Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
hij in of omstreeks de periode vanaf 1 oktober 2017 tot en met 6 maart 2018 te 's-Gravenhage, in elk geval in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie, welke organisatie werd gevormd door een samenwerkingsverband van meerdere natuurlijke personen en/of rechtspersonen, te weten hij, verdachte en/of [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] en/of [medeverdachte 6] en/of [medeverdachte 7] en/of een of meer andere (rechts)perso(o)n(en), welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk (telkens)
hij in of omstreeks de periode van 1 november 2017 tot en met 6 maart 2018 te 's-Gravenhage, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal, opzettelijk (een) accijnsgoed(eren), te weten (in totaal) (circa) 684.700 stuks sigaretten (AMB-128), althans (telkens) (een) (grote) hoeveelheid sigaretten, voorhanden heeft gehad, terwijl die sigaretten niet overeenkomstig de bepalingen van de Wet op de Accijns in de heffing waren betrokken.
ruimekring van personen is aangewezen als schuldenaar van de accijnsschuld ook indien de goederen toebehoren aan de werkgever of een derde.
hijsigaretten heeft, er moet door [medeverdachte 3] aan
hembetaald worden en
hijmaakt met [medeverdachte 3] afspraken voor de daadwerkelijke leveringen. Dit is, anders dan de verdediging stelt, niet slechts een bemiddelende rol. Uit het feit dat de verdachte partijen sigaretten “heeft” en daadwerkelijk levert, volgt dat hij toegang had tot die
hij in
of omstreeksde periode van 1 november 2017 tot en met 6 maart 2018 te 's-Gravenhage,
althans in Nederland,tezamen en in vereniging met (een) ander(en),
althans alleen,meermalen,
althans eenmaal,opzettelijk
(een)accijnsgoed
(eren
), te weten
(in totaal) (circa) 684.700 stuks sigaretten (AMB-128), althans (telkens
) (een
)(grote) hoeveelheid sigaretten, voorhanden heeft gehad, terwijl die sigaretten niet overeenkomstig de bepalingen van de Wet op de Accijns in de heffing waren betrokken.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) maanden.
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
taakstrafvoor de duur van
220 (tweehonderdtwintig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
110 (honderdtien) dagen hechtenis.
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten: