3.2Het gaat in deze zaak om het volgende.
i. Op 18 mei 2015 is [verzoeker] betrokken geraakt bij een verkeersongeval waarbij hij letsel heeft opgelopen. Euro Insurance heeft aansprakelijkheid erkend voor de gevolgen van het ongeval.
Partijen hebben in onderling overleg een neurologische expertise laten uitvoeren door neuroloog [deskundige 1] . Aan hem is de IWMD-vraagstelling voorgelegd. [deskundige 1] heeft op 15 september 2020 een rapport uitgebracht.
In zijn rapport vermeldt [deskundige 1] als zijn klinische diagnose:
“Er is sprake van een status na achterop aanrijding met acceleratie/deceleratie mechanisme met nu een klachtenpatroon dat past bij een whiplash associated disorder graad 2 volgens de classificatie van de Quebec Taskforce (Spine 1995). In de differentiaaldiagnose kan gedacht worden aan posttraumatische nek- en hoofdpijnklachten, maar het conglomeraat van klachten alsmede de ontwikkeling van klachten met name de toename van klachten in tijd zonder nieuwe event wordt meer gezien bij een WAD. De door betrokkene ervaren cognitieve problemen zijn naar mijn mening secundair bij een chronisch geworden pijnsyndroom. Noch op basis van de anamnese, noch op basis van de onderzoeksbevindingen zijn er aanwijzingen voor primaire hersenbeschadiging als oorzaak van deze klachten. Ook OSAS [slaapapneu; hof] zou kunnen leiden enerzijds tot hoofdpijnklachten mn in de ochtend, anderzijds op de lange termijn tot cognitieve problemen op basis van cerebrovasculaire schade; er zijn echter geen aanwijzingen voor afwijkingen bij neurologisch onderzoek in enge zin.”
De rechtbank heeft bij beschikking van 25 januari 2021 op verzoek van [verzoeker] een verzekeringsgeneeskundige expertise gelast. Daarbij is drs. J.P.G.A. Kurris als deskundige benoemd. Aan hem is eveneens de IWMD-vraagstelling voorgelegd. Deze houdt – samengevat weergegeven – het volgende in:
- Ter zake van de situatie met ongeval:
o Gevraagd wordt om een anamnese te geven en een beschrijving van de medische voorgeschiedenis en de medische behandeling van de onderzochte.
o Gevraagd wordt naar de eigen bevindingen van door de verzekeringsdeskundige uitgevoerd medisch onderzoek, alsmede naar de onderlinge consistentie tussen de verkregen informatie uit het medisch dossier en het eigen medisch onderzoek.
o Gevraagd wordt een diagnose te geven, alsmede een differentiaal diagnostische overweging.
o Gevraagd wordt een beschrijving te geven van de beperkingen van de onderzochte, ongeacht of deze voortvloeien uit het ongeval.
o Gevraagd wordt of de medische eindtoestand al is bereikt.
- Ter zake van de situatie zonder ongeval:
o Gevraagd wordt naar klachten, afwijkingen en beperkingen die de onderzochte voorafgaand aan het ongeval al had.
o Gevraagd wordt naar klachten, afwijkingen en beperkingen die ook zouden zijn ontstaan als het ongeval de onderzochte niet was overkomen.
In zijn rapport van 1 maart 2022 heeft Kurris op de vraag “wat is de diagnose op uw vakgebied? Wilt u daarbij uw differentiaaldiagnostische overweging geven?” het volgende geantwoord:
“Betrokkene heeft fysieke en cognitieve klachten zonder onderliggende neurologische diagnose.
Deze klachten kunnen differentiaal diagnostisch afkomstig zijn van een chronisch geworden pijnsyndroom, dat door de neuroloog wordt getypeerd als een whiplash associated disorder graad II.
Anderzijds betreffen het klachten die het gevolg kunnen zijn van een niet-neurologische aandoening, namelijk de milde slaapapneu die de longarts vaststelde. Als laatste optie noem ik psychische problematiek in de vorm van een surmenage/burn-out of een geagiteerde depressie door de enorme werkbelasting in combinatie met de grote ambitie/gedrevenheid van betrokkene.
Vooralsnog is alleen de slaapapneu medisch geobjectiveerd.
De linkerschouder vertoont een painful arc. Deze zou samen kunnen hangen met impingement (inklemming), een aandoening van de schoudermanchet (schoudercuff) of pezen, danwel artrose (slijtage van het AC-gewricht, dat aan het einde van het sleutelbeen zit).
Deze problematiek zou een verklaring kunnen vormen voor de pijnklachten aan de linkerzijde van de nek en de linkerschouder. Het betreft een degeneratieve aandoening (slijtage), wat gezien de leeftijd van betrokkene nou eenmaal vaak voorkomt.”
