ECLI:NL:GHDHA:2023:787

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
18 april 2023
Publicatiedatum
28 april 2023
Zaaknummer
200.307.127/01
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid voor gebreken in geleverde installatie tussen ondernemingen in ongediertebestrijding

In deze zaak, die voor het Gerechtshof Den Haag is behandeld, zijn AgroSpeCom Ltd en EcO2 Greece Ltd, beide gevestigd in Thessaloniki, Griekenland, in hoger beroep gekomen tegen EcO2 Projects B.V. en Peterson Projects B.V., gevestigd in Rotterdam. De partijen zijn ondernemingen die zich bezighouden met ongediertebestrijding en hebben verschillende overeenkomsten gesloten. De belangrijkste kwestie in deze procedure betreft de aansprakelijkheid van de verkopende partij voor gebreken in een geleverde installatie. De rechtbank Rotterdam had eerder de vorderingen van EcO2 Projects c.s. grotendeels toegewezen en de reconventionele vorderingen van AgroSpeCom c.s. afgewezen.

Het hof heeft geoordeeld dat het hoger beroep van AgroSpeCom c.s. niet slaagt. Het hof bevestigt dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat AgroSpeCom c.s. de gevraagde documenten niet tijdig hebben overgelegd en dat de vorderingen van EcO2 Projects c.s. terecht zijn toegewezen. Het hof heeft de vorderingen van AgroSpeCom c.s. in hoger beroep afgewezen, inclusief hun verzoek om schadevergoeding en gedeeltelijke ontbinding van de koopovereenkomst. Het hof heeft de proceskosten van het hoger beroep aan AgroSpeCom c.s. opgelegd, omdat zij in het ongelijk zijn gesteld.

De uitspraak van het hof bevestigt de eerdere beslissing van de rechtbank en benadrukt de verantwoordelijkheden van partijen in contractuele relaties, vooral met betrekking tot de nakoming van overeenkomsten en de gevolgen van gebreken in geleverde producten.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Civiel recht
Team Handel
Zaaknummer hof : 200.307.127/01
Zaaknummer rechtbank : C/10/606305 / HA ZA 20-1012
Arrest van 18 april 2023
in de zaak van

1.AgroSpeCom Ltd,

2.
EcO2 Greece Ltd,
beide gevestigd in Thessaloniki (Griekenland),
appellanten,
advocaat: mr. D. van Zanten, kantoorhoudend in Amsterdam,
tegen

1.EcO2 Projects B.V.,

2.
Peterson Projects B.V.
beide gevestigd in Rotterdam,
verweersters,
advocaat: mr. S.A. Hattink, kantoorhoudend in Rotterdam.
Het hof zal appellanten hierna noemen AgroSpeCom en EcO2 Greece, en samen AgroSpeCom c.s. Verweersters worden aan geduid als EcO2 Projects en Peterson, en samen als EcO2 Projects c.s.

1.De zaak in het kort

1.1
Partijen zijn in Nederland en Griekenland gevestigde ondernemingen die zich bezighouden met de bestrijding van ongedierte. Zij hebben verschillende overeenkomsten met elkaar gesloten. In deze procedure hebben partijen over en weer vorderingen ingesteld voortvloeiend uit een aantal van deze overeenkomsten, waarvan de belangrijkste gaat over de vraag of een geleverde installatie gebreken vertoonde waarvoor de verkopende partij aansprakelijk is.
1.2
De rechtbank heeft de vorderingen van EcO2 Projects c.s., die strekten tot nakoming van die overeenkomsten, grotendeels toegewezen en de reconventionele vorderingen afgewezen. Het hof oordeelt dat het hoger beroep van AgroSpeCom c.s. niet slaagt.

