ECLI:NL:GHDHA:2023:2336

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
23 oktober 2023
Publicatiedatum
5 december 2023
Zaaknummer
2200205622
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gevangenisstraf opgelegd voor drugs- en wapenhandel en witwassen in versnelde procedure

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 23 oktober 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Den Haag. De verdachte, geboren in 1979 en thans gedetineerd, was in eerste aanleg veroordeeld tot een gevangenisstraf van 66 maanden voor verschillende strafbare feiten, waaronder drugs- en wapenhandel en witwassen. In hoger beroep heeft het hof de opgelegde straf verlaagd naar 48 maanden, waarbij de verdachte werd vrijgesproken van de handel in harddrugs. De zaak werd behandeld in de innovatiekamer van het hof, wat een versnelde procedure inhoudt. De advocaat-generaal had gevorderd dat het vonnis van de rechtbank zou worden vernietigd en dat de verdachte zou worden vrijgesproken van het primair tenlastegelegde feit. Het hof heeft de procesafspraken die met de verdediging zijn gemaakt, geaccepteerd en de verdachte heeft ingestemd met de vordering van de advocaat-generaal. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet en de Wet wapens en munitie, en heeft de verbeurdverklaring van verschillende in beslag genomen voorwerpen en geldbedragen uitgesproken. De uitspraak benadrukt de ernst van de feiten en de impact op de volksgezondheid en de veiligheid.

Uitspraak

Rolnummer: 22-002056-22
Parketnummer: 09-095837-21
Datum uitspraak: 23 oktober 2023
TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Den Haag van 14 juni 2022 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1979,
adres: [adres],
thans gedetineerd in [detentieadres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzittingen in hoger beroep van dit hof.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte van het onder 1 primair tenlastegelegde vrijgesproken en ter zake van het onder 1 subsidiair, 2, 3 primair en 4 tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 66 maanden met aftrek van voorarrest. Voorts is een beslissing genomen omtrent de in beslag genomen voorwerpen en geldbedragen, zoals nader omschreven in het vonnis en herstelvonnis waarvan beroep.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in hoger beroep - tenlastegelegd dat:
1. primair
hij op of een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 26 maart 2020 tot en met 13 juni 2020 te 's-Gravenhage en/of Voorburg en/of Rijswijk en/of elders in Nederland, opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, (telkens) een hoeveelheid van een materiaal amfetamine(olie), zijnde (telkens) amfetamine (telkens) (een) middel(len) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I,dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 26 maart 2020 tot en met 13 juni 2020 te 's-Gravenhage en/of Voorburg en/of Rijswijk en/of elders in Nederland om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren van (telkens) een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine voor te bereiden en/of te bevorderen, een of meer anderen heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen, mede te plegen, uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen, hebbende verdachte:
- een of meer encrypted telefoon(s) (PGP) voorhanden gehad en/of
- een of meer ontmoeting(en) gehad en/of geregeld voor een/of meer andere perso(o)n(en) met een of meer (potentiële) koper(s) en/of verkoper(s)van amfetamine(olie) en/of
- afspraken gemaakt/laten maken over de prijs/prijzen en/of hoeveelhe(i)d(en) van de te leveren en/of geleverde amfetamine(olie) en/of andere daaraan verbonden geleverde en/of te leveren diensten en/of
- amfetamine voorhanden gehad en/of foto's van de geleverde en/of te leveren amfetamine en/of gemaakt en/of laten maken en/of gestuurd en/of laten sturen naar een (potentiële) koper(s) en/of verkoper(s)en/of
-(een)geldbedrag(en) verstrekt en/of afgeleverd en/of betalingen gedaan en/of ontvangen ten behoeve van de aankoop en/of verkoop van amfetamine(olie);
