ECLI:NL:GHDHA:2023:2096
Gerechtshof Den Haag
- Herziening
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot herziening van een arrest in het kader van de toeslagenaffaire en de schuldsaneringsregeling
In deze zaak heeft [appellante] op 12 juni 2023 een verzoek tot herziening ingediend van een eerder arrest van het Gerechtshof Den Haag, dat op 23 juli 2019 was gewezen. Dit eerdere arrest bevestigde de afwijzing door de rechtbank Den Haag van haar verzoek om toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling (wsnp). [appellante] stelt dat zij een erkend slachtoffer is van de toeslagenaffaire en dat dit haar financiële en psychische situatie heeft beïnvloed. Ze heeft excuses ontvangen van de overheid voor gemaakte fouten met de kinderopvangtoeslag en meent dat deze nieuwe feiten een andere beslissing rechtvaardigen.
Het hof heeft het verzoek van [appellante] beoordeeld en vastgesteld dat het verzoek niet kan worden aangemerkt als een verzoek tot herziening, maar als een verzoek tot herroeping op basis van de Tiende titel van het Eerste boek van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Het hof heeft geconcludeerd dat er geen sprake is van bedrog of achtergehouden stukken die aanleiding geven tot herroeping. Het hof benadrukt dat [appellante] opnieuw een verzoek tot toepassing van de wsnp kan indienen bij de rechtbank, waarbij zij mogelijk ondersteuning kan krijgen van haar beschermingsbewindvoerder en casemanager.
Uiteindelijk heeft het hof [appellante] niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek tot herroeping van het arrest van 23 juli 2019. De beslissing is genomen met inachtneming van de omstandigheden van de zaak, maar het hof kan niet ingaan op het verzoek tot herroeping omdat de eerder genomen beslissing niet berust op bedrog of andere relevante nieuwe feiten.