ECLI:NL:GHDHA:2023:2082

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
3 oktober 2023
Publicatiedatum
2 november 2023
Zaaknummer
200.328.573/01
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot rectificatie van publicaties door de Consumentenbond over reisaanbiedingen

In deze zaak vorderen Prijsvrij.nl B.V. en D-Reizen Online B.V. rectificatie van publicaties door de Consumentenbond, waarin zij beschuldigd worden van prijsmisleiding. De Consumentenbond had in februari 2023 onderzoek gedaan naar de beschikbaarheid van vakanties voor de geadverteerde prijzen bij twaalf online reisaanbieders, waaronder Prijsvrij en D-Reizen. De resultaten van dit onderzoek werden op 28 maart 2023 gepubliceerd, waarbij werd gesteld dat de meeste aanbiedingen niet beschikbaar waren voor de geadverteerde prijs. Prijsvrij en D-Reizen hebben de vorderingen tot rectificatie en inzage in de onderzoeksgegevens in kort geding aanhangig gemaakt, maar de rechtbank heeft deze vorderingen afgewezen. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank en oordeelt dat de Consumentenbond rechtmatig heeft gehandeld door de onderzoeksresultaten te publiceren. Het hof stelt vast dat Prijsvrij en D-Reizen niet voldoende aannemelijk hebben gemaakt dat zij zich aan de regels hebben gehouden en dat de publicaties van de Consumentenbond niet onrechtmatig zijn. De vorderingen worden afgewezen en Prijsvrij en D-Reizen worden veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Afdeling Civiel recht
Zaaknummer hof : 200.328.573/01
Zaaknummer rechtbank : C/09/645758 / KG ZA 23/289
Arrest in kort geding van 3 oktober 2023
in de zaak van

1.Prijsvrij.nl B.V.,

gevestigd in Den Bosch,
2. D-Reizen Online B.V.,
gevestigd in Den Bosch,
appellanten,
advocaat: mr. H. Knotter kantoorhoudend in Den Bosch,
tegen
De Consumentenbond,
gevestigd in Den Haag,
verweerder,
advocaat: mr. J.S. Bierens kantoorhoudend in Den Haag.
Het hof zal partijen hierna noemen: Prijsvrij, D-reizen en de Consumentenbond.

1.De zaak in het kort

1.1
In dit kort geding vorderen Prijsvrij en D-reizen rectificatie van twee publicaties van de Consumentenbond. Hierin waren de resultaten gepubliceerd van een in februari 2023 onder twaalf online-aanbieders van vakantiereizen verricht onderzoek naar de vraag of vakanties daadwerkelijk voor de geadverteerde prijs konden worden geboekt. Naast rectificatie vorderen Prijsvrij en D-reizen inzage in de onderzoeksgegevens. De rechtbank heeft de vorderingen afgewezen. Het hof komt tot hetzelfde oordeel en bekrachtigt het vonnis.

2.Procesverloop in hoger beroep

2.1
Het verloop van de procedure in hoger beroep blijkt uit de volgende stukken:
  • de dagvaarding in spoedappel van 12 juni 2023, waarmee Prijsvrij en D-reizen in hoger beroep zijn gekomen van het vonnis van de rechtbank Den Haag van 26 mei 2023, met grieven en bijlagen;
  • de akte overlegging producties van Prijsvrij en D-reizen, met bijlagen 38-49;
  • de memorie van antwoord van de Consumentenbond, met bijlagen;
  • de bijlagen 50 tot en met 62 en 34 die Prijsvrij en D-reizen, respectievelijk de Consumentenbond ter gelegenheid van de hierna te noemen mondelinge behandeling hebben overgelegd.
2.2
Op 28 augustus 2023 heeft een mondelinge behandeling plaatsgevonden. De advocaten hebben de zaak toegelicht aan de hand van pleitaantekeningen die zij hebben overgelegd.

3.Feitelijke achtergrond

3.1
Het hof gaat uit van de volgende feiten.
3.2
Prijsvrij en D-reizen zijn professionele reisdienstverleners. Zij bieden vakantiereizen te koop aan voor particulieren. Prijsvrij doet dat enkel via haar website; D-reizen is zowel online als offline doorverkoper van pakketreizen. Zij zijn onderdeel van dezelfde holding maar wel separate juridische entiteiten met een eigen doelgroep en eigen bedrijfsvoering. Zij afficheren zich naar buiten toe beide als lid van de ‘Prijsvrij-familie’.
3.3
De Consumentenbond houdt zich bezig met consumentenbelangenbehartiging en voorlichting omtrent productkeuze en diensten door middel van onderzoek, informatieverstrekking en advisering. De Consumentenbond beschikt over een eigen magazine, de Consumentengids, waarin artikelen en resultaten van onderzoeken worden gepubliceerd. Daarnaast publiceert hij artikelen op zijn eigen website.
3.4
In de eerste week van februari 2023 heeft de Consumentenbond onderzoek verricht naar aanbiedingen binnen de reisbranche. Hij heeft daartoe bij twaalf grote reisaanbieders steeds 25 aanbiedingen geselecteerd en vervolgens gecontroleerd of het mogelijk was de desbetreffende reizen te boeken voor de prijs waarmee geadverteerd werd. Tot de onderzochte bedrijven behoren Prijsvrij en D-reizen. Op 8 februari 2023 heeft de Consumentenbond Prijsvrij c.s. per brief bericht dat uit het onderzoek is gebleken dat het grootste deel van de onderzochte aanbiedingen niet beschikbaar is voor de prijs in de reclame-uiting. De brief vermeldt voor zover van belang het navolgende:

