Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
hij op of omstreeks 23 mei 2021 te ‘s-Gravenhage een persoon genaamd [slachtoffer] opzettelijk van het leven heeft beroofd, door opzettelijk met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, meermalen, althans éénmaal, te steken in de hals(streek) en/of het hoofd en/of het (boven)lichaam van die zich in zijn, verdachte's, (onmiddellijke) nabijheid bevindende [slachtoffer],
hij op of omstreeks 23 mei 2021 te ‘s-Gravenhage opzettelijk een lijk (te weten van [slachtoffer]) heeft verbrand en/of vernietigd met het oogmerk om het feit en/of de oorzaak van het overlijden te verhelen, immers heeft hij, verdachte, dat lijk overgoten met een brandbare vloeistof en vervolgens die vloeistof in brand gestoken;
hij op
of omstreeks23 mei 2021 te ‘s-Gravenhage een persoon genaamd [slachtoffer] opzettelijk van het leven heeft beroofd, door opzettelijk met een mes,
althans een scherp en/of puntig voorwerp, meermalen, althans éénmaal,te steken in de hals(streek)
en/of het hoofd en/of het (boven)lichaamvan die zich in zijn, verdachtes, (onmiddellijke) nabijheid bevindende [slachtoffer],
gevolgd,vergezeld en/of voorafgegaan van enig strafbaar feit, te weten feitelijke aanranding, door
(onverhoeds) handelenddie [slachtoffer]
te dwingenheeft gedwongentot het
plegen en/ofdulden van een of meer ontuchtige handelingen, te weten het
wrijven en/ofaanraken van het
lichaam en/of de borsten en/of hetonderlichaam
en/of de vaginavan die [slachtoffer] en welke doodslag werd gepleegd met het oogmerk om de uitvoering van dat feit
voor te bereiden,gemakkelijk te maken
en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of aan andere deelnemers aan dat feit straffeloosheid en/of het bezit van het wederrechtelijk verkregene te verzekeren;
hij op
of omstreeks23 mei 2021 te ‘s-Gravenhage opzettelijk een lijk (te weten van [slachtoffer]) heeft verbrand
en/of vernietigdmet het oogmerk om
het feit en/ofde oorzaak van het overlijden te verhelen, immers heeft hij, verdachte, dat lijk overgoten met een brandbare vloeistof en vervolgens die vloeistof in brand gestoken;
of omstreeks23 mei 2021 te 's-Gravenhage, een persoon genaamd [slachtoffer] door geweld
of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, te weten door onverhoeds te handelen die [slachtoffer]heeft gedwongen tot het
plegen en/ofdulden van een of meer ontuchtige handelingen, te weten het
wrijven en/ofaanraken van het
lichaam en/of de borsten en/of hetonderlichaam
en/of de vaginavan die [slachtoffer].
de eendaadse samenloop van:
.
het reclasseringsrapport van 25 april 2022(het maatregelrapport ten behoeve van tbs met voorwaarden, opgemaakt door R. Liekens-Willems) sluit de reclassering zich aan bij de conclusies van het PBC-rapport dat een tbs-maatregel met dwangverpleging de beste optie lijkt.
Kamerstukken II, 2014/15, 34257, nr. 3, p. 14-15) ontleent het hof het volgende citaat: “In onderdeel g is een hardheidsclausule opgenomen die onder uitzonderlijke omstandigheden een recht op vergoeding van affectieschade toekent aan een persoon die niet tot de «vaste kring» van gerechtigden behoort. Voor affectieschade komt ingevolge dit onderdeel in aanmerking een persoon die ten tijde van de gebeurtenis in een zodanige nauwe persoonlijke betrekking tot de overledene staat, dat hij als naaste in de zin van derde lid wordt aangemerkt. (…) Voor het aannemen van een nauwe persoonlijke betrekking dient een hechte affectieve relatie te worden aangetoond. Niet de formele maar de feitelijke verhouding is beslissend. De omstandigheden van het geval zijn bepalend. Factoren van belang zijn onder meer de intensiteit, de aard en de duur van de relatie. (…) Een voorbeeld van een nauwe persoonlijke betrekking kan zijn een relatie van broers of zussen die langdurig samenwonen en voor elkaar zorgen (…). Indien een beroep wordt gedaan op onderdeel g zijn anders dan bij de meeste andere onderdelen discussies over de invulling daarvan niet uit te sluiten. Onderdeel g dient echter te worden bezien in het kader van het spanningsveld tussen de wenselijkheid van een eenvoudig uitvoerbare regeling en een regeling die toch ook ruimte biedt om in sprekende gevallen naasten, die zich lastig laten vatten in specifiek te benoemen categorieën, voor vergoeding van affectieschade in aanmerking te laten komen.”
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
18 (achttien) jaren.
ter beschikking wordt gestelden beveelt dat hij van overheidswege zal worden verpleegd.