij e-mail van 11 juli 2018 schreef [verweerster] aan de makelaar:
"Ik heb even goed overleg gehad met mijn advocaat. Het is een moeizame traject en hoe langer ik hiermee bezig ben hoe meer kosten ik eraan heb. Zoals je weet ben ik al 4,5 jaar ermee bezig. Op aanraden van mijn advocaat wil ik de koper die via meneer [appellant] heeft aangemeld een kans geven. Deze heeft 280.000 euro geboden. (…) Mocht deze koper afhaken of niet doorgaan om een of andere reden, dan gaan we het op de markt brengen, zoals we het telefonisch hebben besproken. De gegevens van de potentiele koper: Dhr [koper 3] (…)”.
In oktober 2018 hebben [appellant] en [verweerster] het pand in verhuurde staat verkocht aan de heer en mevrouw [koper 3] voor een bedrag van € 280.000,--. Zowel [appellant] als [verweerster] hebben de koopovereenkomst getekend. De levering van het pand heeft plaatsgevonden op 5 november 2018.