Uitspraak
€ 9.500,-- bruto per jaar over de laatste drie jaar en overige emolumenten.
“Home DNA”en
“Focus Feedback”.
29 november 2021 een nieuwe arbeidsovereenkomst gesloten tussen VORM Ontwikkeling en [verzoeker]. Vanwege zijn functiewijziging moest [verzoeker] voor 1 januari 2022 zijn lopende werkzaamheden als kopersadviseur en LT-lid bij VORM Kopersadvies overdragen aan zijn directe collega, de heer [collega] (hierna: [collega]).
Bij e-mail van 19 december 2021 om 17:23 uur heeft [verzoeker] aan [collega] het volgende bericht:
Aangezien komende week het vaderschapsverlof in gaat en ik merk dat ik deze ook echt moet gebruiken heb ik alles opgezocht om alvast over te dragen. Ik denk niet dat alles relevant is voor dit jaar. Ik heb wel gezien dat ik zeker fouten heb gemaakt bij bepaalde bouwnummers waar ik echt van baal en merk dat dit niet voor de rust zorg die nodig is, lig er best van wakker (met name Essenlaen). Vandaar goed denk ik dat het echt overgedragen wordt om te zorgen dat het uiteindelijk zo netjes mogelijk opgelost wordt met de klanten, mocht het nodig zijn kan er gewezen worden naar mij (aangezien dit vaak toch is wat er gebeurt)
Ik ben echt geschrokken van de inhoud hiervan. Momenteel zijn we aan het uitzoeken wat we hier nu mee kunnen doen. Het blijkt behoorlijk ernstig te zijn. Onze kopers zijn in eerste instantie de gedupeerde, de naam van 6D wonen en kopersadvies wordt hiermee schade aangedaan. Om de problematiek op te lossen gaat het om veel geld en worden collega’s en onderaannemers opgezadeld met veel extra werk en frustratie. Ik moet dit in de organisatie breder oppakken om tot oplossingen te komen. Gezien de ernst van de situatie verzoek ik je dringend om per omgaande hierover zelf contact op te nemen met [naam] [hof: [directeur]]”
Het blijkt dat ik afgelopen jaar in bepaalde periodes toch te veel hooi op mijn vork heb genomen. Naast mijn leidinggevende taken had ik ongeveer 150 bouwnummers onder mijn hoede. Bij het project Essendael is gebleken dat ik de nodige steken heb laten vallen. Hiervoor is er extra aandacht besteed om net voor mijn afwezigheid een kijkmoment plaats te laten vinden zodat alles ook door ons gecontroleerd kon worden. Hier kwamen de punten naar voren die ik niet goed heb aangepakt (naast de normale kijkmiddag puntjes). Afgelopen weekend heb ik alles wat speelt overgedragen aan [collega]. (Zie bijgevoegde mail). Voornaamste gevoel is dat ik baal hoe ik zaken heb aangepakt waardoor nu een aantal klanten en collega’s er last van hebben.
Dank voor je (helaas te late) bericht. Zoals je zult begrijpen ben ik ook erg geschrokken van de ontstane situatie.
Op 17 januari 2022 had jij een gesprek met [directeur] (directeur Bouw & Ontwikkeling) en [HR-businesspartner] (HR-businesspartner).
25 januari 2022 het volgende aan VORM Ontwikkeling bericht:
Algemeen
primairverwijtbaar handelen of nalaten (de e- grond),
subsidiaireen duurzaam verstoorde arbeidsverhouding (de g- grond) en
meer subsidiairde combinatiegrond (de i- grond).
primairverzocht het ontbindingsverzoek af te wijzen en
subsidiairom VORM Ontwikkeling te veroordelen aan haar een transitievergoeding en een billijke vergoeding te betalen.
principaal hoger beroepverzoekt [verzoeker] om VORM Ontwikkeling te veroordelen tot betaling van een billijke vergoeding van € 66.755,13 bruto, dan wel een ander in goede justitie te bepalen bedrag, onder verschaffing van een deugdelijke bruto/netto- specificatie en VORM Ontwikkeling te veroordelen in de proceskosten van beide instanties.