2.Procesverloop in hoger beroep

2.1
Het verloop van de procedure in hoger beroep blijkt uit de volgende stukken:
  • de dagvaarding van 24 januari 2022, waarmee AgroSpeCom c.s. in hoger beroep zijn gekomen van het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 3 november 2021;
  • de memorie van grieven tevens wijziging van eis van AgroSpeCom c.s., met producties;
  • de memorie van antwoord van EcO2 Projects c.s.
2.2
Partijen hebben daarna arrest gevraagd.

3.Feitelijke achtergrond

3.1
EcO2 Projects houdt zich bezig met het bestrijden van en de bescherming tegen ongedierte, waaronder begrepen de exploitatie van milieuvriendelijke behandelkamers, de zogenaamde ‘controlled atmosphere units’. EcO2 Projects maakt deel uit van de Peterson Control Union-groep. Peterson maakt ook deel uit van deze groep.
3.2
AgroSpeCom is een Grieks bedrijf dat zich bezig houdt met het bestrijden van ongedierte in partijen voedsel. Bestuurder van AgroSpeCom is dhr. [bestuurder AgroSpeCom]. In 2014 heeft [bestuurder AgroSpeCom] de volledige zeggenschap in EcO2 Greece verworven.
3.3
Deze zaak speelt zich af rond de drie hierna genoemde overeenkomsten.
exploitatieovereenkomst tussen EcO2 Projects en EcO2 Greece/AgroSpeCom
3.4
Op 1 maart 2014 hebben (onder meer) EcO2 Projects enerzijds en EcO2 Greece en AgroSpeCom anderzijds een overeenkomst gesloten waarbij (onder meer) afspraken zijn gemaakt over de exploitatie van een aan EcO2 Projects toebehorende ‘silo unit’ (hierna: de exploitatieovereenkomst).
3.5
Artikel 2 van deze overeenkomst bepaalt voor de silo unit:
“Part of the assets of EcO2 Projects is a “Silo Unit”, which is presently located in Greece. EcO2 Greece and / or [AgroSpeCom] are allowed to exploit this Silo Unit for business purposes. Parties agrees that the any positive operating result made with the Silo Unit will be shared on a 50%-50% yearly basis between EcO2 Greece / [AgroSpeCom] and EcO2 Projects. EcO2 Projects remains owner of the Silo Unit and can withdraw the right of exploitation at any time, without any right for compensation to any other party.”
constructieovereenkomst tussen EcO2 Projects en EcO2 Greece
3.6
Op 19 december 2017 heeft EcO2 Projects een offerte aan EcO2 Greece gestuurd voor (de advisering bij) de constructie en bouw van een installatie met bijlevering van materialen (
“Consulting and delivery of materials for build of CA chambers PES Union Greece”). Deze offerte is door EcO2 Greece geaccepteerd, waardoor tussen partijen een overeenkomst tot stand is gekomen (hierna: de constructieovereenkomst).
3.7
De opdracht is door EcO2 Projects uitgevoerd. EcO2 Greece heeft het eerste deel van het overeengekomen bedrag betaald. De tweede factuur van € 54.550,- heeft zij niet voldaan.
koopovereenkomst tussen Peterson en AgroSpeCom
3.8
In mei 2018 hebben Peterson en AgroSpeCom een overeenkomst gesloten, inhoudend dat Peterson aan AgroSpeCom verkoopt een tweedehands
“Mobile Controlled Atmosphere Silo system with 10 connections”(hierna: de installatie) voor een koopsom van € 108.800,- (hierna: de koopovereenkomst).
3.9
AgroSpeCom heeft de installatie op haar beurt doorverkocht en geleverd aan een derde partij (Al Dahra) in Abu Dhabi.
3.1
AgroSpeCom heeft alleen de eerste termijn van € 27.200,- betaald. Het resterende bedrag heeft zij niet voldaan.

