Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.[appellant 1],
[appellant 2],
1.[verweerder 1],
[verweerder 2],
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- het arrest van dit hof van 14 december 2021 waarin een mondelinge behandeling is gelast;
- het H12-formulier met brief en bijlagen 1 tot en met 12 van [verweerder 1] c.s.;
- het H12-formulier met bijlage 1 van [appellant 1] c.s.;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 16 juni 2022;
- de memorie van grieven van [appellant 1] c.s., met bijlagen;
- de memorie van antwoord tevens houdend incidenteel hoger beroep en vermeerdering van eis van [verweerder 1] c.s., met bijlagen;
- de memorie van antwoord in incidenteel hoger beroep van [appellant 1] c.s.
3.Feitelijke achtergrond
4.Procedure bij de rechtbank
5.Vordering in hoger beroep
- gedurende 12 maanden na de datum van dit arrest op enigerlei wijze direct dan wel indirect in contact te treden met [verweerder 1] c.s.; en
- inbreuk te maken op de persoonlijke levenssfeer van [verweerder 1] c.s.;
6.Beoordeling in hoger beroep
Het eerste contactverbod
kankerhoer” heeft uitgemaakt en met de dood heeft bedreigd, op 21 juli 2021 tegen [verweerder 1] heeft geroepen “
ik sla je in elkaar met die kankerkop van je” (of woorden van gelijke strekking) en haar opnieuw met de dood heeft bedreigd, en op 24 juli 2021 [verweerder 1] nog een keer voor “
(vuile) kankerhoer” heeft uitgemaakt en de dochter van [verweerder 1] c.s. met de dood heeft bedreigd. [verweerder 1] c.s. heeft ook gesteld dat [appellant 1] [verweerder 2] tijdens de aanvaring die op 24 juli 2021 op die woordenwisseling volgde een klap op zijn arm heeft gegeven, waardoor diens telefoon op de grond viel. Zij heeft ter onderbouwing van deze stellingen verwezen naar haar eigen aangiftes, naar beeld- en geluidsopnames en naar verklaringen van haar dochter, [naam] en omwonenden.
wat moet je kankerwijf?” heeft geroepen tegen [appellant 2], die haar hond aan het uitlaten was, en omdat [verweerder 1] vervolgens bij hem op de deur stond te bonken. Ook hier geldt dat het vertonen van provocerend gedrag nog geen rechtvaardiging oplevert voor het met de dood bedreigen of slaan.
7.Beslissing
- bekrachtigt het tussen partijen gewezen vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Rotterdam van 28 september 2021;
- wijst de in incidenteel hoger beroep ingestelde nieuwe vorderingen van [verweerder 1] c.s. af;
- veroordeelt [appellant 1] c.s. in de kosten van het principaal hoger beroep, aan de zijde van [verweerder 1] c.s. vastgesteld op € 338,- aan griffierechten en € 2.366,- aan salaris van de advocaat;
- veroordeelt [verweerder 1] c.s. in de kosten van het incidenteel hoger beroep, aan de zijde van [appellant 1] c.s. vastgesteld op € 1.183,- aan salaris van de advocaat.