[appellant] vorderde in eerste aanleg, en hij vordert in hoger beroep, samengevat, dat:
A. de Transactie wordt vernietigd en dat de Staat wordt geboden alle daarop gebaseerde (rechts)handelingen ongedaan te maken;
B. de Staat wordt veroordeeld om binnen vijf dagen na de datum van vonnis een bedrag van € 30.000 aan [appellant] te voldoen, te vermeerderen met wettelijke rente;
C. de Staat wordt veroordeeld om binnen vijf dagen na de datum van vonnis een bedrag van € 10.000, althans een bedrag van € 6.300 of een door de rechtbank vast te stellen bedrag, wegens de 120 uur verrichte arbeid aan [appellant] te voldoen, te vermeerderen met wettelijke rente;
D. voor recht wordt verklaard dat de Staat een onrechtmatige daad jegens [appellant] heeft gepleegd en uit dien hoofde aansprakelijk is voor de schade die [appellant] als gevolg daarvan heeft geleden, waaronder als gevolg van het opmaken van het valse proces-verbaal, het nemen van vervolgingsmaatregelen tegen [appellant] op grond van dat valse proces-verbaal, het opmaken van het valse eindproces-verbaal, het verhullen althans verzwijgen dat deze documenten vals waren en het [appellant] laten aangaan van de transactie, op te maken bij staat;
E. de Staat wordt veroordeeld in de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
F. de Staat wordt veroordeeld in de nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente.