Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Zaaknummer rechtbank : 9203041 \ CV EXPL 21-1441
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 7 maart 2022, waarmee [appellant] in hoger beroep is gekomen van het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Den Haag van 8 december 2021;
- het arrest van dit hof van 12 april 2022, waarin een mondelinge behandeling is gelast;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 20 juli 2022;
- de memorie van grieven van [appellant];
- de memorie van antwoord van Mijbupark, met bijlagen.
3.Feitelijke achtergrond
Als de overeenkomst is geëindigd, moet de recreant, uiterlijk op de laatste dag van de overeengekomen periode, de plaats leeg en volledig opgeruimd opleveren.
Als de recreant zijn kampeermiddel niet verwijdert, is de ondernemer gerechtigd, na schriftelijke sommatie en met inachtneming van een termijn van zeven dagen, ingaande op de dag van ontvangst, op kosten van de recreant de plaats te ontruimen. Eventuele stallingskosten, voor zover redelijk, zijn voor rekening van de recreant.”
4.Procedure bij de rechtbank
5.Vorderingen in hoger beroep
6.Beoordeling in hoger beroep
Bevoegdheid Nederlandse rechter
geenverlenging (“erlengung”) wil, dit schriftelijk moet melden voor 1 oktober en dan de gehuurde plaats voor 15 oktober moet ontruimen.
7.Beslissing
- laat [appellant] toe tot het bewijs van zijn stellingen met betrekking tot de staat en de waarde van de caravan en de aanwezigheid en de waarde van de overige goederen;
- verwijst de zaak naar de rol van 17 oktober 2023 voor het achter 6.31 omschreven doel;
- benoemt mr. J.J. van der Helm tot raadsheer-commissaris ten overstaan van wie eventuele getuigen zullen worden gehoord en ten overstaan van wie de mondelinge behandeling zal worden gehouden;
- deelt mee dat het hof al beschikt over een kopie van de volledige procesdossiers in eerste aanleg en in hoger beroep, inclusief producties, zodat het niet nodig is deze voor het getuigenverhoor over te leggen;
- houdt iedere verdere beslissing aan.