Ter zake van de vraag naar de bestaande beperkingen van [verzoeker] heeft Kurris het volgende geantwoord:
“Op het vlak van persoonlijk en sociaal functioneren zie ik geen medische beperkingen. Ten aanzien van dynamische handelingen en statische houdingen zijn er beperkingen voor buigen en frequent buigen. Beide acht ik beperkt.
Hetzelfde geldt voor gebogen en/of getordeerd actief zijn, dat maximaal vijf minuten aaneengesloten kan plaatsvinden.
Verder zijn er beperkingen voor bovenhandse activiteiten langer dan vijf minuten. Betrokkene kan zijn hoofd niet langere tijd in een uiterste stand naar links houden, zodat ook hiervoor beperkingen moeten worden vastgesteld.
Qua arbeidsduur acht ik werken ’s avonds laat (>22:00) en ’s nachts beperkt.”
De vraag naar de medische eindtoestand beantwoordt Kurris als volgt:
“Deze vraag is lastig te beantwoorden, aangezien ik geen letsel heb geconstateerd. Voor het constateren van letsel zijn immers medisch objectiveerbare afwijkingen noodzakelijk. De neuroloog concludeerde tot een whiplash associated disorder en hiervan is bekend dat de klachten op langere termijn in de loop van de jaren tot decennia geleidelijk kunnen verminderen en verdwijnen.
(…)
De slaapapneu en de psychische problematiek zijn in beginsel behandelbare aandoeningen. De verhoogde spierspanning en de daaruit voortvloeiende klachten en secundaire verschijnselen kunnen verbeteren met een traject van multidisciplinaire begeleiding. Succes hiervan is niet verzekerd, maar ook niet uitgesloten.”
Op de vraag of de klachten en afwijkingen er ook zouden zijn geweest of op enig moment ook hadden kunnen ontstaan als het ongeval [verzoeker] niet was overkomen, geeft Kurris het volgende antwoord:
“Ja, dit betreft de slaapapneu en klachten die passen bij de mogelijke surmenage/burn-out. Ook geldt dit voor de astma en schouderklachten (painfull arc).
(…)
Er kan gezien het geleidelijk ontstaan en beloop van de klachten geen onderscheid worden gemaakt naar beloop met en zonder het ongeval. Ook zonder het ongeval zouden de slaapapneu en de zeer forse arbeidsbelasting een vergelijkbaar beloop hebben kunnen opgeleverd. Ik kom onder meer tot deze conclusie aangezien er geen sprake is van medisch objectiveerbare ongevalsgerelateerde afwijkingen. Daardoor kan het beloop van de ongevalsgerelateerde klachten medisch gezien niet hard worden gemaakt. Het toenemen van de klachten past niet bij ongevalsgevolgen en de klachten van betrokkene zijn te aspecifiek om iets over de oorzaak te zeggen.”
Tot slot merkt Kurris nog het volgende op:
“De bevindingen en conclusies van de rapporterend neuroloog op diens vakgebied zijn voor mij als verzekeringsarts zwaarwegend bij het vormen van mijn oordeel. Voor zover er aandoeningen buiten diens specifieke competentie spelen, zoals de slaapapneu en de vermoede surmenage/burn-out ligt dat echt anders. Vandaar dat ik met betrekking tot de slaapapneu en gevolgen van de hoge psychische belasting andere conclusies trek dan deze vakspecialist.”
[verzoeker] heeft bezwaren geuit tegen het rapport van Kurris . In een e-mail van 15 december 2021 aan de rechtbank schrijft zijn advocaat dat het de bedoeling was dat Kurris de beperkingen van [verzoeker] zou duiden waarbij hij zich diende te baseren op de bevindingen van neuroloog [deskundige 1] . Kurris is echter afgeweken van het primaire causale verband dat [deskundige 1] heeft vastgesteld, te weten dat sprake is van een whiplash associated disorder en dat [verzoeker] zonder het ongeval niet in die situatie zou zijn terecht gekomen. [verzoeker] heeft daarom verzocht een nieuwe deskundige te benoemen die op basis van een andersluidende vragenlijst nogmaals een verzekeringsgeneeskundig onderzoek zal uitvoeren.
Euro Insurance heeft bij e-mail van 9 februari 2022 de bezwaren van [verzoeker] tegen het rapport van Kurris van de hand gewezen.
De rechtbank heeft bij e-mail van 17 februari 2022 laten weten kennis te hebben genomen van de bezwaren van [verzoeker] en de reactie van Euro Insurance. Partijen wordt medegedeeld dat er voor een benoeming van een nieuwe deskundige in de lopende procedure geen ruimte is.