2.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 26 maart 2020 tot en met 13 juni 2020 te 's-Gravenhage en/of Voorburg en/of Rijswijk en/of elders in Nederland meermalen althans eenmaal, (telkens) opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep en/of hasjies/hash, zijnde hennep en/of hasjies/hash (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
3. primair
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 26 maart 2020 tot en met 10 juni 2020 te ’s-Gravenhage en/of Voorburg en/of Rijswijk en of elders in Nederland, meermalen, althans eenmaal, heeft gehandeld in strijd met de artikelen 9, eerste lid, en/of 31, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, door een of meer wapens en/of munitie van categorie II en/of III over te dragen en/of zonder erkenning te verhandelen en/of voorhanden te hebben, immers heeft verdachte (telkens) onderhandeld over en/of transacties geregeld voor de aankoop en/of verkoop en/of de levering van één of meer wapens van categorie II en/of categorie III, te weten Glock 17 en/of Glock 19 en/of Grandpower en/of AR 15 en/of CZ P10 S en/of (bijbehorende) munitie van categorie II en/of categorie III;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 26 maart 2020 tot en met 13 juni 2020, te 's-Gravenhage en/of Voorburg en/of Rijswijk en of elders in Nederland, ter uitvoering van het door hem, verdachte, voorgenomen misdrijf om zonder erkenning één of meerdere wapen(s), in de zin van artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2 lid 1, categorie III en/of categorie II van de Wet Wapens en Munitie te weten een (semi)automatisch vuurwapen, over te dragen en/of te verhandelen en/of anderszins ter beschikking te stellen, immers heeft hij, verdachte, een of meer chatberichten gestuurd naar een persoon genaamd "[naam 1]" en/of "[naam 2]" en/of "[naam 3]" en in die berichten het voornoemde wapen (te koop) aangeboden, althans in die berichten aangestuurd op de verkoop van voornoemd wapen door die persoon afbeeldingen van het betreffende wapen te sturen en/of het verkoopbedrag van het betreffende wapen door te geven, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 26 maart 2020 tot en met 13 juni 2020 te ’s-Gravenhage en/of Voorburg en/of Rijswijk en/of elders in Nederland, een wapen van categorie II en/of III, onder 1 van de Wet wapens en munitie zijnde een vuurwapen in de vorm van een (semi) automatisch vuurwapen voorhanden heeft gehad;
4.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 maart 2020 tot en met 6 april 2021
te 's-Gravenhage en/of Voorburg en/of Rijswijk en/of elders in Nederland (een) voorwerp(en) en/of een geldbedrag van 89.811,- euro (op de Lange Dreef in Rijswijk) en/of een geldbedrag van 38.850, euro (op de Parkweg in Voorburg), en/of een geldbedrag van 800 euro (Chicagostraat 23), in elk geval een of meer geldbedrag(en) en/of een horloge (Rolex) en/of een auto (Mercedes) en/of een deel van een bitcoin, heeft verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet, en/of van die/dat voorwerp(en) en/of geldbedrag(en) gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist dat dat voorwerp geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte - conform de met de verdediging gemaakte procesafspraken - zal worden vrijgesproken ter zake van het onder 1 primair en subsidiair tenlastegelegde en dat de verdachte zal worden veroordeeld ter zake van het onder 2, 3 primair en 4 tenlastegelegde tot een gevangenisstraf voor de duur van 48 maanden met aftrek van voorarrest. Voorts heeft de advocaat-generaal gevorderd dat de voorwerpen en geldbedragen zoals dit onder nummer 1 tot en met 8 is vermeld in het afdoeningsvoorstel, verbeurd worden verklaard.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Vrijspraak
Met de advocaat-generaal en de raadsman van de verdachte is het hof van oordeel dat hetgeen aan de verdachte onder 1 primair en subsidiair is tenlastegelegd niet wettig en overtuigend is bewezen, zodat de verdachte daarvan zal worden vrijgesproken.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 2, 3 primair en 4 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
2.