Onze bevindingen
-
Bij praktisch alle reisaanbiedingen laten Prijsvrij en D-reizen het na om de verplichte toeristenbelasting en bijdragen voor SGR en het Calamiteitenfonds op te nemen of in de directe nabijheid van de reisaanbieding te tonen. Dat is in strijd met art. 3.1 van de Reclamecode Reisaanbiedingen.-
Bij het merendeel van de reisaanbiedingen steeg de ‘kale’ reissom tijdens het boeken. Dat is in strijd met art. 5.1 van de Reclamecode Reisaanbiedingen.-
Twee reisaanbiedingen van D-reizen waren geheel niet te boeken. Ook dat is in strijd met art. 5.1 van de Reclamecode Reisaanbiedingen. (…)Daarom verzoeken we uw organisatie om per direct deze vorm van prijsmisleiding te staken en ervoor te zorgen dat prijzen in uw reisaanbiedingen beschikbaar én volledig zijn. Eind maart publiceren we onze bevindingen in een artikel in de Consumentengids. Graag horen we daarom voor 1 maart 14.00 uur of uw organisatie gehoor geeft aan ons verzoek. (…) Het staat u vrij om tot 1 maart 14 uur ook een reactie aan te bieden ter publicatie in de Consumentengids, al kunnen we op voorhand geen (volledige) plaatsing daarvan garanderen. Voor eventuele inhoudelijke vragen over het onderzoek, verzoek ik u contact op te nemen met mijn collega [onderzoeker] (…).”
3.5
Bij brief van 17 februari 2023 hebben Prijsvrij c.s. gereageerd via hun bedrijfsjurist. Daarin is erop gewezen dat Prijsvrij c.s. afhankelijk zijn van de data die aangeleverd worden door de touroperators en dat die onder meer door veranderende vluchtbeschikbaarheid kunnen veranderen, waardoor de actuele prijs hoger maar ook lager kan uitvallen. In de brief wordt vermeld dat de verhouding hoger-lager ongeveer 50/50 is. De brief vermeldt verder: ‘
Wij ontvangen de vlucht beschikbaarheidsdata altijd later dan dat deze geüpdatet zijn in de eigen systemen van de touroperator (lees bijvoorbeeld TUI). Vandaar dat er in de prijzenmatrix een laatste check ten aanzien van prijs en beschikbaarheid wordt gedaan en de definitieve prijs en aanbod vervolgens worden vertoond.’
De Consumentenbond wordt in deze brief uitgenodigd om te komen zien hoe een en ander in de praktijk werkt. Over de bijdrage SGR en Calamiteitenfonds wordt in de brief medegedeeld dat de SGR-bijdrage pas sinds februari 2021 in rekening wordt gebracht bij de consument. Verder vermeldt de brief onder meer:

