Uitspraak
1.Het verloop van het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- een e-mailbericht van 4 april 2023, met daarin een (gemotiveerd) verzoek om de zaak met spoed op zitting te plannen;
- een e-mailbericht van 13 april 2023, waarin zij bezwaar maakt tegen het voornemen van het hof de zaak te plaatsen op een ontvankelijkheidszitting;
- een journaalbericht van de zijde van de moeder van 14 april 2023 met bijlagen, ingekomen op 18 april 2023;
- een e-mailbericht van 20 april 2023 met bijlagen, waarin zij nogmaals bezwaar maakt tegen het voornemen van het hof de zaak te plaatsen op een ontvankelijkheidszitting;
- een e-mailbericht van 28 april 2023, met de mededeling dat er een aantal stukken niet in het roljournaal zijn opgenomen;
- een e-mailbericht van 7 mei 2023 met bijlagen, waarin de moeder reageert op het e-mailbericht van het hof aan de moeder van 25 april 2023 waarin het hof zijn voornemen om de zaak op een ontvankelijkheidszitting te plannen toelicht;
- een journaalbericht van 8 mei 2023 met bijlagen, ingekomen op 9 mei 2023;
- een e-mailbericht van 16 juni 2023 met bijlage;
- een e-mailbericht van 19 juni 2023.
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
- de gecertificeerde instelling, vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger van de gi 1] en [vertegenwoordiger van de gi 2] .
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
- bepaald dat de behandeling van de zaak wordt aangehouden tot 1 juni 2023 pro forma;
- bepaald dat de moeder, haar advocaat mr. C.M.D. de Waele, de gecertificeerde instelling en de raad op genoemde pro forma-datum niet ter zitting behoeven te verschijnen;
- partijen in de gelegenheid gesteld om uiterlijk 1 februari 2023 hun verhinderdata voor de maanden juni, juli en augustus 2023 kenbaar te maken;
- mr. De Waele verzocht uiterlijk twee weken voor de pro forma-datum de rechtbank schriftelijk te informeren over de resultaten van het onderzoek van iMindU en het verloop van de hulpverlening en eventuele processuele wensen, zulks onder gelijktijdige verstrekking aan de gecertificeerde instelling en de raad;
- de gecertificeerde instelling verzocht uiterlijk twee weken voor de pro forma-datum de rechtbank de verzochte rapportage te doen toekomen, zulks onder gelijktijdige verstrekking aan mr. De Waele en de raad.
5.De motivering van de beslissing
door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
- De betreffende mededeling staat vermeld op pagina 10 van de beschikking, na de vermelding op pagina 9 van de namen van de kinderrechters door wie de beschikking is gegeven en de ondertekening - eveneens op pagina 9 - van de beschikking door de voorzitter.
- De betreffende mededeling staat in een ander lettertype dan het lettertype van de beschikking.
- Niet gebleken is dat ter zitting in eerste aanleg de mogelijkheid van tussentijds hoger beroep is besproken; de gecertificeerde instelling stelt in dat verband onbetwist dat zij daarover niet is gehoord.
- In het lichaam van de bestreden beschikking is niets overwogen omtrent de mogelijkheid van een tussentijds hoger beroep.