4.Vorderingen bij de rechtbank

in conventie
4.1
In conventie hebben EcO2 Projects c.s. drie vorderingen ingesteld, ieder verband houdend met één van de hiervoor beschreven overeenkomsten. Deze vorderingen houden het volgende in (samengevat en voor zover in hoger beroep nog van belang).
vordering 1
4.2
Peterson vordert AgroSpeCom te veroordelen om aan Peterson te betalen een bedrag van € 74.100,- te vermeerderen met de contractuele rente van 1,5% per maand vanaf 1 augustus 2019 en met buitengerechtelijke kosten van € 1.475,-.
4.3
Deze vordering houdt verband met de koopovereenkomst. Peterson eist betaling van de resterende koopsom van € 81.600,-, met aftrek van een bedrag van € 7.500,- als compensatie voor het feit dat Peterson had nagelaten de installatie schoon te maken en een onderhoudsbeurt te geven. Per saldo vordert Peterson een hoofdsom van € 74.100,-.
vordering 2
4.4
EcO2 Projects vordert AgroSpeCom en EcO2 Greece hoofdelijk te veroordelen tot
  • i) het verstrekken van afschriften van documenten, althans het geven van inzage in documenten, waaruit blijkt wat de gerealiseerde opbrengsten en kosten van de silo unit over het jaar 2014 tot aan de dag van afgifte van de silo unit zijn, op straffe van een dwangsom;
  • ii) het betalen van 50% van het positieve resultaat waartoe EcO2 Projects op grond van de exploitatieovereenkomst gerechtigd is, vast te stellen op basis van de onder (i) bedoelde documenten.
4.5
EcO2 Projects legt hieraan ten grondslag dat zij op grond van de exploitatieovereenkomst recht heeft op 50% van de resultaten van de exploitatie van de silo unit. Om te kunnen achterhalen welke resultaten zijn behaald, moeten AgroSpeCom c.s. inzage geven in documenten waaruit de resultaten blijken.
vordering 3
4.6
EcO2 Projects vordert EcO2 Greece te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 54.550,-, primair te vermeerderen met de contractuele rente van 1,5% per maand, subsidiair te vermeerderen met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW, primair vanaf 15 maart 2018, subsidiair vanaf 2 augustus 2019.
4.7
Het gevorderde bedrag heeft betrekking op het onbetaald gebleven deel van de constructieovereenkomst, waarvoor EcO2 Projects op 28 februari 2018 een factuur aan EcO2 Greece heeft gestuurd waarop is vermeld dat die binnen 15 dagen betaald moet worden.
in reconventie
4.8
AgroSpeCom heeft (samengevat en voor zover in hoger beroep nog van belang) de volgende tegenvordering ingesteld.
vordering a
4.9
AgroSpeCom vordert voor recht te verklaren dat Peterson toerekenbaar tekort is gekomen jegens AgroSpeCom in de nakoming van de koopovereenkomst, waardoor AgroSpeCom schade heeft geleden, en Peterson te veroordelen deze schade te vergoeden, nader op te maken bij staat.
4.1
AgroSpeCom legt hieraan ten grondslag dat de installatie die Peterson heeft geleverd gebrekkig was en dat zij die bovendien te laat heeft geleverd, waardoor AgroSpeCom schade heeft geleden.

5.Beslissing van de rechtbank

5.1
De rechtbank heeft, kort weergegeven, het volgende beslist:
-
vordering 1is toegewezen, met veroordeling van AgroSpeCom in de proceskosten;
-
vordering 2is in zoverre toegewezen, dat AgroSpeCom c.s. hoofdelijk zijn veroordeeld om afschriften van documenten te verstrekken waaruit blijkt wat de gerealiseerde opbrengsten en kosten van de silo unit zijn geweest over het jaar 2018, op straffe van een dwangsom van € 500,- per dag met een maximum van € 15.000,-, met compensatie van de proceskosten;
-
vordering 3is toegewezen, met dien verstande dat in plaats van de contractuele rente de wettelijke handelsrente is toegewezen, met ingang van 15 maart 2018, met veroordeling van EcO2 Greece in de proceskosten;
-
vordering ais afgewezen, met veroordeling van AgroSpeCom in de proceskosten.