Naar aanleiding van recente berichten en adviezen hieromtrent van de ANVR, die op dit vlak ik nauw contact staat met de ACM, hebben wij reeds enige tijd terug besloten om de SGR-bijdrage en bijdrage aan het Calamiteitenfonds bij de prijs van de reis (gedefinieerd per persoon) te gaan vermelden. De exacte uitwerking hiervan had echter meer voeten in aarde dan het zich in eerste instantie liet aanzien omdat sommige (Duitse) touroperators niet zijn aangesloten bij de SGR en het Calamiteitenfonds. Het al dan niet verschuldigd zijn van en de hoogte van bijdragen hangt af van het aantal personen van de boeking, het soort accommodatie en de touroperator die de reis aanbiedt. Niet voor niets maakt de ACM hierin een uitzondering door toe te staan dergelijke kosten niet in de prijs per persoon maar middels een additionele prijsregel in de prijs per boeking weer te geven (…) Wij gaan dus de SGR-bijdrage en bijdrage aan het Calamiteitenfonds bij de prijs van de reis (gedefinieerd per persoon) vermelden en verwachten een en ander een dezer dagen te hebben geïmplementeerd in onze prijsuitingen.
Toeristenbelasting
Voor wat betreft de hoogte van de ter plaatse af te dragen toeristenbelasting zijn Prijsvrij Vakanties en D-reizen afhankelijk van de informatie die zij dienaangaande van de uitvoerend (en verantwoordelijk) touroperator aangeleverd krijgen. Dergelijke informatie is zoals jullie reeds constateerden, mits beschikbaar, al te raadplegen onder het ’i-tje’ bij de hotelinformatie. Daar waar deze informatie nog ontbreekt verwachten wij een en ander op zeer korte termijn te kunnen implementeren en zullen we een inschatting van de toeristenbelasting in de directe nabijheid van de prijs gaan vermelden.
Hoor en wederhoor
Graag ontvangen wij op voorhand van de Consumentenbond nog het artikel dat zij voornemens is te publiceren zodat wij, in het kader van hoor en wederhoor, hier nog een laatste reactie op kunnen geven.
Voor wat betreft de wijzigingen ten aanzien van de prijs is het wat ons betreft belangrijk te benadrukken, en dit ook in het uiteindelijk te publiceren artikel te laten terugkomen, dat dit een branchebreed probleem is.”
3.6
De Consumentenbond heeft vervolgens aan Prijsvrij c.s. bericht dat er bij hem nog steeds twijfel bestaat over de vraag of de websites voldoen aan de toepasselijke wet- en regelgeving. Hij kondigde daarbij aan om daarom een of meer reclame-uitingen van Prijsvrij en D-reizen aan de Reclame Code Commissie ter beoordeling voor te zullen leggen.
3.7
Op 7 maart 2023 heeft de Consumentenbond een klacht ingediend tegen “D-reizen (Prijsvrij Travel Holding B.V.)”. Deze had betrekking op een reclame-uiting op d-reizen.nl op 7 maart 2023 om 14:00 uur.
3.8
Prijsvrij c.s. hebben de Consumentenbond daarop verzocht kenbaar te maken welke twijfel er nog resteerde, maar zij kregen te horen dat de klachten tegen Prijsvrij en D-reizen inmiddels waren ingediend en dat het oordeel van de Reclame Code Commissie zou moeten worden afgewacht.
3.9
Op 27 maart 2023 ontvingen Prijsvrij c.s. van de Consumentenbond een preview van het artikel. Het artikel is vervolgens op 28 maart 2023 gepubliceerd in de Consumentengids. Het artikel vermeldt op de eerste pagina als kop:
‘misleidende reisaanbiedingen’. Boven het artikel staat verder:
“Ondanks waarschuwingen en boetes misleiden reisorganisaties nog steeds met allerlei lokkertjes. Dat zijn aanbiedingen die niet te boeken zijn voor de geadverteerde prijs. Daarom stappen we naar de Reclame Code Commissie.’En verderop staat vermeld
: ‘De reisbranche blijft een loopje nemen met de regels’en onder het kopje: ‘
Tijd voor actie: We hebben (…), D-Reizen, (…) aangeschreven en gevraagd hun misleidende praktijken te staken. Alle reisaanbieders erkennen onze bevindingen en beloven beterschap op alle fronten, uiterlijk per 1 april. Alleen Corendon en Stip Reizen blijven verplichte servicekosten en toeristenbelasting verstoppen. En Prijsvrij en D-reizen kunnen niet voorkomen dat prijzen, die vaak alleen gelden voor vertrek vanaf buitenlandse luchthavens, flink veranderen tijdens het boeken. Daarvoor waarschuwen ze amper en dat is mogelijk misleidend. Daarom zijn we tegen deze vier een procedure bij de Reclame Code Commissie gestart. Lees alle reacties op consumentenbond.nl/reisaanbieders.”Verder is in het artikel met als kop ‘Reisaanbiedingen boeken’ onderstaand staatje van de twaalf onderzochte reisaanbieders opgenomen.
Bij Prijsvrij en D-Reizen staat vermeld dat 0% van de reizen beschikbaar is voor de aanbiedingsprijs.
3.1
De bijbehorende online publicatie is op 28 maart 2023 op de website van de Consumentenbond verschenen onder de koptekst ‘
Grootschalige prijsmisleiding door reisaanbieders’. In dat artikel staat onder meer
“De 12 reisorganisaties erkennen de onderzoeksresultaten en beloven beterschap”.
3.11
Verder is in beide publicaties vermeld: “
En Prijsvrij en D-reizen zeggen niet te kunnen voorkomen dat de prijzen sterk veranderen tijdens het boeken. Daar waarschuwen ze amper voor en bovendien blijken die prijzen vaak ook nog eens alleen te gelden voor vertrek vanaf buitenlandse luchthavens. Daarom is de Consumentenbond tegen deze vier reisorganisaties een procedure gestart bij de Reclame Code Commissie”.
3.12
Het artikel in de Consumentengids en het artikel op de website hebben geleid tot veel media-aandacht.
3.13
Op 29 maart 2023 heeft [onderzoeker], als onderzoeker van de Consumentenbond, op zijn LinkedInpagina gesproken over het onderzoek naar reisprijzen waaraan hij heeft meegewerkt. Daarin staat voor zover van belang het navolgende:
“In het NOS #Journaal van 20 uur (vanaf 24:18) schoof Prijsvrij de schuld van hun verkeerde prijzen volledig af op de wisselende prijzen van vliegtickets. Dat is leugenachtig, want bijna alle verkeerde prijzen bij Prijsvrij komen doordat het bedrijf zélf verplichte kosten zoals toeristenbelastingen en bijdragen voor SGR en Calamiteitenfonds verstopt. (…)”.
3.14
Op 24 april 2023 heeft de Consumentenbond bij de Reclame Code Commissie een klacht tegen Prijsvrij (prijsvrij.nl) ingediend.
3.15
De Reclame Code Commissie heeft op 10 juli 2023 uitspraak gedaan in de zaken die waren ingeleid met de onder 3.7 en 3.14 genoemde klachten. De Reclame Code Commissie oordeelde in de eerste zaak, over een door D-reizen op 7 maart 2023 op haar website aangeboden reis naar Mallorca, onder meer het volgende.
  • Een waarschuwing dat de getoonde prijzen op dat moment mogelijk al niet meer actueel zijn, ontbreekt. De mededeling onder de prijstabel ‘op moment van boekingsaanvraag volgt een laatste controle m.b.t. beschikbaarheid en prijs’ is te laat, onduidelijk en te onopvallend. De uiting is hiermee in strijd met art. IV sub 1 jo. art. III sub 1 Reclamecode Reisaanbiedingen (hierna: RR).
  • De bijdragen SGR en Calamiteitenfonds zijn variabele onvermijdbare kosten. Deze dienen bij de prijs te worden vermeld direct naast of onder de geadverteerde prijs. Daaraan is niet voldaan. In de initiële uiting ontbreken deze kosten geheel en in het vervolg van het boekingsproces worden zij pas in het laatste stadium onderaan de kassabon vermeld. Dit is in strijd met art. IV sub 1 jo. III sub 1 RR.
  • Toeristenbelasting is in dit geval een vaste onvermijdbare kostenpost, waarvan de hoogte door de adverteerder moet worden uitgerekend en in de prijs per persoon moet worden opgenomen. Dit is zowel in de initiële uiting als in het boekingsproces niet gebeurd. Dat is in strijd met IV sub 1 jo. III sub 1 RR.
  • Het feit dat de Consumentenbond op 7 maart om 14:30 uur de reis niet meer tegen de geadverteerde prijs kon boeken, betekent nog niet dat deze reis in het geheel niet beschikbaar is geweest. Prijzen kunnen snel verouderen en de website wordt maar eenmaal per 24 uur ververst. De klacht gebaseerd op artikel V RR wordt daarom afgewezen.
  • Uit de, specifiek op de Nederlandse markt gerichte, uiting kan niet worden afgeleid dat de tarieven niet standaard voor vertrek uit Nederland gelden. De uiting is daardoor misleidend als bedoeld in art. 8.3 aanhef en onder c Nederlandse Reclame Code (hierna: NRC) en oneerlijk in de zin van art. 7 NRC.
3.16
In de tweede uitspraak, over een door Prijsvrij op 24 april 2023 op haar website aangeboden reis naar Mallorca, oordeelde de Reclame Code Commissie als volgt.
  • De bijdragen SGR en Calamiteitenfonds zijn variabele onvermijdbare kosten en moeten op transparante wijze direct naast of onder de geadverteerde prijs worden vermeld. Dit laatste is echter geen onderdeel van de klacht van de Consumentenbond.
  • Anders dan Prijsvrij aanvoert is de toeristenbelasting in dit geval een vaste onvermijdbare kostenpost, die zowel in de initiële uiting als in het boekingsproces met inschatting van de hoogte ervan apart moet worden vermeld. Sprake is van strijd met art. IV sub 1 jo. III sub 1 RR.
  • De consument moet uitdrukkelijk worden geattendeerd op het feit dat de resultaten die worden getoond op dat moment mogelijk niet meer actueel zijn en de prijzen (sterk) kunnen afwijken van de geadverteerde aanbiedingsprijs. Het essentiële voorbehoud wordt pas zichtbaar wanneer het i-icoontje wordt aangeklikt. Dit is in strijd met art. IV sub 1 jo III sub 1 RR. De vermelding onder de prijstabel ‘op moment van boekingsaanvraag volgt een laatste controle m.b.t. beschikbaarheid en prijs’ maakt dit niet anders.
  • De aangeboden prijs van € 270 wordt bij selectie zonder duidelijke reden verhoogd naar € 285,-. Dit is in strijd met art. IV sub 1 jo. III sub 1 RR;
  • Dat de op 24 april 2023 aangeboden prijs van € 161 aan het begin van de middag uitverkocht was, betekent niet zonder meer dat deze reis onvoldoende beschikbaar is geweest. Prijzen kunnen snel verouderen en de website wordt maar eenmaal per 24 uur ververst.
  • Uit de, specifiek op de Nederlandse markt gerichte, uiting kan niet worden afgeleid dat de tarieven niet standaard voor vertrek uit Nederland gelden. De uiting is daardoor misleidend als bedoeld in art. 8.3 aanhef en onder c NRC en oneerlijk in de zin van art. 7 NRC.
3.17
D-reizen en Prijsvrij hebben bij beroepschriften van 24 juli 2023 tegen de onder 3.17 en 3.18 genoemde uitspraken beroep ingesteld bij het College van Beroep.

