Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.Pelvitec B.V.,
. Leapmed France SAS,
Advance Medical Designs INC,
[geïntimeerde 4],
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 1 maart 2022 waarmee Corbin in hoger beroep is gekomen van het vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Den Haag van 3 februari 2022 (het Vonnis);
- de memorie van grieven van Corbin (MvG);
- de memorie van antwoord van Pelvitec c.s. (MvA);
- de producties die Pelvitec c.s. ter gelegenheid van de hierna te noemen mondelinge behandeling heeft overgelegd;
- de proceskostenspecificaties die partijen hebben overgelegd.
3.Feitelijke achtergrond
Method, system, and device for planning and performing guided and free-handed transperineal prostate biopsies’. De aanvraag is gepubliceerd op 8 oktober 2015 en doet een beroep op het prioriteitsdocument US 61/974,826 van 3 april 2014. WO 024 ziet op een inrichting, een systeem en een methode om een prostaatbiopsie te verrichten.
Apparatus for performing guided and free-handed transperineal prostate biopsies’, verleend op een Europese aanvraag (EP 811 A1) waarvan de tekst overeenstemt met WO 024, onder inroeping van dezelfde prioriteit. De verlening is gepubliceerd op 3 juni 2020. EP 811 is onder andere gedesigneerd voor Nederland. Tijdens de verleningsprocedure zijn de conclusies na bezwaar van de examiner wegens gebrek aan eenheid van uitvinding beperkt tot voortbrengsel-conclusies. Daarna zijn de conclusies nog enkele malen gewijzigd na geldigheidsbezwaren van de examiner.
instructions for use’ (hierna: IFU), met de SureFire meegeleverd, waarop uitsluitend Pelvitec is vermeld als contact. In de IFU wordt geïnstrueerd en geïllustreerd hoe de SureFire gebruikt kan worden in combinatie met een toegangsnaald (in de IFU aangeduid als ‘coaxnaald’):
4.Procedure bij de rechtbank
5.Vorderingen in hoger beroep
6.Beoordeling in hoger beroep
Uitleg conclusie 1
Art. 69 lid 1 Europees Octrooi-verdrag (EOV) houdt in dat de beschermingsomvang van een octrooi wordt bepaald door de conclusies van het octrooischrift, waarbij de beschrijving en de tekeningen dienen tot uitleg van die conclusies. Art. 1 van het bij art. 69 EOV behorende uitlegprotocol (hierna: het Protocol) luidt: (…). In overeenstemming met deze uitlegregel van het Protocol heeft de Hoge Raad de in zijn eerdere uitspraken gebezigde formuleringen, “hetgeen voor de uitvinding waarvan de bescherming wordt ingeroepen, wezenlijk is”, onderscheidenlijk “de achter de woorden van die conclusies liggende uitvindingsgedachte” bestempeld als gezichtspunt, tegenover de letterlijke tekst van de conclusies (de “uitersten” in de woorden van het Protocol) (vgl. HR 7 september 2007, ECLI:NL:HR:2007:BA3522, NJ 2007/466 en HR 25 mei 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV3680, NJ 2013/68). Daarbij dient het achterhalen van de achter de woorden van de conclusies liggende uitvindingsgedachte ertoe een uitsluitend op de letterlijke betekenis van de bewoordingen gegronde en daarom voor een redelijke bescherming van de octrooihouder wellicht te beperkte of onnodig ruime uitleg te vermijden (vgl. HR 13 januari 1995, ECLI:NL:HR:1995:ZC1609, NJ 1995/391). De beschrijving en de tekeningen vormen in dat kader een belangrijke bron. (…).”
suitable for) is om die functie(s) te vervullen, is nieuwheidsschadelijk, zelfs als dat product nog nooit op de geclaimde manier is gebruikt of beschreven. Bij de vaststelling van de beschermingsomvang/inbreuk geldt
mutatis mutandisdat een product dat geschikt is om het vereiste effect te verkrijgen of functie te verrichten, binnen de beschermingsomvang valt, ook wanneer het niet daadwerkelijk wordt gebruikt in combinatie met het onderdeel waarvoor het geschikt is of voor de functie waarvoor het geschikt moet zijn.