6.Vorderingen in hoger beroep

6.1
AgroSpeCom c.s. zijn in hoger beroep gekomen. Zij vorderen dat het hof het vonnis van de rechtbank (deels) vernietigt. De punten waarop AgroSpeCom c.s. bezwaar maakt tegen het vonnis komen hieronder bij de beoordeling aan de orde.
6.2
AgroSpeCom heeft in hoger beroep haar
vordering agewijzigd. In plaats van schadevergoeding op te maken bij staat vordert zij nu gedeeltelijke ontbinding van de koopovereenkomst voor dat gedeelte dat ziet op de geleden schade van totaal € 47.329,27.

7.Beoordeling in hoger beroep

internationale bevoegdheid en toepasselijk recht
7.1
Partijen hebben weliswaar geen bezwaar gemaakt tegen het oordeel van de rechtbank dat de Nederlandse rechter bevoegd is voor alle onderdelen van deze zaak, maar omdat de regels van internationaal bevoegdheidsrecht van openbare orde zijn, moet ook de rechter in hoger beroep ambtshalve de rechtsmacht van de Nederlandse rechter onderzoeken (HR 12 april 2019, ECLI:NL:HR:2019:566).
7.2
De internationale bevoegdheid moet in dit geval worden beoordeeld aan de hand van de Brussel I
bis-Verordening, die materieel, formeel en temporeel van toepassing is: het gaat om burgerlijke en handelszaken, de verweersters in eerste aanleg (AgroSpeCom c.s.) zijn gevestigd in een EU-lidstaat en de vorderingen zijn ingesteld na 10 januari 2015. AgroSpeCom c.s. zijn verschenen voor de Nederlandse rechter. In de conclusie van antwoord verklaren AgroSpeCom c.s. dat zij er geen bezwaar tegen hebben dat de rechtbank Rotterdam van de diverse vorderingen kennis neemt en uit het proces-verbaal van de zitting bij de rechtbank blijkt dat partijen desgevraagd uitdrukkelijk hebben gekozen voor internationale bevoegdheid van de rechtbank Rotterdam voor alle voorgelegde geschillen. Daarmee is sprake van een forumkeuze in de zin van artikel 25 (en in ieder geval artikel 26) van de Brussel I
bis-Verordening. De Nederlandse rechter is dus bevoegd.
7.3
Partijen hebben geen bezwaar gemaakt tegen het oordeel van de rechtbank dat Nederlands recht van toepassing is op alle vorderingen (voor de koopovereenkomst: met uitsluiting van het Weens Koopverdrag). Het hof gaat daar dus ook vanuit.
vordering 1 en vordering a (grieven 1 en 2)
7.4
In hoger beroep komt het standpunt van AgroSpeCom over deze samenhangende vorderingen erop neer dat de door Peterson gevorderde hoofdsom van € 74.100,- moet worden verminderd met (1) de door AgroSpeCom geleden schade van € 47.329,27 en (2) de laatste termijn van 15% van de koopsom, die volgens AgroSpeCom niet opeisbaar is omdat finale installatie nooit heeft plaatsgevonden.
7.5
AgroSpeCom stelt dat zij schade van totaal € 47.329,27 heeft geleden doordat EcO2 Projects de installatie te laat en met gebreken heeft geleverd. Zij voert aan dat zij daarom aan haar afnemer een korting van € 25.000,- heeft moeten verlenen en daarnaast voor een bedrag van € 22.329,27 kosten heeft moeten maken in verband met het herstel van de gebreken (zie nr. 39 memorie van grieven).
7.6
De stelling van AgroSpeCom dat Peterson de installatie uiterlijk 20 juni 2018 had moeten verschepen gaat niet op. Onderaan de koopovereenkomst heeft AgroSpeCom met de hand toegevoegd
“Loading latest on June 20/2018”, waarna zij per e-mail van 22 mei 2018 aan Peterson heeft geschreven
“Contract signed with hand written comment (…) for loading at the latest on June 20, 2018. Contact me if you don’t agree that you can meet the date.”. Op 24 mei 2018 antwoordt Peterson daarop per e-mail