hij
op een of meer tijdstip(pen)in
of omstreeksde periode van 26 maart 2020 tot en met 13 juni 2020 te 's-Gravenhage en
/ofVoorburg en
/ofRijswijk en/of elders in Nederland meermalen
althans eenmaal, (telkens)opzettelijk heeft verkocht en/of
afgeleverd en/ofverstrekt en/of vervoerd, in elk geval
(telkens
)opzettelijk aanwezig heeft gehad een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep en
/ofhasjies/hash, zijnde hennep en
/ofhasjies/hash
(telkens
)een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
3. primair
hij op
een of meertijdstippen in
of omstreeksde periode van 26 maart 2020 tot en met 10 juni 2020 te ’s-Gravenhage en
/ofVoorburg en
/ofRijswijk en
ofelders in Nederland, meermalen
, althans eenmaal,heeft gehandeld in strijd met
deartikel
en9, eerste lid,
en/of 31, eerste lid,van de Wet wapens en munitie, door
een of meerwapens en/of munitie van categorie II en/of III
over te dragen en/ofzonder erkenning te verhandelen
en/of voorhanden te hebben, immers heeft verdachte (telkens) onderhandeld over en/of transacties geregeld voor de aankoop en
/ofverkoop en
/ofde levering van
één of meerwapens van categorie II en
/ofcategorie III, te weten Glock 17 en/of Glock 19 en/of Grandpower en/of AR 15 en/of CZ P10 S en
/of(bijbehorende) munitie van categorie II en
/ofcategorie III;
4.
hij
op een of meer tijdstip(pen)in
of omstreeksde periode van 1 maart 2020 tot en met 6 april 2021 te 's-Gravenhage en
/ofVoorburg en
/ofRijswijk en/of elders in Nederland
(een)voorwerp
(en
)en
/ofeen geldbedrag van 89.811,- euro (op de Lange Dreef in Rijswijk) en
/ofeen geldbedrag van 38.850,- euro (op de Parkweg in Voorburg)
,en
/ofeen geldbedrag van 800 euro (
op deChicagostraat
23),
in elk geval een of meer geldbedrag(en) en/ofeen horloge (Rolex) en
/ofeen auto (Mercedes) en
/ofeen deel van een bitcoin, heeft verworven, voorhanden gehad,
overgedragen en/of omgezet,en/of van die
/datvoorwerp
(en
)en
/ofgeldbedrag
(en
)gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist dat
diedatvoorwerp
en en die geldbedragengeheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig
warenwasuit enig misdrijf.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 2 bewezenverklaarde levert op:
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd.
Het onder 3 bewezenverklaarde levert op:
De eendaadse samenloop van:
handelen in strijd met artikel 9, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II en een vuurwapen van categorie III, meermalen gepleegd
en
handelen in strijd met artikel 9, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd.
Het onder 4 bewezenverklaarde levert op:

witwassen, meermalen gepleegd.

Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Strafmotivering
Procesverloop
Op 20 september 2023 liet de advocaat-generaal weten dat er met de verdediging procesafspraken in de onderhavige zaak zijn gemaakt. De zaak is aangebracht bij de innovatiekamer, zodat de zaak via de ‘versnelde procedure’ kon worden afgedaan. De verdachte, diens raadsman en de advocaat-generaal hebben middels een ondertekende intentieverklaring aangegeven zich te committeren aan de werkwijze van de innovatiekamer.
De procesafspraken
De procesafspraken, zoals neergelegd in het afdoeningsvoorstel dat aan het hof is gezonden op 2 oktober 2023, luiden als volgt:
1.
Verdachte en verdediging zullen geen (rechtmatigheids)verweren voeren ten aanzien van “encrochat”.
2.
Verdachte en verdediging zullen de in de appelschriftuur genoemde onderzoekswensen niet handhaven en ook overigens geen onderzoekswensen indienen.
3.
Er kan een bewezenverklaring volgen voor de feiten 2, 3 (voltooide wapenhandel, ten laste te leggen middels een vordering wijziging tenlastelegging) en 4. Voor feit 1 dient verdachte integraal te worden vrijgesproken.
4.
Verdachte en verdediging zullen ten aanzien van de feiten 2, 3 en 4 geen verweren voeren.
5.
