Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[naam verdachte],
hij op of omstreeks 23 juli 2021 te Rotterdam opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 4,2 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne, zijnde heroïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
hij in
of omstreeksde periode van 16 januari 2022 tot en met 17 januari 2022 te Maasvlakte Rotterdam, gemeente Rotterdam, tezamen en in vereniging met een
of meerander
en,
althans alleen,wederrechtelijk heeft verbleven op een in een haven gelegen besloten plaats voor distributie, opslag en/of overslag van goederen, te weten het door hekken omgeven terrein van de AMPT containerterminal in de Rotterdamse haven terwijl hij, verdachte en
/ofzijn mededader
(s), zich de toegang
had/hadden verschaft tot die besloten plaats door middel van
braak, en/ofinklimming;
hij op
of omstreeks23 juli 2021 te Rotterdam opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 4,2 gram,
in elk geval een hoeveelheidvan een materiaal bevattende heroïne, zijnde heroïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I
, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
in zijn geheelte beschouwen en als zodanig na bewezenverklaring te kwalificeren als een strafbaar feit. Daarbij neemt het hof in aanmerking de toelichting die de advocaat-generaal heeft gegeven bij de vordering tot wijziging van de tenlastelegging, alsmede de daarop vermelde toevoeging, inhoudende bij het primaire “waarbij lid 2 wordt opgevat als strafverzwarend t.o.v. lid 1” in combinatie met het woord “terwijl” in de tenlastelegging.
Kamerstukken II, 2019/2020, 35564, nr. 3, p. 15). Hieraan komt echter geen doorslaggevende betekenis toe. Immers, deze zinsnede beoogt naar het oordeel van het hof slechts duidelijk te maken dat voor de gedraging in lid 2 een hogere straf kan worden opgelegd dan (alleen) de gedraging in lid 1.
of omstreeksde periode van 16 januari 2022 tot en met 17 januari 2022 te Maasvlakte Rotterdam, gemeente Rotterdam, tezamen en in vereniging met een
of meerander
en, althans alleen, wederrechtelijk heeft verbleven op een in een haven gelegen besloten plaats voor distributie, opslag of overslag van goederen, te weten het door hekken omgeven terrein van de AMPT containerterminal in de Rotterdamse haven;
of omstreeksde periode van 16 januari 2022 tot en met 17 januari 2022 te Maasvlakte Rotterdam, gemeente Rotterdam, tezamen en in vereniging met een
of meerander
en, althans alleen, zich de toegang heeft verschaft tot een in een haven gelegen besloten plaats voor distributie, opslag en/of overslag van goederen, te weten het door hekken omgeven terrein van de AMPT containerterminal in de Rotterdamse haven, door middel van inklimming.
de voortgezette handeling van:
en
Kamerstukken II, 2019/2020, 35 564, nr. 3, met name vanaf p. 8) heeft de wetgever beoogd misbruik van kwetsbare infrastructurele objecten zoals (lucht)havens door de georganiseerde criminaliteit te voorkomen. In de Memorie van Toelichting staat onder andere het volgende vermeld:
Richtlijn voor strafvordering huis- en lokaalvredebreuk (2015R002)waarbij de straffen voor een first offender variëren van een geldboete van € 150,- tot een taakstraf van 20 uur.
BESLISSING
nietstrafbaar en ontslaat de verdachte te dier zake van alle rechtsvervolging.
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) maanden.
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
taakstrafvoor de duur van
180 (honderdtachtig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
90 (negentig) dagen hechtenis.
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
teruggaveaan de verdachte van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten: