Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Zaaknummer rechtbank : C/10/554838 / HA ZA 18-690
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 10 juni 2020, waarmee het Loodswezen in hoger beroep is gekomen van het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 25 maart 2020, hersteld bij herstelvonnis van 3 juni 2020 (vonnis en herstelvonnis samen hierna veelal: het vonnis);
- de memorie van grieven van het Loodswezen, met bijlagen;
- de ‘memorie van antwoord in principaal appel tevens incidentele memorie van grieven’ van Pedregal, met bijlagen;
- de memorie van antwoord in incidenteel appel van het Loodswezen;
- de bijlagen G7 en G8 die Pedregal ter gelegenheid van de hierna te noemen mondelinge behandeling heeft overgelegd.
3.Feitelijke achtergrond
grief 1 en 2 in principaal en grief 2 in incidenteel hoger beroep) staat in hoger beroep het volgende vast.
swathsen levert ook bunkers aan die
swaths,voluit:
small waterplane area twin hull.
swath(25,65 x 14,25 m, max snelheid 18 knopen, voortstuwing 1.420 kW op 2 schroeven). Zij heeft geen verblijfsruimte en wordt ingezet voor het overzetten en het oppikken van loodsen aan boord van schepen met een vrijboord van minstens 3,5 m, die vervolgens hetzij op de Pollux worden overgezet hetzij naar de wal worden gebracht, en voor het aanvoeren van loodsen en bemanningen aan boord van de Pollux.
swath.De loodsdienstregelaar van de kruispost (Pilot) Steenbank aan wal bepaalt of de loodsen naar de loodskotter gaan dan wel rechtstreeks naar een ander schip dan wel aan boord van de
swathblijven wachten, etc.
4.Procedure bij de rechtbank
5.Vorderingen in hoger beroep
6.Beoordeling in principaal en incidenteel hoger beroep
Internationale bevoegdheid
grief 2 in incidenteel hoger beroepaanvoert, komt vast te staan of loods [loods] na ontscheping van de Nord Taurus daadwerkelijk op de Pollux zou worden overgezet. Deze grief behoeft bij gebrek aan belang derhalve geen verdere bespreking.
grief 3 in principaal hoger beroepdat een schip dat bezig is met het overzetten van een loods niet kwalificeert als een beperkt manoeuvreerbaar schip in de zin van voorschrift 3 en 18 Colregs.
grief 4 in principaal hoger beroepfaalt, voor zover daarin wordt bepleit dat voorschrift 15 voorgaat op voorschrift 18 van de Colregs. Blijkens de aanhef van laatstgenoemd voorschrift dient een schip alleen dan niet uit te wijken voor een beperkt manoeuvreerbaar schip als de voorschriften 9, 10 en 13 anders voorschrijven. Vast staat, zoals ook in het verslag van [betrokkene] is vermeld en ter zitting in hoger beroep met de VDR beelden van de aanvaring is getoond, dat de aanvaring vrijwel onmiddellijk na de ontscheping plaatsvond. Zowel vlak voor als tijdens de aanvaring was de Nord Taurus beperkt manoeuvreerbaar en de Pollux op grond van voorschrift 18 uitwijkplichtig. Vast staat dat de Pollux (toen) niet is uitgeweken.
Grief 5 in principaal hoger beroepfaalt.
Grief 8 in principaal hoger beroepfaalt.
Grief 3 in incidenteel hoger beroepbehoeft geen verdere bespreking. Het hof betrekt hierbij dat ook in hoger beroep onvoldoende weersproken is gebleven dat een eventuele koerswijziging van de Nord Taurus, zoals die in dat late stadium nog mogelijk was geweest, juist (potentieel) catastrofale gevolgen voor de Pollux zou hebben gehad; het verwijt dat de Nord Taurus treft is niet dat er niet op het laatste moment een koerswijziging is doorgevoerd.
grief 1 in incidenteel hoger beroepaan dat dan ook door de Perseus gemaakte fouten in de beoordeling moeten worden betrokken. De Perseus droeg aan de Nord Taurus de leikoers op en heeft geen actie heeft ondernomen om de aanvaring te voorkomen en had net zo min als de Pollux een tweede man op wacht, aldus de grief.
grieven 6, 7, 9 en 10 in principaal hoger beroepslagen gedeeltelijk.
Grief 4 in incidenteel hoger beroepslaagt en
grief 11 in principaal hoger beroepfaalt.