ECLI:NL:GHDHA:2023:1583
Gerechtshof Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van het ouderlijk gezag over een minderjarige en de rol van de gecertificeerde instelling
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 23 augustus 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beëindiging van het ouderlijk gezag van de moeder over haar minderjarige kind. De moeder, die in hoger beroep ging tegen een eerdere beschikking van de rechtbank, verzocht het hof om het gezag te herstellen. De rechtbank had eerder besloten dat het ouderlijk gezag van zowel de moeder als de vader over de minderjarige moest worden beëindigd, en dat de gecertificeerde instelling als voogd zou optreden. De moeder voerde aan dat er onvoldoende passende hulp was geboden en dat zij in staat was om het gezag uit te oefenen, maar het hof oordeelde dat de moeder niet in staat was om binnen een aanvaardbare termijn de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding van de minderjarige te dragen. Het hof baseerde zijn beslissing op de persoonlijke problematiek van de moeder, die in het verleden al meerdere kinderen had verwaarloosd, en op de kwetsbaarheid van de minderjarige, die medische en emotionele ondersteuning nodig had. De pleegouders, bij wie de minderjarige sinds zijn geboorte woont, hebben een stabiele en zorgzame omgeving geboden. Het hof bekrachtigde de eerdere beschikking van de rechtbank, waarbij het ouderlijk gezag van de moeder werd beëindigd, en benadrukte het belang van stabiliteit en continuïteit voor de ontwikkeling van de minderjarige.