4.Procedure bij de rechtbank

4.1
Prijsvrij en D-reizen hebben de Consumentenbond in kort geding gedagvaard en, samengevat weergegeven, gevorderd dat de Consumentenbond wordt veroordeeld tot rectificatie van de op de website en in de Consumentengids gepubliceerde artikelen, conform de gevorderde rectificatietekst, op straffe van een dwangsom. Tevens vorderden zij de veroordeling van de Consumentenbond tot afgifte, althans inzage, in de onderzoeksgegevens waarop hij zich bij publicatie heeft gebaseerd, een en ander met veroordeling van de Consumentenbond in de proceskosten.
4.2
De kortgedingrechter heeft de vorderingen afgewezen en Prijsvrij en D-reizen in de kosten veroordeeld.

5.Vorderingen in hoger beroep

5.1
Prijsvrij en D-reizen zijn in hoger beroep gekomen omdat zij het niet eens zijn met het vonnis. Zij hebben verschillende bezwaren tegen het vonnis aangevoerd. Prijsvrij en D-reizen hebben hun eis gewijzigd. Zij vorderen nu – naast de in eerste aanleg al gevorderde rectificatie – inzage in de onderzoeksgegevens die betrekking hebben op de tien andere in het onderzoek van de Consumentenbond betrokken reisorganisaties.

