Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte (tevens medeverdachte 3)]
[verdachte],
[verdachte],
[verdachte],
[verdachte],
[medeverdachte 1] (verder te noemen: [medeverdachte 1]),
Gerechtshof Den Haag
Op 10 februari 2023 heeft het Gerechtshof Den Haag uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Rotterdam. De verdachte, een rechtspersoon, werd verdacht van fraude met persoonsgebonden budgetten (PGB) en andere strafbare feiten, waaronder valsheid in geschrift, verduistering, (gewoonte)witwassen en deelname aan een criminele organisatie. Het hof heeft de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten. De vrijspraak van valsheid in geschrift was gebaseerd op het ontbreken van het oogmerk tot misleiding, aangezien de zorgaanbieder, [medeverdachte 1], volgens het hof te goeder trouw heeft gefactureerd en de zorgkantoren op de hoogte waren van de werkwijze. Ook de tenlastelegging van verduistering werd verworpen, omdat de ontvangen betalingen als rechtmatig verkregen gelden werden beschouwd. Het hof oordeelde dat er geen bewijs was voor gewoontewitwassen, omdat er geen misdrijf als bron van illegaal vermogen kon worden aangetoond. De verdachte werd ook vrijgesproken van het niet voeren van een juiste administratie, omdat niet kon worden vastgesteld dat de administratie ontbrak of niet voldeed aan de eisen. De benadeelde partij, Zilveren Kruis Zorgkantoor N.V., werd niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering tot schadevergoeding, omdat de verdachte van alle feiten werd vrijgesproken. Het hof vernietigde het vonnis waarvan beroep en deed opnieuw recht, waarbij de verdachte werd vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten.