Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 10 juni 2022, waarmee de ANWB in hoger beroep is gekomen van het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Den Haag van 16 maart 2022;
- het arrest van dit hof van 9 augustus 2022, waarin een mondelinge behandeling is gelast;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 11 oktober 2022;
- de memorie van antwoord van [verweerster], met bijlagen.
3.Feitelijke achtergrond
ANWB-lidmaatschap
Wegenwacht ® Service
Toen heb ik weer gebeld met jongens dit gaat niet werken want alle palen zijn geblokkeerd. Toen heeft een mannelijke collega vervangendvervoer geregeld en toen heb jij gebeld en werd deze auto geregeld. Maar toen werd ik weer gebeld door een nieuwe mannelijke collega en toen zei hij dat wij die auto bij BELI met het Nederlandse kenteken mee mogen nemen en toen werden we weer gebeld en hij zei dat ik die auto niet mee mocht nemen. Ik wil niet weten wat jullie niet weten, ik wil weten wat jullie wel weten. Er staan hier
4.Procedure bij de kantonrechter
5.Vordering in hoger beroep
Grief Iricht zich tegen het oordeel van de kantonrechter dat de ANWB op 31 juli 2020 per sms de toezegging heeft gedaan voor vervangend vervoer en repatriëring van de eigen auto van [verweerster] naar Nederland.
Grief IIricht zich, voor zover wordt geoordeeld dat de ANWB toch heeft toegezegd de auto te repatriëren, tegen het oordeel dat de ANWB niet op die toezegging mocht terugkomen.
Grief IIIricht zich tegen de verwerping van het dwalingsverweer van de ANWB. In
grief IVvoert de ANWB aan dat uit de bepaling in de algemene voorwaarden van de ANWB over repatriëring blijkt dat toezeggingen over repatriëring kunnen worden ingetrokken. In
grief Vvoert de ANWB aan dat de volledige schade voor rekening dient te blijven van [verweerster] op grond van eigen schuld (artikel 6:101 BW). In
grief VIbetwist de ANWB de verschillende schadeposten. De ANWB wil op grond van dit alles dat het hof de vorderingen van [verweerster] alsnog afwijst.
6.Beoordeling in hoger beroep
Waartoe waren partijen over en weer verplicht?
Oké en waar gaat mijn auto dan heen in Nederland?”. Daaruit valt niet op te maken dat [verweerster] begreep dat de auto misschien niet gerepatrieerd zou worden. De medewerker van de ANWB antwoordde bovendien: “
Naar uw garage”, waarna een gesprek volgde over welke garage in de buurt van de woonplaats van [verweerster] dat zou moeten zijn, zonder dat de ANWB daarbij een voorbehoud maakte. Gelet hierop, en in aanmerking genomen dat de ANWB even daarvoor met haar sms de indruk had gewekt dat de auto van [verweerster] zou worden gerepatrieerd, mocht de ANWB er niet op vertrouwen dat [verweerster] begreep dat zij een voorbehoud wenste te maken ten aanzien van de repatriëring.
Oké we zitten toch een beetje van ja ze heeft toch die huurauto meegekregen en misschien dat u toch met uw eigen auto naar Nederland kan. Dat is een beetje het probleem.”, en daarna: “
U gaat gewoon door. Ik moet dit verantwoorden naar mijn meerdere en ik kom daar nog op terug.” [verweerster] heeft daarop haar reis voortgezet met de vervangende auto. Gelet op de mededeling “
u gaat gewoon door”, mocht [verweerster] er naar het oordeel van het hof op vertrouwen dat de tussen haar en ANWB gemaakte afspraak in stand bleef zolang zij geen andersluidend bericht van de ANWB ontving.
- extra verblijfskosten van € 92,80;
- taxikosten van € 40,00 en € 350,00;
- de bij [verweerster] in rekening gebrachte kosten van de vervangende auto van € 1.726,74;
- de kosten van de na inlevering van de vervangende auto door [verweerster] gehuurde auto van € 1.320,00;
- de kosten van repatriëring van de auto van [verweerster] naar Nederland van € 948,86.