“I will try to meet this requirement. Official delivery time starts after receiving 25% of total contract value paid at order. Approx. 5-6 weeks after we received a written order including the necessary files for design & engineering allied with the first down payment the installation will be finished for shipment.”.Uit deze communicatie valt alleen maar af te leiden dat Peterson zal proberen om de installatie uiterlijk 20 juni 2018 te verschepen, en niet dat zij heeft ingestemd met deze datum als harde deadline. De installatie is uiteindelijk geladen op 5 juli 2018. Deze datum valt binnen de in de offerte genoemde en door Peterson in zijn e-mail nogmaals vermelde verschepingstermijn van circa 5-6 weken na ontvangst van de ‘written order’ en de eerste deelbetaling, die op 6 juni 2018 door Peterson is ontvangen. Voor zover de schadevordering van AgroSpeCom gebaseerd is op de stelling dat de installatie te laat is geleverd, moet die dan ook worden afgewezen.
7.7
Ten aanzien van het verwijt van AgroSpeCom dat de installatie bij aankomst in Abu Dhabi gebrekkig bleek te zijn, overweegt het hof als volgt. Peterson heeft toegegeven dat zij de installatie geen onderhoudsbeurt had gegeven en niet had schoongemaakt terwijl zij dat wel had moeten doen. In verband daarmee heeft zij € 7.500,- in mindering gebracht op de resterende termijnen van € 81.600,-. Vaststaat dat in dat bedrag van € 7.500,- zijn begrepen de bedragen die AgroSpeCom heeft betaald voor de werkzaamheden en materialen die Atlas Copco en Mechatronics hebben verricht/geleverd. De bedragen van € 3.202,93, € 834,63 en € 667,70 (totaal € 4.705,26) die AgroSpeCom nu opvoert als schadeposten, zijn dus al in mindering gebracht op het bedrag dat Peterson van AgroSpeCom eiste.
7.8
Voor wat betreft de facturen van [betrokkene] van totaal € 13.267,63 geldt dat AgroSpeCom onvoldoende heeft onderbouwd dat deze het gevolg zijn van de gestelde gebreken aan de installatie. Op de door AgroSpeCom (als productie 10) overgelegde facturen is namelijk vermeld dat het gaat om ‘consultancy activities’ en ‘travel and lodging cost’ die voortvloeien uit een met AgroSpeCom gesloten contract van 3 juli 2018, welke datum is gelegen ruim voor het moment waarop AgroSpeCom de gebreken had ontdekt. Zonder een nadere, afdoende toelichting op dit punt - die ontbreekt - kan niet worden vastgesteld dat deze door [betrokkene] gefactureerde bedragen direct verband houden met gebreken aan de installatie. Ook voor de opgevoerde schadepost ‘cancellation fee ticket [betrokkene]’ van € 947,- geldt dat onvoldoende is toegelicht dat deze verband houdt met de gebreken.
7.9
AgroSpeCom voert als schadeposten verder op extra engineer kosten van AgroSpeCom zelf van € 1.200,- en door haar gemaakte extra reiskosten van € 2.209,39. Het hof overweegt hierover dat Peterson, naast het bedrag van € 4.705,26 voor Atlas Copco en Mechatronics, een bedrag van bijna € 2.800,- (te weten: € 7.500 -/- € 4.705,26) extra in mindering heeft gebracht op het bedrag dat zij van AgroSpeCom vordert. Dat AgroSpeCom meer kosten dan dit bedrag heeft moeten maken als gevolg van gebreken aan de installatie heeft zij, ook met de door haar overgelegde stukken, niet afdoende weten te onderbouwen.
7.1
