ECLI:NL:GHDHA:2023:2113
Gerechtshof Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Internationale kinderontvoering en gezagsrecht naar Turks recht
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Den Haag, gaat het om de teruggeleiding van drie minderjarige kinderen van Nederland naar Turkije, in het kader van internationale kinderontvoering. De vader, verzoeker in hoger beroep, is het niet eens met de beslissing van de rechtbank Den Haag van 1 september 2023, die de teruggeleiding van de kinderen had geweigerd op basis van het Haags Kinderontvoeringsverdrag (HKOV). De vader stelt dat de kinderen ongeoorloofd zijn overgebracht naar Nederland door de moeder, die in mei 2023 met hen naar Nederland is vertrokken. Het hof heeft de zaak op 11 oktober 2023 behandeld en de bestreden beschikking bekrachtigd, waarbij het hof oordeelt dat er geen sprake is van ongeoorloofde overbrenging. Het hof overweegt dat de gezagssituatie op het moment van de overbrenging naar Turks recht moet worden beoordeeld. De moeder had op dat moment het eenhoofdig gezag over de kinderen, en de vader had enkel recht op omgang, wat niet gelijkstaat aan gezag in de zin van het HKOV. Het hof concludeert dat de moeder gerechtigd was om met de kinderen naar Nederland te reizen, en dat de vader geen gezagsrecht had dat hem in staat stelde om de verblijfplaats van de kinderen te bepalen. De proceskosten in hoger beroep worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.