een tweede stabilisatiestangzoals genoemd en met de kenmerken beschreven in deelkenmerk (ii);
Definition by reference to (use with) another entity”) als volgt verwoord:
wherein the upper mountcomprisesa sliding platform” [onderstreping toegevoegd – hof]. In relatie tot de toegangsnaald ontbreken dergelijke duidelijke bewoordingen. De gemiddelde vakman zal daaruit afleiden dat de toegangsnaald alleen onderdeel is van de functionele omschrijving en geen zelfstandig conclusie-element vormt.
with a mind willing to understandonmiddellijk inzien dat het nooit de intentie is geweest om bescherming te verkrijgen voor een apparaat zonder toegangsnaald. De aanwezigheid van een toegangsnaald, met de functie dat daarmee het perineum wordt geperforeerd, vertegenwoordigt het wezen van de uitvinding volgens EP811; met een naaldgeleider zonder toegangsnaald worden de voordelen van de uitvinding niet behaald, aldus Corbin. Naar voorshands oordeel kan in de beschrijving echter onvoldoende steun voor dit standpunt van Corbin worden gevonden. Het hof licht dat als volgt toe.
transrectal’) ofwel via het perineum (de huid tussen de anus en het scrotum; ‘
transperineal’) in de prostaat te steken. De in het octrooi beschreven nadelen van de transrectale methode zijn dat daarbij risico bestaat dat infecties optreden door uit de darmen afkomstige bacteriën en dat daarmee niet alle delen van de prostaat goed kunnen worden bereikt (vgl. par. [0004]). Deze nadelen zijn niet aanwezig bij de transperineale methode, doordat de darmwand niet wordt gepasseerd en via deze route alle delen van de prostaat bereikbaar zijn (vgl. par. [0005]). In par. [0006] wordt een transperineale methode beschreven waarbij gebruik wordt gemaakt van een op de sonde aangebrachte naaldgeleider met een (groot) aantal openingen, in een raster (‘
grid’) of in een verticale kolom (‘
grid slice’), waar de biopsienaald doorheen kan worden gestoken. Deze methode levert nauwkeurige resultaten op, maar nadeel daarvan is dat voor elk biopt een nieuwe perforatie van het perineum nodig is (vgl. par. 0007]). Dat is belastend voor de patiënt, waardoor deze behandeling vaak onder algehele narcose plaatsvindt en gebruik moet worden gemaakt van een operatiekamer, wat duur en arbeidsintensief is.
ultrasound-guided’) om de positie van de naaldpunt ten opzichte van de prostaat te kunnen zien. De sonde kan zijn gefixeerd (‘
fixed’) door middel van een op een behandeltafel gemonteerde zogenoemde ‘
stepper’, zoals beschreven in paragraaf [0007], ofwel met de hand vastgehouden en verplaatst (‘
free-handed’ of ‘
handheld’). Dat laatste is niet in de beschrijving vermeld, maar maakte onbestreden wel deel uit van de stand van de techniek op de prioriteitsdatum.
fan’techniek. Daarbij wordt gebruik gemaakt van een
handheldtransrectale sonde en wordt bovendien de biopsienaald met de hand bediend, zonder gebruik te maken van een naaldgeleider. Deze techniek wordt daarom ook wel aangeduid als ‘
double free-hand’. Bij die methode wordt steeds gebruik gemaakt van dezelfde opening in het perineum waar de biopsienaald steeds in verschillende richting doorheen gestoken wordt. Dat is aanzienlijk minder belastend voor de patiënt waardoor veelal met een lokale verdoving kan worden volstaan. Op de prioriteitsdatum werd deze techniek zowel zonder als met gebruik van een toegangsnaald toegepast (zie par. 36, tweede verklaring van Popert (partijdeskundige aan de zijde van Corbin) en par. 28 MvG). In dat laatste geval wordt een toegangsnaald gebruik om het perineum mee te perforeren om vervolgens steeds een biopsienaald daar doorheen te steken. De behandeling wordt dan nog beter verdragen. Nadeel van de fan techniek is dat deze lastig is om uit te voeren. Het vergt goede coördinatie tussen beide handen en omdat de biopsienaald niet (bijvoorbeeld door middel van een naaldgeleider) met de sonde is verbonden, kan de punt van de naald uit beeld verdwijnen. Deze methode levert (daardoor) ook minder nauwkeurige resultaten op. Paragrafen [0003] t/m [0007] van het octrooi geven daarmee geen aanwijzingen of de toegangsnaald vereist is in de door conclusie 1 beschermde inrichting.
not forming part of the invention” zijn.
