Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte (tevens medeverdachte 4)],
hij,
hij,
hij,
hij,
[medeverdachte 1] (verder te noemen: [medeverdachte 1]),
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 10 februari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Rotterdam. De verdachte werd verdacht van fraude met persoonsgebonden budgetten (PGB) en valsheid in geschrift, maar het hof sprak de verdachte vrij van alle tenlastegelegde feiten. De zaak betrof een zorgbureau dat in de periode van 1 januari 2014 tot en met 27 september 2017 zorg verleende en daarbij mogelijk onterecht geldbedragen heeft toegeëigend. De advocaat-generaal had gevorderd dat het vonnis van de rechtbank zou worden vernietigd en dat de verdachte zou worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden. Het hof oordeelde echter dat er geen bewijs was voor het plegen van valsheid in geschrift, verduistering, of (gewoonte)witwassen. Het hof concludeerde dat de verdachte niet het oogmerk tot misleiding had en dat de ontvangen betalingen als rechtmatig moesten worden aangemerkt. De benadeelde partij, Zilveren Kruis Zorgkantoor N.V., werd niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering tot schadevergoeding, omdat de verdachte van alle feiten werd vrijgesproken. Het hof vernietigde het vonnis waarvan beroep en sprak de verdachte vrij van alle tenlastegelegde feiten.