principaal hoger beroepongegrond te verklaren. Zij verzoekt in
incidenteel hoger beroep(a) de bestreden beschikking te vernietigen, uitsluitend voor zover dit de toekenning van de transitievergoeding betreft en te bepalen (samengevat) dat [verzoeker] geen recht heeft op een transitievergoeding, (b) [verzoeker] te veroordelen de aan hem betaalde transitievergoeding terug te betalen en (c) [verzoeker] te veroordelen het onverschuldigd betaalde loon over de maand juni 2022 terug te betalen. In
zowel het principaal hoger beroep als in het incidenteel hoger beroepverzoekt VORM Ontwikkeling dat [verzoeker] wordt veroordeeld in de proceskosten van beide instanties.
11.[verzoeker] heeft verzocht het incidenteel hoger beroepongegrond te verklaren.
De beoordeling van het principaal en incidenteel hoger beroep
principale grief 1keert zich tegen de feitenvaststelling in r.o. 2.1, 2.2 en 2.4 van de bestreden beschikking, als volgt.
16.Het gaat bij de principale grief 2om de vraag of er sprake was van deg- grond om de arbeidsovereenkomst te ontbinden. Met de incidentele grief 1wordt betoogd dat er sprake was van de e-grond.
e-grond verzocht, te weten verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer, zodanig dat van de werkgever in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren.
incidentele grief 1komt VORM Ontwikkeling op tegen het oordeel van de kantonrechter dat de handelwijze van [verzoeker] tegen VORM
Kopersadviesgeen reden kan opleveren om de arbeidsovereenkomst met VORM
Ontwikkelingte ontbinden. Deze grief faalt. Het hof is net als de kantonrechter van oordeel dat het handelen van [verzoeker] ten tijde van zijn dienstverband bij VORM
Kopersadviesgeen reden kan opleveren om de arbeidsovereenkomst met VORM
Ontwikkelingte ontbinden op de e- grond. Deze verwijten zien (uitsluitend) op de handelwijze van [verzoeker] bij de uitvoering van de arbeidsovereenkomst met VORM Kopersadvies en voor zover dit handelen als verwijtbaar moet worden aangemerkt, heeft [verzoeker] uitsluitend tegenover VORM Kopersadvies verwijtbaar gehandeld. Dat alle VORM-vennootschappen in de praktijk opereren als één bedrijf maakt dat niet anders. Er is immers een nieuwe arbeidsovereenkomst gesloten, met een andere vennootschap. De arbeidsovereenkomst tussen VORM Kopersadvies en [verzoeker] was reeds beëindigd.
g-grond verzocht, te weten een verstoorde arbeidsverhouding, zodanig dat van de werkgever in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren.
principale grieven 2 en 4betoogt [verzoeker] dat van VORM Ontwikkeling gevergd kon worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. De kantonrechter heeft volgens [verzoeker] onvoldoende gemotiveerd waarom er sprake zou zijn van een ernstig en duurzaam verstoorde arbeidsrelatie, zodanig dat van VORM Ontwikkeling niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren.
VORM Ontwikkeling gemotiveerd weersproken. VORM Ontwikkeling heeft toegelicht dat op 2 november 2021 inderdaad enkele fouten van [verzoeker] aan het licht waren gekomen, maar volgens VORM ging zij er op dat moment van uit dat dit slechts incidenten betrof. VORM voert aan dat pas naar aanleiding van de e-mail van 19 december 2021 de omvang van de fouten van [verzoeker] duidelijk is geworden en het haar bleek dat geen sprake was van op zichzelf staande incidenten, maar van een patroon. Volgens VORM heeft naar aanleiding daarvan onderzoek op de bouwplaatsen plaatsgevonden en is met kopers gesproken, waarna haar duidelijk werd hoe groot het probleem werd. [verzoeker] heeft dit betoog van VORM Ontwikkeling niet gemotiveerd weersproken.