Het Openbaar Ministerie eist voor de te bewijzen feiten 2, 3 (primair ingeval vordering wijziging tenlastelegging wordt toegelaten) en 4 een gevangenisstraf voor de duur van 48 maanden met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht.
6.
Voor wat betreft het beslag kan ten aanzien van de nummers 1 t/m 8 verbeurdverklaring worden uitgesproken.
7.
Ingeval van verbeurdverklaring van de goederen genoemd onder 1 t/m 8 zal door het OM geen ontnemingsprocedure tegen verdachte worden geïnitieerd.
8.
De verdachte [verdachte] zal niet worden vervolgd voor feiten genoemd in de artikelen 2 en/of 3 van de Opiumwet en/of de artikelen 9 en/of 13 en/of 26 van de Wet Wapens en Munitie anders dan waarvoor verdachte in de huidige strafzaak wordt vervolgd, voor zover die feiten zouden blijken uit de veiliggestelde chats onder de naam “[naam 4]” in de periode van 26 maart 2020 tot en met 13 juni 2020.
Ter terechtzitting in hoger beroep heeft de advocaat-generaal conform de procesafspraken gerekwireerd. De verdachte en de raadsman hebben zich aan de vordering van de advocaat-generaal gerefereerd.
Het toetsingskader van de Hoge Raad: waarborging van het recht op een eerlijk proces in de zin van artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (hierna: EVRM)
De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 27 september 2022, ECLI:NL:HR:2022:1252, overwogen dat de rechter alleen acht kan slaan op een door het Openbaar Ministerie en de verdediging opgesteld afdoeningsvoorstel als gewaarborgd is dat wordt voldaan aan de eisen die artikel 6 EVRM stelt. Deze waarborg is in het bijzonder van belang omdat in de regel van een afdoeningsvoorstel deel uitmaakt dat de verdachte afziet van de uitoefening van bepaalde aan hem toekomende verdedigingsrechten.
Het hof overweegt hierover in de onderhavige zaak als volgt.
De verdachte was samen met zijn raadsman aanwezig op de terechtzitting in hoger beroep. Op die terechtzitting zijn de procesafspraken besproken met de verdachte en diens raadsman. Op basis van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep is het hof van oordeel dat de verdachte in de concrete omstandigheden van het geval vrijwillig, op basis van voldoende en duidelijke informatie en terwijl hij zich bewust was van de rechtsgevolgen, is gekomen tot de ondubbelzinnige beslissing mee te werken aan de gemaakte procesafspraken, neergelegd in een afdoeningsvoorstel en de daarmee gepaard gaande afstand van verdedigingsrechten.
Gelet op het voorgaande is het hof van oordeel dat het acht kan slaan op de voorliggende procesafspraken. Het hof merkt daarbij op, dat de zaak voor de innovatiekamer atypisch is, met name omdat er geen sprake is van schending van de redelijke termijn, niet in eerste aanleg en ook niet in hoger beroep. Het hof acht in dit bijzondere geval het belang van de verdachte en het belang van het Openbaar Ministerie bij een zo spoedig mogelijke afdoening van de zaak echter dermate zwaarwegend dat het hof, alles afwegende, heeft besloten om de zaak te behandelen in de innovatiekamer en over te gaan tot het accepteren van de gemaakte procesafspraken. Dat heeft meer in het bijzonder ook te maken niet alleen met de te verwachten lange duur van de zaak, zeker als onderzoekswensen met betrekking tot encrochatkwesties zouden worden gehonoreerd, maar ook met de overeengekomen (en verkregen) vrijspraak voor wat betreft het eerste tenlastegelegde feit én met de proceshouding, alsmede de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.
De strafmotivering in de onderhavige zaak
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan de handel in hennep en hasj. Dit levert een bijdrage aan de verspreiding van drugs. Drugs zijn schadelijk voor de volksgezondheid en het gebruik ervan leidt veelal, direct en indirect, tot vele vormen van criminaliteit.