Als onderbouwing voor de schadepost van € 25.000,- in verband met een aan Al Dahra verleende korting, heeft AgroSpeCom alleen een door haarzelf opgestelde aan Al Dahra geadresseerde (credit)nota overgelegd met de omschrijving ‘project discount due to damage unit and commissioning delay’. De verklaring van Al Dahra van 3 mei 2022 die AgroSpeCom bij de memorie van grieven ook nog in het geding heeft gebracht vermeldt wel dat AgroSpeCom voor al het werk van de lokale engineers en voor de benodigde onderdelen heeft betaald, maar verklaart niets over een korting die aan Al Dahra zou zijn verleend. Het hof is van oordeel dat AgroSpeCom, tegenover de gemotiveerde betwisting door Peterson, deze schadepost hiermee onvoldoende heeft onderbouwd. Ook omdat AgroSpeCom in hoger beroep geen bewijs heeft aangeboden, is niet komen vast te staan dat AgroSpeCom een korting van € 25.000,- heeft verleend.
7.11
Uit het voorgaande volgt dat het bedrag van € 47.329,27 dat AgroSpeCom in mindering wil brengen deels al in mindering is gebracht op het bedrag dat Peterson vordert en voor het overige moet worden afgewezen omdat de schadeposten onvoldoende zijn onderbouwd. Omdat het betoog van AgroSpeCom daarom al niet opgaat, kan in het midden blijven in hoeverre de door AgroSpeCom geclaimde schade betrekking heeft op gebreken die tijdens het vervoer zijn ontstaan en of Peterson daarvoor aansprakelijk is.
7.12
Het hof is van oordeel dat AgroSpeCom ook de laatste termijn van 15% van de koopsom moet betalen. In de koopovereenkomst staat dat AgroSpeCom deze laatste termijn moet betalen
“within 30 days after completion of the first trial”. Uit de verklaring van Al Dahra blijkt dat de installatie volledig operationeel was in december 2018. Gelet daarop heeft AgroSpeCom niet weten uit te leggen dat er een gegronde reden is om het laatste deel van de koopsom niet te betalen.
7.13
De conclusie is dat AgroSpeCom het bedrag van € 74.100,- aan Peterson moet betalen en dat haar tegenvordering moet worden afgewezen. Het voorgaande brengt mee dat ook de door de rechtbank vanaf 1 augustus 2019 toegewezen contractuele rente, de buitengerechtelijke kosten en de proceskostenveroordeling in stand blijven.
vordering 2 (grief 3)
7.14
De rechtbank heeft volgens AgroSpeCom c.s. ten onrechte aangenomen dat zij nog documenten moesten overhandigen. Zij betogen dat zij de gevraagde documenten al hadden gestuurd en dat ook hadden verklaard tijdens de zitting bij de rechtbank.
7.15
EcO2 Projects had gevorderd dat AgroSpeCom c.s. documenten over zouden leggen over het jaar 2014 tot aan de dag van afgifte van de silo unit. Uit het vonnis van de rechtbank (rechtsoverweging 4.28) blijkt dat tijdens de zitting bij de rechtbank is komen vast te staan dat er in 2018 nog enkele behandelingen met de silo unit hadden plaatsgevonden die nog niet financieel waren afgewikkeld tussen partijen. De rechtbank heeft AgroSpeCom c.s. vervolgens veroordeeld om alleen afschriften van documenten over het jaar 2018 te verstrekken waaruit blijkt wat de resultaten van de silo unit zijn geweest. Dat AgroSpeCom c.s. ook de documenten over het jaar 2018 toen al hadden verstrekt, en dat het vonnis in dit opzicht onjuist was, hebben AgroSpeCom c.s. niet aangetoond, zodat hun bezwaar faalt.
7.16
Terzijde merkt het hof nog op dat EcO2 Projects in de memorie van antwoord (nr. 74) heeft vermeld dat EcO2 Greece na het vonnis van de rechtbank een overzichtje met betrekking tot 2018 heeft verstrekt, dat EcO2 Projects heeft besloten het daarbij maar te laten en dat AgroSpeCom c.s. dus geen belang meer hebben bij hun bezwaar tegen het vonnis.