various exemplary embodiments”. Daarna volgt vanaf paragraaf [0013] een “
Description of some embodiments” en worden de tekeningen verder beschreven en toegelicht in paragrafen [0044] en verder.
handheldsonde en waarbij gebruik wordt gemaakt van een toegangsnaald, een holle naald (ook wel aangeduid als ‘coaxiale naald’) waar de biopsienaald doorheen geleid wordt. Deze methode maakt het mogelijk een volledige biopsie van de prostaat te maken met slechts twee perforaties in het perineum, omdat verschillende biopsienaalden kunnen worden ingebracht via dezelfde toegangsnaald (en dus dezelfde perforatie) om, door handgeleide verplaatsing van het samenstel van de
handheldsonde en daarop gefixeerde naaldgeleider, op verschillende plaatsen in de prostaat biopten te nemen.
The guide is fixed to an ultrasound probe that is not fixed and is freely moveable in operation. Stabilization bars that are built into the guide facilitate the positioning and holding of the perineal skin and subcutaneous tissue to allow positioning of the access needle. The position of the access needle is facilitated by locking the access needle into the subcutaneous tissue of the perineum using a sliding platform that allows a user, such as a medical practitioner or patient caregiver, to place the access needle along a sagittal transducer plane at optimal positions for obtaining prostate biopsies. In some embodiments, upon placement of the access needle into a locked position, for example, in the pelvic floor, a user may then pass a biopsy needle through the access needle to a desired location of the prostate. In yet further embodiments, the passing of the biopsy needle through the access needle and to the prostate may be facilitated by direct sagittal plane visualization based on the alignment of the access needle.
the guide allows biopsies (…) through an initial access needle” kan er op wijzen dat een toegangsnaald wordt gebruikt zonder dat die al onderdeel is van de beschreven naaldgeleider. Ook dat de naaldgeleider wordt gebruikt om de toegangsnaald te positioneren kan daarop wijzen. Daar komt bij dat de gemiddelde vakman uit die paragrafen begrijpt dat ook het gebruik van een
handheldsonde onderdeel is van het daarin beschreven
systeemen de met dat systeem beschreven
methodevoor het uitvoeren van prostaatbiopsies, terwijl deze sonde geen onderdeel uitmaakt van de naaldgeleider volgens conclusie 1 (zie r.o. 6.3 hiervoor). De gemiddelde vakman zal uit paragrafen [0013] tot en met [0015], waar Corbin zich met name op beroept, dus niet eenduidig kunnen afleiden of de inrichting volgens conclusie 1 alleen moet zijn ingericht om een toegangsnaald te ondersteunen, dan wel dat een toegangsnaald een zelfstandig onderdeel vormt van de naaldgeleider en dus daadwerkelijk aanwezig moet zijn.
[0016] Methods, systems, and apparatus may include and facilitate treatment that uses a cryoablation probe for focal therapy of prostate cancer, a radiofrequency instrument, a thermotherapy instrument, any instrument for treatment of the cancerous area, or a combination of any of these instruments.”
systeem“
includes a biopsy guide, a transducer, an access needle and a biopsy instrument”. Met “
biopsy guide” wordt gedoeld op de in conclusie 1 onder bescherming gestelde naaldgeleider, die in de beschrijving afwisselend wordt aangeduid als “
apparatus” of “
guide” (vgl. onder meer par. [0019], geciteerd in r.o. 6.30). In de geciteerde passage wordt de
access needleapart van de
biopsy guidegenoemd. De gemiddelde vakman zal daaruit afleiden dat de
access needlewel onderdeel is van het systeem (zoals in paragrafen [0013] – [0015] beschreven), maar geen onderdeel is van de
biopsy guide, die in conclusie 1 is geclaimd (als
apparatus). Bevestiging daarvoor vindt hij daarin dat op dezelfde wijze de evenmin door conclusie 1 onder bescherming gestelde “
transducer” (een in de beschrijving gebruikte alternatieve aanduiding voor “
probe”) en het
biopsy instrumentwel als onderdeel van het systeem zijn genoemd, maar ook apart van de
biopsy guide. Het standpunt van Corbin dat het in het octrooi beschreven systeem bestaat uit een naaldgeleider die een toegangsnaald omvat (als eerste component) in combinatie met een echosonde (als tweede component), is naar voorlopig oordeel niet in overeenstemming met de wijze waarop de gemiddelde vakman de beschrijving, met name paragraaf [0018], zou lezen.
inrichtingbeschreven.
apparatus’ in paragraaf [0019] is in overeenstemming met de lezing van de conclusie zoals hiervoor in r.o. 6.15 uiteengezet (dus zonder een daadwerkelijk aanwezige toegangsnaald). Daarbij wordt opgemerkt dat de “
fasteners” die aanwezig kunnen zijn, door volgconclusies onder bescherming zijn gesteld. De “
access needle” wordt in de opsomming niet genoemd. De
probe– die ook geen onderdeel is van de
guidevolgens conclusie 1 – evenmin.
sliding platformis aangebracht.
