ECLI:NL:GHDHA:2023:258
Gerechtshof Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Tijdigheid van appel en niet-ontvankelijkheid in hoger beroep wegens termijnoverschrijding
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 15 februari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake de tijdigheid van het appel van verzoeker, die hoger beroep had ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank Rotterdam van 31 maart 2022. De rechtbank had in die beschikking de ontkenning van het vaderschap van verweerder gegrond verklaard en verzoeker bevolen medewerking te verlenen aan een DNA-onderzoek. Verzoeker heeft zijn hoger beroep op 13 juli 2022 ingesteld, terwijl de beroepstermijn op 30 juni 2022 afliep. Het hof heeft vastgesteld dat verzoeker niet tijdig hoger beroep heeft ingesteld en dat er geen sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding. Verzoeker heeft aangevoerd dat er mogelijk sprake is van een apparaatsfout, maar het hof heeft geoordeeld dat er geen concrete aanwijzingen zijn dat de griffie een fout heeft gemaakt. De advocaat van verweerder heeft geen bezwaar gemaakt tegen de inwilliging van het verzoek van verzoeker, maar het hof heeft benadrukt dat de tijdigheid van het appel ambtshalve moet worden beoordeeld. Uiteindelijk heeft het hof verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep, omdat hij de beroepstermijn heeft overschreden.