6.Beoordeling in hoger beroep

6.1
In hoger beroep ligt de vraag voor naar de toewijsbaarheid van de gevorderde voorlopige voorzieningen inhoudende de rectificatie van twee publicaties van de Consumentenbond en inzage of afgifte van onderzoeksresultaten. De grieven, die strekken tot toewijzing van deze – in hoger beroep deels gewijzigde – voorzieningen, leggen het geschil in volle omvang aan het hof voor en lenen zich voor gezamenlijke behandeling.
6.2
Voor de toewijsbaarheid van in kort geding gevorderde voorzieningen moet worden beoordeeld of in kort geding voldoende aannemelijk is geworden dat tussen partijen een rechtsverhouding bestaat op grond waarvan de verwerende partij tot de verlangde prestatie(s) is gehouden. Daarbij dient mede te worden beoordeeld of de eisende partij ten tijde van de uitspraak bij die voorziening een spoedeisend belang heeft.
6.3
Prijsvrij en D-reizen vorderen dat een rectificatie wordt geplaatst met (samengevat) de volgende inhoud:
“In een publicatie van de Consumentenbond op haar website op 28 maart 2023 (…) en in een artikel (…) van de Consumentengids hebben wij een aantal onjuiste mededelingen gedaan. Dit betreft de mededelingen dat Prijsvrij en D-reizen zich niet aan de regels voor wat betreft reisaanbiedingen houden en zich derhalve schuldig hebben gemaakt en/of maken aan (grootschalige) prijsmisleiding, Prijsvrij en D-reizen de uitkomst van het onderzoek door de Consumentenbond zouden onderschrijven en de Consumentenbond bij de Reclamecodecommissie een klacht tegen Prijsvrij heeft ingediend. (…) Daarbij kan ons onderzoek de uitkomsten zoals opgenomen in de tabel ‘Reisaanbiedingen boeken’ (…) niet dragen en zijn deze percentages onjuist, althans wordt een onjuiste vergelijking gemaakt. We hebben bij het selecteren van de 25 aanbiedingen van Prijsvrij en D-reizen (…) bewust een keuze gemaakt voor specifieke aanbiedingen, met bepaalde vertrektijden. De keuze (…) was niet voor alle reisaanbieders gelijk. (…) We hebben ook verzuimd te vermelden dat (i) de ANVR op 7 februari 2023 nieuwe richtlijnen heeft gepubliceerd (…) en (ii) Prijsvrij en D-reizen nog vóór de publicaties van de Consumentenbond (…) alle aanbevolen aanpassingen hebben doorgevoerd.”
6.4
Het hof stelt voorop dat de rechter op grond van artikel 6:167 BW een veroordeling tot rectificatie kan uitspreken jegens iemand die krachtens titel 3 van boek 6 aansprakelijk is ter zake van een onjuiste of door onvolledigheid misleidende publicatie van gegevens van feitelijke aard. Toewijzing van een bevel tot rectificatie is een beperking van het recht op vrijheid van meningsuiting als bedoeld in art. 10 EVRM zodat daarvoor is vereist dat de rectificatie noodzakelijk is in verband met één of meer van de in art. 10 lid 2 EVRM opgesomde belangen, waaronder de bescherming van de goede naam en rechten van anderen (HR 12 mei 2006, ECLI:NL:HR:2006:AV3385). Prijsvrij en D-reizen stellen in dat verband dat hun eer en goede naam is geschonden en zij schade hebben geleden door diverse onjuistheden en onvolledigheden in de daardoor volgens hen onrechtmatige publicaties van de Consumentenbond.
6.5
Partijen hebben zich beide in dit verband onder meer beroepen op het arrest van de Hoge Raad van 9 oktober 1987, ECLI:NL:HR:1987:AC1068, NJ 1988/537 (Consumentenbond/Westerkamp). Daarin stelde de Hoge Raad onder meer het volgende voorop. Bij de beoordeling van de rechtmatigheid van een vergelijkend warenonderzoek en de publicatie daarvan door een instelling als de Consumentenbond gaat het in beginsel om een afweging tegen elkaar van twee maatschappelijke belangen van zwaarwegende aard. Aan de ene kant is er het belang van hen die de vergeleken producten op de markt brengen en die, naar degene die een dergelijk onderzoek onderneemt kan voorzien, belangrijk economisch nadeel kunnen lijden, wanneer hun product ongunstig wordt beoordeeld. Aan de andere kant is er het belang van een deskundige, objectieve en voor ieder duidelijke voorlichting van het kopend publiek door neutrale instellingen waarin het vertrouwen kan stellen. Het eerste belang mee brengt dat bij een dergelijk onderzoek aan de daarbij in acht te nemen zorgvuldigheid, hoge eisen moeten worden gesteld. Dit geldt zowel voor het onderzoek in eigenlijke zin en de daarbij te hanteren maatstaven en methoden als voor de wijze waarop de resultaten ervan onder de aandacht van het publiek worden gebracht. Het tweede voormelde belang brengt mee dat aan de instelling die het onderzoek verricht, in beginsel de vrijheid toekomt om zelf uit te maken welke producten zij met elkaar vergelijkt, welke eigenschappen van die producten in de vergelijking dienen te worden betrokken en welke methoden en maatstaven zij daarbij bezigt, telkens mits de gemaakte keuze binnen de grenzen van de redelijkheid blijft en aldus jegens degenen om wier producten het gaat, niet als onzorgvuldig aangemerkt kan worden. Een op overeenkomstige wijze begrensde vrijheid komt, mede gelet op de vrijheid van meningsuiting, aan de instelling toe om de publicatie van de resultaten van het onderzoek zodanig in te kleden als haar geboden voorkomt teneinde het publiek waaraan de vergeleken producten worden aangeboden, zo effectief mogelijk voor te lichten en aan ieder die daaraan behoefte heeft, op een voor hem zo duidelijk mogelijke wijze inzicht in de betekenis van die resultaten te geven. Indien bij vergelijkend onderzoek door een instelling als de Consumentenbond testcriteria worden gekozen die op zichzelf binnen de grenzen van het redelijke blijven, is het in beginsel niet in strijd met de jegens de belanghebbenden bij de producten in acht te nemen zorgvuldigheid, wanneer bij de publicatie van het onderzoek wordt nagelaten melding te maken van de mogelijkheid van andere, eveneens binnen die grenzen blijvende criteria, onderscheidenlijk van een eerder, blijkbaar aan de hand van andere criteria verricht vergelijkend onderzoek van geheel of ten dele dezelfde producten, dat tot een voor een van die producten gunstiger uitslag heeft geleid.
6.6
Prijsvrij en D-reizen hebben in hoger beroep aan hun vorderingen samengevat, de volgende (elkaar deels overlappende) verwijten ten grondslag gelegd.
  • a) De Consumentenbond heeft bewust verzwegen dat de ANVR en ACM zes weken voor de publicaties nieuwe richtlijnen hebben gepubliceerd en met ACM was afgesproken dat de aanpassingen voor 1 april 2023 moesten zijn doorgevoerd hetgeen Prijsvrij en D-reizen hebben gedaan. Het betrof de ‘nieuwe inzichten’ dat bijkomende kosten niet achter een ‘i-symbool’ mochten worden vermeld; onder totaalprijs één bedrag aan bijkomende kosten per boeking moest staan; lokale taxen en heffingen die niet in de totaalprijs zitten apart moeten worden vermeld met indicatie van de hoogte. Prijsvrij en D-reizen voldoen geheel aan deze normen;
  • b) Prijsvrij en D-reizen voldeden ook vóór 7 februari 2023 aan de toen geldende richtlijnen;
  • c) De Consumentenbond heeft de publicaties in de tegenwoordige tijd gezet en de reisorganisaties hardleersheid verweten, waarmee ten onrechte wordt gesuggereerd dat de prijsmisleiding nog steeds voortduurt;