Voorts heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan het verhandelen van wapens en munitie. Vuurwapens vormen op zichzelf beschouwd een groot gevaar en een aanzienlijke bedreiging voor de samenleving. De gevolgen van het gebruik van vuurwapens zijn over het algemeen desastreus.
Tot slot heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan witwassen van diverse geldbedragen, een horloge, een sieradendoos en een auto. Door opbrengsten van misdrijven aan het zicht van justitie te onttrekken, wordt de integriteit van het financiële en economische verkeer aangetast.
Het hof heeft acht geslagen op een de verdachte betreffend uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 26 september 2023.
Het hof neemt voorts in aanmerking dat de verdachte, door in te stemmen met afdoening via de versnelde procedure, enig procesrisico heeft genomen en heeft meegewerkt aan het voorkomen van een langere duur van de procedure in hoger beroep. Daarmee zal het hof in het voordeel van de verdachte rekening houden. Voorts heeft de verdachte verantwoordelijkheid getoond voor zijn daden. Hij heeft er blijk van gegeven te beseffen dat hij verkeerd gehandeld heeft en dat hij zich in het vervolg moet onthouden van het plegen van strafbare feiten.
Het hof is - alles afwegende, in lijn met de vordering van de advocaat-generaal en het standpunt van de verdediging - van oordeel dat een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur een passende en geboden reactie vormt.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de veroordeelde in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
Het bevel tot voorlopige hechtenis zal worden opgeheven met ingang van het tijdstip waarop de duur van de voorlopige hechtenis gelijk wordt aan die van de opgelegde gevangenisstraf, rekening houdend met de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling.
Beslag
De inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen en geldbedragen, te weten:
- 1 STK Horloge (omschrijving: Oyster perpetual sky-dweller rose goudkleurig G2575865, Goudkleurig, merk: Rolex);
- 1 STK Personenauto [kenteken] (omschrijving: G2559674, Zwart, merk: Mercedes, chassisnr: [chassisnr], bouwjaar 2018);
- 350 EUR (omschrijving: 2575858);
- 6000 EUR (omschrijving: 2575859);
- 89811 EUR (omschrijving: 2575867);
- 32500 EUR (omschrijving: 2575864);
- 800 EUR (omschrijving: G2575855);
- 1 STK Sieradendoos (omschrijving: G2576376).
zijn vatbaar voor verbeurdverklaring, nu het voorwerpen en geldbedragen zijn met behulp waarvan het bewezenverklaarde onder 4 is begaan. Het hof zal deze voorwerpen en geldbedragen daarom verbeurd verklaren.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 3 en 11 van de Opiumwet, de artikelen 33, 33a, 55, 57 en 420bis van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 9 en 55 van de Wet wapens en munitie, zoals zij rechtens gelden dan wel golden.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis en het herstelvonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 1 primair en 1 subsidiair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 2, 3 primair en 4 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 2, 3 primair en 4 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
48 (achtenveertig) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte met ingang van het tijdstip waarop de duur van de voorlopige hechtenis gelijk wordt aan die van de opgelegde gevangenisstraf, rekening houdend met de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling.
Verklaart verbeurdde in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- 1 STK Horloge (omschrijving: Oyster perpetual sky-dweller rose goudkleurig G2575865, Goudkleurig, merk: Rolex);
- 1 STK Personenauto [kenteken](omschrijving: G2559674, Zwart, merk: Mercedes, chassisnr:[chassisnr], bouwjaar 2018);
- 350 EUR (omschrijving: 2575858);
- 6000 EUR (omschrijving: 2575859);
- 89811 EUR (omschrijving: 2575867);
- 32500 EUR (omschrijving: 2575864);
- 800 EUR (omschrijving: G2575855);
- 1 STK Sieradendoos (omschrijving: G2576376).
Dit arrest is gewezen door mr. H.C. Wiersinga, mr. O.E.M. Leinarts en mr. B. Stapert, in bijzijn van de griffier mr. F.S. Ördü.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 23 oktober 2023.
Mr. O.E.M. Leinarts is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.