Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[naam],
hij in of omstreeks de periode van 12 november 2012 tot en met 13 november 2012 te Katwijk, in elk geval in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland (te weten Zwitserland) heeft gebracht, ongeveer 50 kilogram, in elk geval een hoeveelheid hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij die wet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a van die wet;
hij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 mei 2012, althans 1 september 2012, tot en met 15 februari 2013 te Katwijk en/of te Leiderdorp en/of te Rijnsburg en/of te Leiden, althans in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie, die bestond uit een samenwerkingsverband van verdachte en een of meer natuurlijke personen, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk het (in de uitoefening van een beroep of bedrijf) opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland brengen (te weten onder meer naar het Verenigd Koninkrijk en/of Zwitserland) en/of het afleveren en/of het verstrekken en/of het vervoeren van middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid, van die wet.
In deze zaak kan een bewezenverklaring volgen conform het vonnis van de Rechtbank, zijnde (2) het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder A van de Opiumwet gegeven verbod, en (3) deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van een misdrijf als bedoeld in artikel 11, vijfde lid, van de Opiumwet;
Het Openbaar Ministerie eist voor de tenlastegelegde feiten een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan het voorarrest, zijnde 73 dagen, alsmede een taakstraf voor de duur van 240 uur;
De verdediging doet afstand van reeds ingediende en toegewezen onderzoekswensen en zal geen nadere en/of nieuwe onderzoekswensen indienen.
algemene, kwantificeerbare strafkorting geven vanwege de instemming met de versnelde procedure, maar per zaak bekijken of er daadwerkelijk aanleiding is om te komen tot strafvermindering op deze grond. Die strafvermindering kan mede gelegen zijn in doelmatigheidsoverwegingen waar de rechter oog voor zal hebben. Voor alle verdachten die hebben ingestemd met afdoening via de versnelde procedure geldt, dat zij daarmee enig procesrisico hebben genomen en voorts dat zij daarmee constructief hebben meegewerkt aan het voorkomen van een nog langere duur van de procedure in hoger beroep. Daarop zal het hof in het voordeel van de belangen van de verdachten bij de afwegingen met betrekking tot de strafmaat acht slaan.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
73 (drieënzeventig) dagen.
taakstrafvoor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
120 (honderdtwintig) dagen hechtenis.
Bevestigt het vonnis waarvan beroep voor het overige.
mr. Y.J. Wijnnobel-van Erp en mr. W.S. Korteling, in bijzijn van de griffier mr. M.V. Lievers-Roza.