  • d) Het was uit een oogpunt van subsidiariteit niet gerechtvaardigd twee maanden na het onderzoek de resultaten nog te publiceren, nu het doel al was bereikt omdat Prijsvrij en D-reizen met man en macht vele pagina’s content hadden aangepast;
  • e) Ten onrechte staat in de publicaties dat regels worden overtreden en reizen niet voor de geadverteerde prijs te boeken zijn;
  • f) Ten onrechte wordt gesproken van ‘grootschalige prijsmisleiding’;
  • g) Uit niets blijkt dat sprake is van prijsmisleiding, overtreding van Reclamecode Reisaanbiedingen of andere regels, welke uitspraken van de Consumentenbond niet gedragen worden door enige uitspraak van (o.a.) de RCC. Deze ongefundeerde uitingen schenden de eer en goede naam van Prijsvrij en D-reizen.
  • h) Ten onrechte heeft de Consumentenbond geschreven dat niet in geschil is dat onvermijdbare kosten voor bijdragen Calamiteitenfonds en SRG niet direct bij aanvang worden vermeld. Deze kosten zijn wel vermijdbaar, want niet van toepassing als via Prijsvrij bij een Duitse touroperator wordt geboekt;
  • i) De conclusies van het onderzoek worden niet gedragen door de onderzoeksresultaten waaruit evident blijkt dat de door de Consumentenbond genoemde percentages niet juist zijn;
  • j) De Consumentenbond heeft veel meer dan 25 aanbiedingen bekeken en daaruit, om te kunnen scoren, een voor Prijsvrij en D-reizen ongunstige selectie gemaakt;
  • k) Hetgeen de Consumentenbond schrijft over een duurder uitgepakte reis naar Cyprus berust op ondeugdelijk en gemanipuleerd onderzoek, omdat de Consumentenbond bewust op een bepaalde vertrekdatum en kort voor de prijsaanpassing heeft gezocht. Zoeken op vertrekdata in de nabije toekomst geeft een vertekend beeld. Algemeen bekend is dat prijsaanpassingen in de vroege uren plaatsvinden;
  • l) Onduidelijk is of de Consumentenbond bij de andere reisaanbieders van dezelfde opzet is uitgegaan. De op grond van het onderzoek gemaakte vergelijking tussen de prijsaanbieders kan hoe dan ook niet kloppen. Omdat geen van de reisaanbieders de bijdragen voor SGR en Calamiteitenfonds vermelden, zouden zij allemaal 0% moeten hebben gescoord;
  • m) De Consumentenbond had het onderzoek door een onafhankelijke derde moeten laten uitvoeren;
  • n) Onjuist is de mededeling “alle reisorganisaties erkennen onze bevindingen en beloven beterschap op alle fronten uiterlijk per 1 april”. Uit de brieven (prod. 6 en 7) blijkt dat Prijsvrij en D-reizen zich juist niet konden vinden in de bevindingen van de Consumentenbond;
  • o) De Consumentenbond heeft ten onrechte geschreven dat zij bij de Reclame Code Commissie ook een procedure tegen Prijsvrij had ingesteld;
  • p) De onderzoeker [onderzoeker] heeft zich op zijn LinkedIn pagina jegens Prijsvrij onrechtmatig uitgelaten door te schrijven dat de uitlatingen van de CEO van Prijsvrij ‘leugenachtig’ zijn;
  • q) Ten onrechte heeft de Consumentenbond het doen voorkomen alsof de ACM door het onderzoek van de Consumentenbond is gaan controleren;
  • r) Ten onrechte heeft de Consumentenbond geschreven dat de regels al jaren glashelder zijn.
6.7
Prijsvrij en D-reizen vorderen op grond van het voorgaande onder meer dat de Consumentenbond wordt bevolen te rectificeren ‘dat Prijsvrij en D-reizen zich niet aan de regels voor wat betreft reisaanbiedingen houden en zich derhalve schuldig hebben gemaakt en/of maken aan (grootschalige) prijsmisleiding’ en daarbij te vermelden dat ‘het onderzoek de uitkomsten zoals opgenomen in de tabel ‘Reisaanbiedingen boeken’ waarbij de twaalf reisaanbieders worden vergeleken niet kan dragen en deze percentages onjuist zijn, althans een onjuiste vergelijking wordt gemaakt.’ Tevens vorderen zij rectificatie van de volgens hen onjuiste mededelingen dat zij de bevindingen uit het onderzoek hebben erkend en beterschap beloven en dat de Consumentenbond (ook) een klacht tegen Prijsvrij had ingesteld.
6.8
Naar het voorlopig oordeel van het hof hebben Prijsvrij en D-reizen in kort geding niet voldoende aannemelijk gemaakt dat zij voor en na de gestelde aanpassingen aan de regels voldeden en het onderzoek van de Consumentenbond wegens ondeugdelijkheid de gepubliceerde bevindingen niet kan dragen. Voorshands is ook overigens van onrechtmatigheid van de publicaties geen sprake en missen Prijsvrij en D-reizen belang bij (een deel van) de gevorderde rectificatie. Het hof licht dit als volgt toe.
Prijsmisleiding door Prijsvrij en D-reizen (a t/m h)
6.9
Voor zover Prijsvrij en D-reizen aanvoeren dat de mededelingen dat zij zich niet aan de regels houden en derhalve sprake is van ‘grootschalige prijsmisleiding’ onjuist zijn omdat zij zich zowel voorafgaand als tijdens en na de publicaties aan de regels hielden en zo (geheel) compliant waren, hebben zij dat in kort geding niet voldoende aannemelijk gemaakt.
6.1
De aan de RCC voorgelegde advertentie van 7 maart 2023 van D-reizen was volgens Prijsvrij en D-reizen nog niet aangepast aan de nieuwe inzichten. Zoals ter zitting is besproken, geeft deze advertentie dus de situatie weer vóór aanpassing op 1 maart 2023. Deze advertentie is echter door de RCC op diverse onderdelen in strijd met reeds voor 1 april 2023 geldende regels beoordeeld. Voor de situatie na de (volgens Prijsvrij en D-reizen op 1 maart 2023 voltooide) aanpassing heeft de Consumentenbond een advertentie van 24 april 2023 aan de RCC voorgelegd. De representativiteit van die advertentie voor het toenmalige aanbod van Prijsvrij en D-reizen is niet betwist. Ook deze advertentie is door de RCC in strijd met de (aangepaste) regels bevonden. Bij deze stand van zaken is – bij gebreke van voldoende aanwijzingen van het tegendeel – in dit kort geding niet aannemelijk geworden dat het online-aanbod van Prijsvrij en D-reizen zowel ten tijde van het onderzoek van de Consumentenbond als tijdens de publicatie daarvan ‘geheel compliant’ was en zij zich (volledig) aan de desbetreffende regels hielden. Daardoor is het tijdsverloop tussen het onderzoek begin februari en de publicatie eind maart 2023 niet van belang, nog daargelaten dat in de publicaties is vermeld dat het onderzoek begin februari 2023 plaatsvond. De Consumentenbond heeft overigens genoegzaam toegelicht dat het tijdverloop in dit geval niet ongebruikelijk is gelet op de werkzaamheden van de drukker en het feit dat de Consumentengids nu eenmaal periodiek verschijnt.
6.11