VORM Ontwikkeling de door hem gemaakte fouten aan de orde heeft gesteld. Uit die e-mailwisseling blijkt ook dat [verzoeker] die fouten toen zelf ook ernstig vond. Hij schrijft immers: “
Ik heb wel gezien dat ik zeker fouten heb gemaakt bij bepaalde bouwnummers waar ik echt van baal en merk dat dit niet voor de rust zorg die nodig is, lig er best van wakker” en “
Ik zal met bovenstaande geen vrienden gemaakt hebben, mocht het verdere consequenties hebben voor mij heb ik hier wel contact over met de directie. […] Belangrijk is dat je als leidinggevende in ieder geval geen of nauwelijks bouwnummers erbij doet want ik zie echt dat ik te veel fouten heb gemaakt in de projecten waar ik niet trots op ben…”
.
VORM Ontwikkeling niet met [directeur] hoeft om te gaan, maar (alleen) met de directeur van VORM Ontwikkeling, kennelijk om te betogen dat de relatie met [directeur] niet relevant is voor de arbeidsverhouding tussen [verzoeker] en VORM Ontwikkeling. Dit argument gaat niet op. Tegen de achtergrond dat er een nauwe samenhang tussen de vennootschappen van VORM bestaat, valt goed te begrijpen dat ook VORM Ontwikkeling het [verzoeker] aanrekent dat hij geen openheid van zaken heeft gegeven over de fouten die hij bij de uitvoering van zijn werkzaamheden als kopersadviseur heeft gemaakt en dat dit het vertrouwen van VORM Ontwikkeling in [verzoeker] onherstelbaar heeft geschaad.
bewust een verstoorde arbeidsverhouding […] veroorzaakt”, terwijl niet is onderbouwd waarom VORM Ontwikkeling dit zou willen doen zonder de gestelde vertrouwensbreuk. Daar komt nog bij dat een dergelijke beschuldiging het ernstige gebrek aan vertrouwen tussen partijen onderstreept.
principale grief 3betoogt [verzoeker] dat VORM Ontwikkeling niet aan haar herplaatsingsverplichting heeft voldaan, terwijl herplaatsing wel in de rede ligt. [verzoeker] had bij een andere vennootschap kunnen worden herplaatst. De arbeidsovereenkomst had dus niet ontbonden mogen worden.
principale grief 5betoogt [verzoeker] dat het eindigen van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen en/of nalaten van VORM Ontwikkeling, zodat [verzoeker] recht heeft op een billijke vergoeding. De tegenpool van deze grief is de
incidentele grief 2waarmee VORM Ontwikkeling betoogt dat sprake is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van [verzoeker] zodat er geen opzegtermijn in acht had moeten worden genomen bij het bepalen van de ontbindingsdatum, er geen loon over de maand juni 2022 was verschuldigd en ten onrechte aan [verzoeker] een transitievergoeding is toegekend.
principale grief 6betoogt [verzoeker] dat de kantonrechter ten onrechte de proceskosten heeft gecompenseerd. Met de
principale grief 7betoogt [verzoeker] dat VORM Ontwikkeling moet worden veroordeeld in de proceskosten van het principaal hoger beroep. Deze grieven falen. De uitkomst van het principaal hoger beroep brengt mee dat [verzoeker] in de kosten daarvan moet worden veroordeeld.
- bekrachtigt de door de kantonrechter in de rechtbank Rotterdam, zittingsplaats Rotterdam, tussen partijen gegeven beschikking van 27 mei 2022;
- veroordeelt [verzoeker] in de kosten van het geding in principaal hoger beroep, aan de zijde van VORM Ontwikkeling tot op heden begroot op € 2.135,-- aan griffierecht en
- veroordeelt VORM Ontwikkeling in de kosten van het geding in incidenteel hoger beroep, aan de zijde van [verzoeker] tot op heden begroot op € 1.183,-- aan salaris advocaat (2 punten, tarief II x 0,5);
- verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst af het meer of anders verzochte.