[0024] The hole can accommodate various types of needles, including access needles having various diameters, for example, spinal needles having a gauge in the range of 14-18. The hole can also accommodate needles having various lengths. The lengths of the needle may depend, in part, on the body habitus. The needle may be a reusable needle, such as a reusable spinal needle. The needle may be a disposable needle, such as a disposable spinal needle.”
including” in de passage “
various types of needles, including access needles“ zal de vakman begrijpen dat er ook andere naalden dan
access needlesdoor de holte in het
sliding platformkunnen worden geaccommodeerd, zoals bijvoorbeeld een
biopsy instrument.Het hof gaat niet mee in de suggestie van Corbin dat de gemiddelde vakman de zinsnede “
various types of needles” zou begrijpen als “
various types ofaccessneedles”, waarna een opsomming van dergelijke
access needlesvolgt. Corbin heeft onvoldoende onderbouwd waarom de gemiddelde vakman dat zo zou begrijpen, met name in het licht van de hierna te bespreken passages uit de beschrijving, waaruit de gemiddelde vakman begrijpt dat ook (alleen) een biopsie instrument wordt gebruikt om het perineum te penetreren, dus zonder gebruik te maken van een toegangsnaald voor dat doel (zie r.o. 6.42 hierna).
[0025] A flange of the guide secures the placement of the access needle to the guide. The flange may be configured to snap into the guide to secure the needle. The flange may be secured to the guide by other securing mechanisms. The flange can be of various shapes and configurations. For example, the flange may be ushaped. As another example, the flange may have a thin or slim configuration. The guide assists in providing the appropriate angle of penetration and direction of the access needle, or other instruments that may be used in combination with the guide.”
the access needle, or other instruments that may be used in combination with the guide.” laat er geen twijfel over bestaan dat de geleider volgens de uitvinding ook kan worden gebruikt in combinatie met andere instrumenten dan een toegangsnaald. Dat is in overeenstemming met paragraaf [0016] van de beschrijving (vgl. r.o. 6.28 hiervoor) en evenzeer met paragrafen [0026] en [0027] die toepassing van de naaldgeleider met andere instrumenten voor andere doeleinden dan prostaatbiopsie beschrijven.
[0026] The hole in the guide is placed so that once the guide is mounted to the ultrasound probe, the drilled hole will be parallel to the sagittal transducer. The drilled hole may also accommodate the tip of a biopsy gun, or any other biopsy instrument. The sliding platform may be interchangeable and may be removed to allow placement of another sliding platform with a different sized to permit different sizes of needles and other instruments. The hole may be configured to accommodate a cryoablation instrument, a radiofrequency instrument, thermotherapy instrument, or any other instrument for diagnosis and treatment of a bodily tissue, including a cancerous area of a prostate.
In one embodiment, the drilled hole 102 can support an access needle through which a biopsy needle or other instrument can be introduced at a known alignment with respect to the probe 103. In addition, although the hole 102 to support, e.g. ,an access needle or other instrumentis showed in a central midline position, the location of the hole can be configured at any position of the guide 100.”
during a guided and free-handed transperineal prostate biopsy” uit conclusie 1 evenmin.
other instrument’ (in plaats van een
access needle) wordt gebruikt voor een andere toepassing dan een prostaatbiopsie, zoals bijvoorbeeld de in paragrafen [0016], [0026] en [0027] beschreven behandelingen, wordt gedekt door conclusie 1, indien ook aan de overige conclusiekenmerken is voldaan, waaronder dat deze wel
geschiktis om een toegangsnaald te ondersteunen. In zoverre is de stelling van Corbin ter zitting, dat de materie beschreven in paragraaf [0026] en [0027] niet is geclaimd, dus niet juist.
or other instruments’ in paragrafen [0025] en [0050] zou begrijpen als betrekking hebbend op ‘
various other instruments’ genoemd in paragraaf [0091], waarin is beschreven dat andere instrumenten aan de naaldgeleider kunnen worden bevestigd náást een toegangsnaald.