Daarbij komt dat de Consumentenbond als consumentenorganisatie ook los van de inhoud van de (deels op grond van zelfregulering in de markt tot stand gekomen) regels en aanbevelingen zich de onderzoeksvraag mocht stellen of reizen (feitelijk) voor de aangeboden prijzen konden worden geboekt en hij de resultaten daarvan mocht publiceren. De Consumentenbond heeft geconstateerd dat uit een onder twaalf online-reisaanbieders gehouden steekproef bleek dat veel reizen niet voor de aangeboden prijs konden worden geboekt. Dat de Consumentenbond dit onderzoeksresultaat (ongeacht of dit het gevolg was van tussentijds gewijzigde prijzen of verborgen onvermijdbare kosten) als ‘grootschalige prijsmisleiding’ heeft gekarakteriseerd, is een waardeoordeel dat in voldoende mate berust op het onder twaalf online aanbieders verrichte onderzoek. Rectificatie is reeds daarom niet aan de orde, daargelaten dat voorshands onvoldoende is komen vast te staan om te kunnen oordelen dat het recht op vrije meningsuiting op dit punt zou moeten wijken voor het belang van Prijsvrij en D-reizen bij rectificatie van dit algemene over de onderzochte reisaanbieders tezamen gegeven (waarde)oordeel. Zoals hierna zal worden besproken, is voldoende aannemelijk geworden dat het onderhavige onderzoek van de Consumentenbond voldoet aan de daaraan te stellen eisen van zorgvuldigheid en weegt het openbare belang van de openbaarmaking van de misstand die door de Consumentenbond aan de kaak is gesteld voorshands zwaarder dan de belangen van Prijsvrij en D-reizen.
Ondeugdelijkheid van het onderzoek (i t/m m)
6.12
Prijsvrij en D-reizen voeren daarnaast aan dat het onderzoek van de Consumentenbond ondeugdelijk is opgezet en de twaalf reisaanbieders niet op gelijke wijze zijn onderzocht.
6.13
Voor zover Prijsvrij en D-reizen hiertoe hebben betoogd dat de uitkomsten van de op hun eigen online-aanbod verrichte steekproef niet juist zijn, hebben zij dat niet aan de hand van de door de Consumentenbond overgelegde onderzoeksgegevens of anderszins (voldoende) geconcretiseerd of aannemelijk gemaakt. De Consumentenbond heeft met de vermelding in de publicaties dat voor het onderzoek is gekeken naar ‘in totaal 300 reisaanbiedingen die we aantreffen op de websites van 12 grote reisaanbieders’ voor het publiek ook voldoende duidelijk gemaakt dat het om de resultaten van een door hem verrichte steekproef ging. Dat uit een in opdracht van Prijsvrij en D-reizen met betrekking tot hun totale online-aanbod (met ‘2,7 miljoen prijschecks’) verricht tegenonderzoek andere percentages volgen, maakt de publicatie van de resultaten van de steekproef nog niet onjuist of onrechtmatig. De Consumentenbond was ook niet zonder meer gehouden om van een (anders ingestoken) tegenonderzoek melding te doen. Bovendien heeft de Consumentenbond de reisaanbieders in dit geval de gelegenheid geboden op zijn website hun reacties te publiceren, waarop in de publicaties ook wordt gewezen.
6.14
In kort geding is verder niet aannemelijk gemaakt dat de Consumentenbond veel meer dan 25 aanbiedingen heeft bekeken en daaruit een voor Prijsvrij en D-reizen ongunstige selectie zou hebben gemaakt. Prijsvrij en D-reizen hebben dit eerst ter zitting in hoger beroep geformuleerde verwijt in het geheel niet nader geconcretiseerd, bijvoorbeeld aan de hand van de door de Consumentenbond overgelegde screenshots van hun onderzoek, waarin het verrichte onderzoek, zoals de Consumentenbond ter zitting heeft toegelicht, sluitend en met tijdklok is gedocumenteerd.
6.15
In kort geding is evenmin voldoende komen vast te staan dat de Consumentenbond het onderzoek (bewust) heeft gemanipuleerd door de prijscontroles overwegend midden in de nacht uit te voeren en te kiezen voor reizen waarvan vertrektijden in de nabije toekomst lagen. Prijsvrij en D-reizen beroepen zich hiertoe kennelijk- de appeldagvaarding verwijst er niet naar - op hun in eerste aanleg overgelegde productie 36 waarin voor de door de Consumentenbond onderzochte aanbiedingen telkens de tijd van de prijscheck is vermeld. Uit die productie blijkt evenwel dat de prijscontroles op verschillende tijdstippen van de dag zijn verricht, zoals ter zitting in hoger beroep ook door onderzoeker [onderzoeker] is bevestigd. Bovendien valt niet zonder meer in te zien waarom de Consumentenbond de prijscontroles niet in de nacht mocht uitvoeren en is van bewuste manipulatie in dit opzicht ook niet gebleken. Dat voor de steekproef (bewust) reizen met nabijgelegen vertrektijden zijn geselecteerd is door de Consumentenbond betwist en evenmin aannemelijk gemaakt. Daarbij komt dat niet in geschil is dat ook reizen waarvan de vertrekdatum dichtbij ligt moeten worden geadverteerd voor een prijs die dan redelijkerwijs beschikbaar is. Voor nader feitenonderzoek op dit punt is in kort geding geen plaats.
6.16
Verder voeren Prijsvrij en D-reizen aan dat het onderzoek ondeugdelijk is omdat zij ongelijk zouden zijn behandeld ten opzichte van de overige reisaanbieders en om die reden relatief ongunstig afsteken bij de rest van de markt. Volgens Prijsvrij en D-reizen kan de score van Corendon (52% boekbaar voor de aangeboden prijs) alleen kloppen als 13 van de 25 bestemmingen in Turkije, dat geen toeristenbelasting kent, liggen terwijl maar 24% van het aanbod van Corendon op Turkije ziet en bij D-reizen geen althans nauwelijks reizen naar Turkije zijn onderzocht. Ook het percentage van 40% bij de ANWB voor de aangeboden prijs boekbare reizen zou geen afspiegeling van het ANWB-aanbod vormen. Omdat geen van de reisaanbieders in de onderzoeksperiode de verplichte bijdragen SGR en Calamiteitenfonds vermeldden, zouden zij allemaal 0% hebben moeten scoren, aldus Prijsvrij en D-reizen.
6.17
Ook op dit punt bestaan onvoldoende aanwijzingen dat het onderzoek niet heeft plaatsgevonden op de door de Consumentenbond geschetste wijze, door met een steekproef voor iedere reisaanbieder bij 25 in het oog springende advertenties te controleren of de reis voor de aangeboden prijs kon worden geboekt. Dat de Consumentenbond de gecontroleerde advertenties niet evenredig heeft verdeeld naar het bestemmingenaanbod van de desbetreffende reisaanbieder en dat dat mogelijk betrouwbaardere resultaten zou hebben opgeleverd, betekent nog niet dat de Consumentenbond zich schuldig heeft gemaakt aan manipulatie en hij de resultaten van zijn random steekproef niet als zodanig mocht publiceren. Evenmin is voldoende komen vast te staan dat alle reisaanbieders 0% zouden moeten hebben gescoord door het niet vermelden van de bijdragen voor SGR en Calamiteitenfonds, reeds omdat zoals de Consumentenbond heeft gesteld aangeboden prijzen ook kunnen dalen waarmee het totaalbedrag inclusief genoemde bijdragen niet boven de aangeboden prijs komt. Bij het voorgaande komt nog dat de matrix ‘reisaanbiedingen boeken’ niet als (expliciete) ranking is opgezet en de Consumentenbond de reisaanbieders bovendien de gelegenheid heeft geboden op zijn website hun (al dan niet onderbouwde) reactie integraal te publiceren.
6.18
Het hof volgt Prijsvrij en D-reizen, tot slot, niet in hun betoog dat het onderzoek ondeugdelijk zou zijn omdat de Consumentenbond dit niet door een onafhankelijke derde partij heeft laten uitvoeren. De Consumentenbond heeft immers tot doel zelf dergelijke onderzoeken uit te voeren. Van ondeugdelijkheid en manipulatie van het onderzoek is in dit kort geding als gezegd niet gebleken.
6.19
Op grond van al het voorgaande is de onder 6.7 bedoelde rectificatievordering niet toewijsbaar.
Erkenning onderzoeksresultaten door Prijsvrij en D-reizen?(n)
6.2
