ECLI:NL:GHDHA:2023:2224
Gerechtshof Den Haag
- Verwijzing na Hoge Raad
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake WOZ-waarde van onroerende zaak na verwijzing door de Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van de Rechtbank Amsterdam over de WOZ-waarde van een woning in Amsterdam. De Heffingsambtenaar had de waarde vastgesteld op € 502.000 per 1 januari 2019, maar de belanghebbende betwistte deze waarde en stelde dat de waarde op € 457.209 moest worden vastgesteld. De Rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, waarna de belanghebbende in cassatie ging bij de Hoge Raad. De Hoge Raad verklaarde het beroep gegrond en verwees de zaak terug naar het Gerechtshof Den Haag voor verdere behandeling.
Na verwijzing heeft het Gerechtshof de mondelinge behandeling gehouden, waarbij partijen hun standpunten hebben toegelicht. De Heffingsambtenaar heeft zich aangesloten bij het taxatierapport van de belanghebbende, met uitzondering van de erfpachtcorrectie. De belanghebbende heeft zijn eerdere grieven over de erfpachtcorrectie ingetrokken, wat leidde tot overeenstemming over de waarde van de woning. Het Hof heeft geoordeeld dat de waarde van de woning moet worden vastgesteld op € 471.000, en heeft de uitspraak van de Rechtbank en de uitspraak op bezwaar vernietigd. Tevens is de Heffingsambtenaar veroordeeld in de proceskosten van de belanghebbende, die zijn vastgesteld op € 5.323,76.
De uitspraak van het Gerechtshof is openbaar uitgesproken op 27 juli 2023, en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.