[0091] A connector and a hub permit the use of various other instruments such as, for example, a non-biopsy instrument, to be secured. A biopsy instrument may be inserted into the access needle in order to reach a targeted area. The upper mount may include arms. In embodiments, the arms may be shorter, longer, or may not exists, in which case the aperture is disposed directly in the upper mount. When the aperture is directly in the upper mount, upper mount may be longer, thicker, or a combination thereof.”
naasteen toegangsnaald bevestigd kunnen worden, dan zou daarin niet ‘
or’ maar ‘
and’ (other instrument(s)) gestaan hebben. Naar voorshands oordeel zal de gemiddelde vakman daarom inzien dat de ‘
other instruments’ bedoeld in paragrafen [0025] en [0050] betrekking hebben op andere instrumenten dan een toegangsnaald.
cross-sectional view of the back of a guide secured to a probe in accordance with an embodiment” laat zien.
[0051] FIG. 4 is a cross-section view of the back of a guide secured to a probe including a sliding platform 301, drilled hole 302, stabilization bars 101, lower mount 104, upper mount 105, fasteners 102, and probe 103.”
biopsy needleof
biopsy instrumentwordt getoond (verwijzingscijfer 802) en die ook de “
perineum skin” (verwijzingscijfer 803) en/of “
perforation point” (verwijzingscijfer 805), waar de biopsienaald doorheen is gestoken, tonen.
access needleis ook nergens in de beschrijving een verwijzingscijfer opgenomen, waarmee deze in de figuren zou kunnen worden aangeduid.
by biopsy instrument 802 after perforating perineum skin 803.” Dat dit perforeren zou gebeuren door een toegangsnaald wordt niet beschreven noch getoond.
[0056] FIG. 9 is a front view of a targeted area 902 of the prostate 801. FIG. 10 is a side view of a biopsy instrument penetrating the prostate 801, including a targeted area 902 of the prostate 801. The targeted area 902 is reached by biopsy instrument 802 after perforating perineum skin 803.”
[0060] FIGS. 15, 17, and 19 demonstrate a side view of FIGS. 14, 16, and 18 and the paths of the biopsy instrument 1301 taken by a biopsy instrument to reach lower targeted or suspicious area 1401, a mid targeted or suspicious area 1601, or a higher targeted or suspicious area 1801 of the prostate.
biopsy instrumentwordt gebruikt om het perineum te penetreren. In figuur 20 (evenals in figuren 15, 17 en 19) wordt wel iets getoond wat op een toegangsnaald zou kunnen duiden. Echter, bij gebreke van een verwijzingscijfer dat op de aanwezigheid van een toegangsnaald wijst en omdat in de paragrafen [0060] en [0061] die op deze figuren betrekking hebben nergens het gebruik van een toegangsnaald wordt genoemd, zal de gemiddelde vakman in deze figuren niet de (noodzakelijke) aanwezigheid van een toegangsnaald onderkennen.
[0062] FIG. 21 is a front view of a prostate, a probe, a targeted or suspicious area, wherein the biopsy instrument may reach any area of the prostate. FIG. 21 demonstrates that the biopsy instrument can reach the entire prostate while using only one perforation point 805. After obtaining one cell or tissue specimen, the biopsy instrument 802 may be partially retrieved from the perineum area at a point in which the distal point of the biopsy instrument 802 is redirected to another targeted or suspicious area. Then, the biopsy instrument (usually the needle of the biopsy instrument) is inserted to the second targeted or suspicious area for obtaining a cell or tissue specimen of another area of the prostate.”
[0090] (…) In an alternative embodiment of apparatus and systems, wherein the embodiment does not form part of the invention, a guide may not include a lower mount, and may include an access needle. The guide includes a stabilization bar, sliding platform, a hole located in approximately the center of the platform, an upper mount, teeth, aperture, arms, and a connector. The access needle includes a hub and is secured to the guide. (…)”.
