Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Uitspraak van 28 december 2023
[X] te [Z] , belanghebbende,
Procesverloop
Feiten
- [adres 1] , [postcode 1] , [woonplaats]
- [adres 2] , [postcode 2] , [woonplaats] "
verz. 31/3/2020".
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 28 december 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de niet-ontvankelijkheid van een bezwaarschrift dat door belanghebbende was ingediend tegen de beschikkingen van de Heffingsambtenaar van Gemeentebelastingen en Basisinformatie Drechtsteden. De Heffingsambtenaar had eerder het bezwaar van belanghebbende niet-ontvankelijk verklaard omdat het bezwaarschrift te laat was ingediend. Belanghebbende stelde dat hij op 31 maart 2020 een bezwaarschrift had verzonden, maar de Heffingsambtenaar ontkende dit en stelde dat het bezwaarschrift pas op 8 juli 2020 was ontvangen. Het Hof oordeelde dat belanghebbende niet voldoende bewijs had geleverd dat het bezwaarschrift tijdig was verzonden en dat de ontvangst van het bezwaarschrift door de Heffingsambtenaar redelijkerwijs moest worden betwijfeld. Het Hof bevestigde de uitspraak van de Rechtbank, die het beroep van belanghebbende ongegrond had verklaard. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor belanghebbenden om tijdig en correct bezwaar aan te tekenen en de gevolgen van termijnoverschrijding in bestuursrechtelijke procedures.