Prijsvrij en D-reizen vorderen daarnaast rectificatie van de onder 3.9 en 3.10 weergegeven mededeling dat alle reisaanbieders de bevindingen van de Consumentenbond erkennen en beterschap beloven uiterlijk per 1 april. Volgens Prijsvrij en D-reizen hebben zij de uitkomsten niet erkend en is de mededeling ook onjuist omdat is nagelaten te vermelden dat de toezegging uiterlijk per 1 april 2023 de websites te hebben aangepast voortkwam uit overleg tussen ANVR en ACM en niet door onderzoek van de Consumentenbond.
6.21
Het hof is voorshands van oordeel dat de mededeling dat ‘alle reisaanbieders de bevindingen van de Consumentenbond erkennen’ ten aanzien van Prijsvrij en D-reizen niet onjuist, althans niet onrechtmatig is. In de brief van 8 februari 2023 heeft de Consumentenbond zijn bevindingen met Prijsvrij gedeeld, in het bijzonder dat onvermijdbare kosten niet in de directe nabijheid van de reisaanbieding werden getoond, bij het merendeel van de reisaanbiedingen tijdens het boeken de kale reissom steeg en twee reisaanbiedingen geheel niet konden worden geboekt (zie hiervoor, 3.4). Namens Prijsvrij en D-reizen is hierop bij brief van 17 februari 2023 geantwoord dat zij reeds enige tijd terug had besloten de vermelding van SGR en CF bijdragen te gaan vermelden en verwachten dit, evenals de vermelding van de toeristenbelasting, spoedig te hebben geïmplementeerd. Voor de wijzigingen ten aanzien van de prijs schreef Prijsvrij in genoemde brief dat ‘dit een branche-breed probleem is’. Dat twee reizen in het geheel niet konden worden geboekt is toen niet weersproken. Tegen deze achtergrond hebben Prijsvrij en D-reizen onvoldoende aannemelijk gemaakt dat zij (desondanks) de door de Consumentenbond met hen gedeelde bevindingen niet zouden hebben erkend en de Consumentenbond dit zou hebben moeten begrijpen. Dat de Consumentenbond niet heeft vermeld dat de aanpassingen voor 1 april 2023 voortkomen uit met de ANVR gemaakte afspraken, maakt de gewraakte mededeling, mede in het licht van de hiervoor genoemde correspondentie tussen Prijsvrij en de Consumentenbond nog niet onjuist of onrechtmatig. Bij dit alles komt nog dat het om een algemene uitspraak over alle reisaanbieders gaat waarvan de publicatie bij een eventuele (gedeeltelijke) onjuistheid of onvolledigheid jegens een enkele aanbieder nog niet onrechtmatig is, althans dat voldoende belang bij rectificatie op dit (ondergeschikte) punt ontbreekt.
Instellen procedure tegen Prijsvrij (o)
6.22
Naar het oordeel van het hof is een rectificatie op dit ondergeschikte onderdeel reeds bij gebrek aan belang niet toewijsbaar. Vast staat immers dat de Consumentenbond kort na publicatie, op 24 april 2023 alsnog een formele klacht tegen Prijsvrij bij de Reclame Code Commissie heeft ingediend. Daarbij komt dat de Consumentenbond mocht menen met zijn aanvankelijke klacht van 7 maart 2023 tegen “D-reizen (Prijsvrij Travel Holding B.V.)” ook een klacht tegen Prijsvrij te hebben ingediend en het hof de gewraakte vermelding in de publicaties voorshands ook in dat licht niet onrechtmatig voorkomt.
Uitlatingen [onderzoeker] op LinkedIn-site (p)
6.23
Prijsvrij en D-reizen vorderen in dit kort geding de publicatie van een rectificatie waarin staat dat de Consumentenbond in zijn online-publicatie van 28 maart 2023 en in de Consumentengids van april 2023 een aantal onjuiste mededelingen heeft gedaan. De vorderingen zien derhalve niet op rectificatie van de op de LinkedIn-site van onderzoeker [onderzoeker] gedane uitlatingen. De bezwaren die Prijsvrij en D-reizen tegen diens LinkedIn site hebben aangevoerd, kunnen reeds daarom niet tot toewijzing van de vorderingen leiden.
6.24
Ten overvloede merkt het hof hierover nog op dat Prijsvrij en D-reizen niet (voldoende) hebben weersproken dat de gewraakte uitspraken van de CEO van Prijsvrij inhielden dat de oorzaak van prijswijzigingen bij de luchtvaartindustrie lag, terwijl uit het onderzoek van de Consumentenbond bleek dat die prijswijzigingen ook berustten op niet (voldoende duidelijk) getoonde onvermijdbare kosten. Dat de onderzoeker de door de CEO geschetste onvolledige voorstelling van zaken ‘leugenachtig’ heeft genoemd, acht het hof tegen deze achtergrond (voorshands) niet onrechtmatig.
Overige verwijten (q,r)
6.25
Ook deze verwijten monden niet uit in een desbetreffende rectificatievordering, zodat deze geen bespreking behoeven.
De vordering ex art. 843a Rv tot inzage in onderzoeksgegevens andere reisaanbieders
6.26
Prijsvrij en D-reizen vorderen in hoger beroep inzage in de screenshots van alle (door de Consumentenbond vastgelegde) stappen die zijn gezet in het onderzoek naar het aanbod van de andere reisorganisaties. Volgens Prijsvrij en D-reizen hebben zij rechtmatig belang bij inzage in die gegevens, teneinde de matrix met percentages, en daarmee de onderlinge rangorde tussen de prijsaanbieders, te kunnen controleren. De Consumentenbond heeft daartegenover aangevoerd dat Prijsvrij en D-reizen reeds beschikken over alle gegevens van het naar hun eigen advertenties gerichte onderzoek en zij bij inzage in verdere onderzoeksgegevens geen rechtmatig belang hebben als bedoeld in art. 843a lid 1 Rv.
6.27
Naar het oordeel van het hof is in kort geding onvoldoende komen vast te staan om te kunnen oordelen dat Prijsvrij en D-reizen rechtmatig belang hebben bij inzage in de volledige verslaglegging van het naar de overige reisaanbieders verrichte onderzoek. Zoals hiervoor onder 6.12 tot en met 6.18 is geoordeeld, bestaan geen aanwijzingen dat de relatieve uitkomsten van het onderzoek naar de twaalf reisaanbieders niet juist zouden zijn en de gepubliceerde percentages berusten op gemanipuleerd en daardoor ondeugdelijk steekproefonderzoek. Bij deze stand van zaken levert de enkele wens om de (relatieve) onderzoeksresultaten te controleren geen voor toewijzing van een inzagevordering vereiste rechtmatig belang op.
Conclusie en proceskosten
6.28
De conclusie is dat het hoger beroep van Prijsvrij en D-reizen niet slaagt. Daarom zal het hof het vonnis bekrachtigen. Het hof zal Prijsvrij en D-reizen als de in het ongelijk gestelde partij veroordelen in de proceskosten van het hoger beroep.

7.Beslissing

Het hof:
- bekrachtigt het vonnis van de voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag van 26 mei 2023;
- veroordeelt Prijsvrij en D-reizen in de kosten van het hoger beroep, aan de zijde van de Consumentenbond begroot op € 783,- voor griffierecht en € 2.366,- voor salaris van de advocaat,
- veroordeelt Prijsvrij en D-reizen in de nakosten begroot op € 173, met bepaling dat dit bedrag zal worden verhoogd met € 90,- in geval Prijsvrij en D-reizen niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan deze uitspraak hebben voldaan én betekening heeft plaatsgevonden;
- een en ander vermeerderd met de wettelijke rente te rekenen vanaf veertien dagen na aanschrijving én betekening;
- verklaart deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit arrest is gewezen door mrs. B.J. Lenselink, A.A. Muilwijk-Schaaij en P.B. Hugenholtz en in het openbaar uitgesproken op 3 oktober 2023 in aanwezigheid van de griffier.