include” zal de gemiddelde vakman begrijpen dat een inrichting is bedoeld waar de toegangsnaald als zelfstandig conclusie-element onderdeel van uitmaakt (vgl. r.o. 6.13 en de aldaar geciteerde passage uit de Guidelines). Als conclusie 1 zo zou moeten worden gelezen dat de onder bescherming gestelde inrichting een
access needleal omvat, dan had “
may include an access needle” niet genoemd hoeven worden als een van conclusie 1 onderscheidend element in de niet beschermde inrichting. Voor de beschrijving van de niet beschermde uitvoeringsvariant had dan kunnen worden volstaan met het noemen van de (van conclusie 1 afwijkende) afwezigheid van een lower mount. Ook daardoor zal de gemiddelde vakman bevestigd worden in zijn lezing dat de toegangsnaald geen zelfstandig onderdeel uitmaakt van de inrichting die wel door conclusie 1 onder bescherming wordt gesteld.
in combinatie meteen toegangsnaald. Zoals reeds overwogen wordt de toegangsnaald in de beschrijving geenszins als een essentieel bestanddeel van de inrichting geopenbaard. Veelzeggend in dat verband is dat voor alle structurele conclusie-elementen van conclusie 1 een verwijzingscijfer is opgenomen waarmee deze in de figuren en de beschrijving van de figuren zijn aangeduid, maar dat voor de toegangsnaald geen verwijzingscijfer is opgenomen.
less burdensome” is voor de patiënt, met alle daaraan verbonden voordelen van dien, zoals poliklinische behandeling onder lokale verdoving. Deze voordelen kunnen derhalve blijkens de beschrijving ook al zonder
access needleworden bereikt. De toevoeging van een toegangsnaald zou er alleen voor zorgen dat de behandeling door de patiënt nóg beter wordt verdragen (vgl. r.o. 6.21).
increased guidance of needle” en een “
higher rate of efficiency” worden met name bereikt doordat bij de inrichting volgens het octrooi – anders dan bij de fan techniek – een op een handheld sonde gemonteerde naaldgeleider wordt gebruikt, die bovendien door de samenwerking tussen de stabilisatiestangen en glijdend platform tegen het perineum kan worden gefixeerd. Daardoor kunnen nauwkeuriger uit de verschillende doelgebieden, maar wel met gebruikmaking van dezelfde opening, biopten worden genomen, ook door een minder bekwame uroloog. Het gebruik van een toegangsnaald kan aan die voordelen weliswaar verder bijdragen, bijvoorbeeld doordat een dunne naald niet afbuigt, maar voor het bereiken van die voordelen moet echter met name het gebruik van de op een handheld sonde gemonteerde naaldgeleider in combinatie met de fan techniek (die op de prioriteitsdatum niet altijd met een toegangsnaald werd uitgevoerd (vgl. r.o. 6.21)) wezenlijk worden geacht.
access needlebereikt kunnen worden.
handheldsonde gefixeerde naaldgeleider kan worden gebruikt in combinatie met de fan techniek, waarbij de biopsienaald steeds door dezelfde opening in het perineum in verschillende richtingen kan worden ingestoken teneinde alle doelgebieden te kunnen bereiken. Zoals hiervoor (in 6.46 en 6.47) uiteengezet worden reeds daarmee de voordelen van de uit de stand van de techniek bekende technieken voor een perineale prostaatbiopsie verenigd. De uitleg van conclusie 1 waarbij de naaldgeleider geen toegangsnaald omvat is daarom in overeenstemming met de bijdrage die door de uitvinding volgens EP 811 aan de stand van de techniek wordt geleverd.
inrichtingwaarmee de biopsiemethode volgens dat inzicht wordt uitgevoerd. Dat een toegangsnaald wel onderdeel uitmaakt van het beschreven (maar in dit octrooi niet langer geclaimde) systeem, maakt dat niet anders. Zoals blijkt uit paragrafen [0018] en [0019] van de beschrijving zijn de sonde, de toegangsnaald en het biopsie instrument ieder afzonderlijke onderdelen van het beschreven systeem en worden deze allemaal toegepast bij uitvoering van de in het octrooi beschreven (maar niet beschermde) methode, maar maken zij niettemin geen van alle onderdeel uit van de naaldgeleider volgens conclusie 1.
geschiktwas om in combinatie met een naaldgeleider zoals in conclusie 1 bedoeld te worden gebruikt (zie r.o. 6.8). Het is niet in geschil dat dit het geval was.
7.Beslissing
- bekrachtigt het vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Den Haag van 3 februari 2022;
- veroordeelt Corbin in de proceskosten in hoger beroep aan de zijde van Pelvitec c.s. begroot op € 50.000,-;
- verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst het meer of anders gevorderde af.