Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
525 (vijfhonderdvijfentwintig) dagen.
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) maanden.
6 (zes) maandenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 2 mei 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Rotterdam van 13 december 2018. De verdachte, geboren in Suriname in 1950, was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaar voor meerdere feiten van witwassen en gewoontewitwassen. In hoger beroep zijn procesafspraken gemaakt tussen het Openbaar Ministerie en de verdediging, waarbij de verdachte heeft ingestemd met de gemaakte afspraken en zijn grieven tegen de eerdere veroordeling niet heeft gehandhaafd. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte voldoende gelegenheid heeft gehad om tot een weloverwogen beslissing te komen en dat er geen slachtoffers of benadeelde partijen zijn. Het hof heeft de overschrijding van de redelijke termijn in de procedure in aanmerking genomen en heeft het vonnis van de rechtbank bevestigd, met uitzondering van de opgelegde straf. De verdachte is veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan het voorarrest van 525 dagen, en daarnaast een voorwaardelijke gevangenisstraf van 12 maanden met een proeftijd van 6 maanden. Het hof heeft de ernst van de feiten, de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de overschrijding van de redelijke termijn meegewogen in de strafmotivering. De verdachte heeft aangegeven tot inkeer te zijn gekomen en heeft fiscale verplichtingen nagekomen. Het hof heeft de beslissing genomen in het belang van de rechtszekerheid en de integriteit van het financiële verkeer.