vordering 3 (grief 4)
7.17
EcO2 Greece maakt geen bezwaar tegen de toewijzing van de hoofdsom van € 54.550,-, maar wel tegen de ingangsdatum van de wettelijke handelsrente die de rechtbank heeft gesteld op 15 maart 2018. Zij betoogt dat EcO2 Project c.s. het deden voorkomen alsof zij een vordering van € 911.000,- hadden en dat het logisch is dat AgroSpeCom c.s. zich als reactie daarop in het najaar van 2018 op opschorting hebben beroepen. Omdat EcO2 Project c.s. zelf onduidelijkheid hebben gecreëerd en pas met het vonnis van de rechtbank duidelijk is geworden dat EcO2 Greece het bedrag van € 54.550,-verschuldigd is, dient de rente pas toegewezen te worden vanaf de datum van het vonnis, althans 14 dagen na de datum van het vonnis, aldus EcO2 Greece.
7.18
Het hof verwerpt dit betoog en licht dat als volgt toe. EcO2 Greece heeft niet bestreden dat EcO2 Projects haar verplichtingen uit de constructieovereenkomst volledig is nagekomen en dat EcO2 Greece daartegenover alleen de eerste deelbetaling heeft verricht. EcO2 Greece heeft ook niet betwist dat zij de factuur van 28 februari 2018 voor de tweede deelbetaling van € 54.550,- heeft ontvangen (productie 29 bij akte wijziging van eis van EcO2 Projects c.s. van 10 februari 2021). Deze factuur vermeldt duidelijk dat dit bedrag de tweede deelbetaling is voor de (constructie)overeenkomst van 19 december 2017 en dat het bedrag binnen 15 dagen na de factuurdatum (dus vóór 15 maart 2018) betaald moet worden. Het was voor EcO2 Greece daarmee duidelijk dat zij dit bedrag van € 54.500,- voor die datum aan EcO2 Projects moest voldoen. Hoe de latere e-mail van 4 december 2018 van EcO2 Projects (productie 1 bij conclusie van antwoord) onduidelijkheid zou hebben geschapen over de verschuldigdheid van het bedrag van € 54.500,- heeft EcO2 Greece niet weten uit te leggen. Ook als juist zou zijn dat het in die e-mail genoemde bedrag van € 911.000,- te hoog was, dan maakt dat namelijk nog niet dat het daardoor voor EcO2 Greece onduidelijk was dat zij in ieder geval het bedrag van € 54.500,- al had moeten betalen. In de e-mail zijn geen aanknopingspunten te vinden die aanleiding geven om daaraan te twijfelen. Er was dus geen rechtens te respecteren reden voor EcO2 Greece om betaling van dit bedrag uit te stellen totdat de rechtbank had geoordeeld dat zij dit bedrag moest betalen. De ingangsdatum van de handelsrente is dus terecht gesteld op 15 maart 2018. Ook de proceskostenveroordeling is terecht.
conclusie
7.19
De conclusie is dat het hoger beroep niet slaagt. Het hof zal het vonnis van de rechtbank bekrachtigen en de in hoger beroep gewijzigde vordering afwijzen. AgroSpeCom c.s. zullen worden veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep omdat zij in het ongelijk zijn gesteld.

8.Beslissing

Het hof:
- bekrachtigt het tussen partijen gewezen vonnis van de rechtbank Rotterdam van 3 november 2021;
- wijst af wat AgroSpeCom in hoger beroep meer of anders heeft gevorderd;
- veroordeelt AgroSpeCom c.s. in de proceskosten van het hoger beroep, aan de zijde van EcO2 Projects c.s. tot op heden begroot op € 5.689,- aan griffierecht en € 3.481,- aan salaris voor de advocaat;
- verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit arrest is gewezen door mrs. H.J.M. Burg, A.D. Kiers-Becking en R.S. Le Poole en is in het openbaar uitgesproken op 18 april 2023 in aanwezigheid van de griffier.