Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.[verweerder 1],
[verweerder 2],
1.De zaak in het kort
.
2.Procesverloop in hoger beroep
- de appeldagvaarding van 16 januari 2020 (met bijlagen), waarmee [appellante] onder aanvoering van vijf grieven in hoger beroep is gekomen van de vonnissen van de kantonrechter in de rechtbank Den Haag van 3 april en 16 oktober 2019;
- het tussenarrest van dit hof van 28 april 2020, waarin een mondelinge behandeling is gelast ten overstaan van een raadsheer-commissaris;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 15 oktober 2021;
- de memorie van antwoord van [verweerders] van 8 april 2022, met bijlagen;
- de akte van [appellante] houdende uitlating producties, tevens houdende indiening aanvullende producties, tevens houdende verzoek mondelinge behandeling, met bijlagen;
- de antwoordakte van [verweerders]
3.Feitelijke achtergrond
Huurovereenkomst Woonruimte” gesloten. De huurovereenkomst betreft “
de woonruimte (…) plaatselijk bekend: [adres]”. De huurprijs bedraagt volgens de overeenkomst € 700,- per maand, inclusief “
stoffering en service”, maar exclusief gas, water en licht. De huur dient uiterlijk op de eerste dag van iedere maand te zijn voldaan.
4.Procedure bij de kantonrechter
primairde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde en
subsidiairdat [verweerders] worden gelast om binnen een week na het vonnis hun medewerking te verlenen aan het plaatsen van een tussenmeter voor energie en om alle sleutels van de technische ruimte aan [appellante] te overhandigen, beide onder oplegging van een dwangsom, alsmede om [appellante] te machtigen om, indien [verweerders] met de ontruiming in gebreke blijven, deze op hun kosten door een deurwaarder te doen bewerkstelligen, een en ander met de veroordeling van [verweerders] in de proceskosten, met rente en nakosten, en met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
5.Vordering in hoger beroep
6.Beoordeling in hoger beroep
De grieven
7.Beslissing
Het hof:
binnen twee weken na dit arrestschriftelijk wordt verzocht;